woensdag 17 oktober 2018

De Held



“Inspecteur Pieters? Ik ben Sam De Dekker van ‘De Postduif’. Ik schrijf een artikel over Steven Wiels en de innerlijke kracht waarmee hij deed wat niemand durfde.”

“Zeg nu niet dat u van een moordenaar een held wil maken. Dat artikel komt er niet, mevrouw De Dekker.”

“Het publiek verdient de waarheid te horen, inspecteur.”


“De enige waarheid hier is dat de rechtbank hem wel degelijk voor moord met voorbedachte rade gaat veroordelen. Als u iets anders schrijft, hoop ik dat het voor een sprookjesboek is.”

“Ik sprak met Veronique De Wit. Zij wil haar redder van een ondergang behoeden. Goed, er waren betere manieren om haar te beschermen, maar de verzachtende omstandigheden spelen toch ook een rol? Met mijn artikel wil ik de ogen van de mensen openen.”


“Oh, natuurlijk! Iemand levend verbranden is heel verzachtend. Dat wint pas het hart van een jury. Ik zou dat niet schrijven als ik u was. U zult lezers verliezen. Om maar te zwijgen van uw geloofwaardigheid en zelfs uw job.”

“Inspecteur Pieters, u bent een baviaan. Had Steven Wiels moeten wachten tot Tom Clarens zijn vriendin zo hard mishandelde dat ze in het ziekenhuis terecht kwam en aan een hersenbloeding stierf? Dit is een human interest verhaal dat veel dieper gaat dan wat op de oppervlakte zichtbaar is. Hoeveel mensen zouden niet hetzelfde doen voor een meisje waar ze verliefd op zijn?”


“Niemand, want elk normaal mens weet dat moord immoreel en strafbaar is. Om maar te zwijgen over de nachtmerries die je bezoedeld geweten je bezorgt.”

“Steven Wiels hoeft niet bang te zijn van een bezoedeld geweten, want vanuit zijn standpunt bekeken heeft Tom Clarens gekregen wat hij verdiende. Wiels is geen psychopaat. Hij heeft een romantische visie op goed en kwaad. Hij is een kleine jongen gebleven, overtuigd dat de slechteriken in de wereld door de helden overwonnen moeten worden. Hij heeft therapie nodig, geen celstraf.”


“Dus als je een goede reden hebt, mag je iemand vermoorden? Elk mensenleven is kostbaar. Als u gelooft dat de wereld een betere plaats zou zijn als wij wel zo primitief zouden leven, kunt u beter zelf naar therapie gaan in plaats van uw misplaatste frustraties op papier te zetten.”

“Het is niet uw taak te zeggen wie therapie nodig heeft, of wat ik ga neerschrijven, inspecteur. Het is uw taak échte criminelen op te sporen en in te rekenen, voordat compassionele mensen als Steven Wiels het nodig vinden dat in uw plaats doen.”


“Al schrijft u zo vaak in uw krant dat hij de grootste held is die ons land ooit gekend heeft, dat verandert niets aan het feit dat hij iemand van het leven heeft beroofd. En als we hem nu niet tegenhouden, is de kans groot dat hij in de toekomst nog zal moorden. Telkens hij kwaad ziet, zal hij het recht in eigen handen nemen en die persoon uit de weg ruimen. Dat kan niet blijven duren. Elke jury zal dat op die manier bekijken.”

“En bezoedelt u uw eigen geweten niet, door een in essentie goed mens zo voor de wolven te gooien?”


“Ik dacht dat journalisten alleen de feiten vertelden, mevrouw De Dekker? Het gerechtshof bepaalt schuld of onschuld. Dat is het eindresultaat dat u in uw verslaggeving moet opnemen, verder niets.”

“En wat als uw rechtbank zegt dat ze schuldig zijn wanneer ze in feite niets gedaan hebben?”


“Dat komen wij gelukkig nooit te weten, zodat we niet bang hoeven te zijn dat we slaap tekort zullen komen. Zo werkt het. Dat is het leven en niets zal dat veranderen, al zeker uw subjectief en bevooroordeeld flutartikel niet.”

(Deze dialoog is het resultaat van een opdracht voor de opleiding Literaire Creatie aan de Genkse Academie voor Muziek, Woord & Dans, gegeven door Kaat Vrancken. Opdracht was een conversatie zo te regisseren dat de machtsstrijd tussen de twee personages duidelijk wordt. Dit is een herwerkte scène uit mijn verhaal “De Wensbrenger”.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten