dinsdag 30 oktober 2018

Boeken verslonden in oktober



Met een behoedzaam oog nam ik “Jij bent van mij” ter hand. Het verhaal over een man die een meisje verkracht en vermoordt, verteld vanuit een diepmenselijk perspectief, vond ik gevaarlijke lectuur. Ik vreesde dat het monster begrip en sympathie ging losweken. Zijn moeilijke jeugd, hoe hij het hele gebeuren een ongeluk noemt, hoe hij zichzelf niet meer onder controle had, hoe hij trouwde met een vrouw die hem toch geen 100% kon bekoren… Dertien jaar lang draagt hij het geheim en zijn schuld met zich mee, tot hij uiteindelijk aan een DNA-onderzoek meedoet en ze hem arresteren. Dan komen de herinneringen naar boven. We springen doorheen de tijd en in de ene flashback geraakt hij in gedachten verzonken naar een andere flashback. Zijn gedachten strengelen door elkaar. Hij start het boek met een duidelijk literaire stem. Woordenschat, zinsbouw, het zit tegen het poëtische aan. Na verloop van tijd treed er echter een soort chaos op, en komt de tekst vol herhalingen te zitten. Dit laatste praat hij goed aan het einde van het boek, door het belang van herhalingen tijdens de opvoeding aan te kaarten. Het literaire is er echter af, en de tekst krijgt zelfs een kinderlijk karakter. Maar al te vaak zorgen zijn woorden voor ongemak, afkeer; zo griezelig beschrijft hij zijn relatie met zijn eigen dochter. Soms weet je niet wat je moet denken. Onschuldige handelingen krijgen, gekleurd door zijn daden, een negatieve betekenis. Sympathie is er zeker niet, voor iemand die vrouwen de hele tijd met koeien vergelijkt. Maar volledig slecht is hij ook weer niet. Op dat vlak sluit het boek nauw aan bij “Grijze Zielen” van Philippe Claudel. Tille Storkema heeft duidelijk een grijze ziel. Maar misschien had hij toch wel wat meer moeite kunnen doen om die witter te houden.

Heeft Dean Koontz "Het Goddelijke Monster" van Tom Lanoye gelezen? In ieder geval laat hij de media in "The Forbidden Door" het hoofdpersonage Jane Hawk de bijnaam 'The Beautiful Monster' geven. Koontz krijgt maar geen genoeg van haar. Na "The Silent Corner", "The Whispering Room", en "The Crooked Staircase" is dit het vierde boek in de reeks, en het vijfde, "The Night Shadow", is ook al aangekondigd. Heel anders dan hoe hij zijn reeks over Odd Thomas toch regelmatig onderbrak voor een standalone verhaal. OOk heel vreemd is hoe in vier jaar tijd de boeken van Jane Hawk, "Saint Odd", het laatste boek over Odd Thomas, en "Ashley Bell" nog geen Nederlandse vertaling hebben gekregen. De spanning van het derde boek, dat zich vooral concentreerde op het zoontje van Jane Hawk, valt wat weg en er schiet niet veel meer over dan een gevoel van gewoon meer van hetzelfde. Koontz voegt een hoop slechteriken toe aan het verhaal, maar ze springen er niet uit. Eentje ervan is zelfs ronduit irritant, met zijn overtuiging dat heel de wereld een simulatie is, waarin niets echt bestaat buiten zijn bewustzijn, alsof hij in "The Matrix" zit. Op zich niet zo slecht, maar zijn herhalingen van die overtuiging word je na 200 bladzijden echt wel beu. Een nieuw jong personage, Laurie Longrin, maakt het gelukkig weer wat interessanter. Er is een goedkope verwijzing naar de filosofie van de slechterik in "One Door Away From Heaven", de utilitaire bio-ethiek. Dit is het tweede boek met een vrouw op de cover. Op het vorige boek leek ze op Denise Richards, deze keer wat meer op Ali Larter. Nu ja, in het verhaal verandert ze ook regelmatig van uiterlijk, maar toch. Gelukkig maakt de tweede helft van het boek veel goed. De spanning wordt opgedreven, we krijgen een deus-ex-machina effect dat ook aanwezig was in zijn "Frankenstein" reeks, en waardoor er een transgressie optreedt gelijkaardig aan wat er met sommige mensen in "Midnight" gebeurt. Ik probeer niet al te veel te verklappen, maar komt er op neer dat er eindelijk weer wat enge aspecten in het verhaal opduiken, zoals we van de klassieke Koontz gewoon zijn. Maar echt verkocht ben ik toch niet aan deze reeks.


Ik heb "Elmet" vorig academiejaar gekocht in de hoop dat het op de literatuurlijst zou verschijnen van ofwel mijn opleiding Literaire Creatie, ofwel van de leesclub van de bibliotheek van Genk. Dan kon ik trots uitroepen dat ik het boek zelf al had gekocht. Maar, dat gebeurde dus niet, en "Elmet" is eventjes blijven liggen tot ik het uiteindelijk opende in de hoop het misschien toch nog te kunnen gebruiken voor de vrije boekbespreking bij repertoirestudie. Spijtig genoeg vind ik het niet echt wauw. Het is heel mooi geschreven, met prachtige beschrijvingen van natuur, zowel fauna als flora. Maar inhoudelijk is het verhaal wat magertjes. Ik was ook verbaasd om te ontdekken dat het verhaal zich in onze tijd afspeelt. Om een of andere reden verwachtte ik bij dit boek eerder een historische roman, minstens iets 19e eeuws. Door de mooie taal leest het wel vlot. Het verhaal van een vader die zich met zijn twee kinderen afzondert in een zelfgebouwd huisje in een bos, maar dan in een moeilijke affaire met een landeigenaar verzeild geraakt, dat zich uiteindelijk in een moordplot ontwikkelt, levert drie speciale personages op die best moeilijk te doorgronden zijn, maar waar je toch mee meeleeft. Hoewel er een soort van afstand zit tussen het vertellend hoofdpersonage en de gebeurtenissen. Onverwachts duikt er een Tarantino-scène op, die dan wordt gevolgd door een onbevredigend en heel open einde. Een verbinding met de cursief gedrukte tussenstukjes die de normale hoofdstukken afwisselen, een cirkel die rond is maar dan opeens breekt en als een hongerige slang het ijle in slingert.


woensdag 24 oktober 2018

Een nieuwe job


In het voorjaar deed ik mee aan een examen bij provincie Limburg voor administratief medewerker. Het schriftelijk examen ging door in de Limburghal in Genk. Lange rijen tafels, even lange reeksen vragen, een oorspronkelijk praktische proef op de computer die we nu op papier moesten oplossen. Het was niet simpel.

Daarna een sollicitatiegesprek op het provinciehuis in Hasselt. Een goedgezinde jury die me toelachte en eerder geïnteresseerd was in de werking van het Proefbedrijf dan in mijn persoonlijke vaardigheden en competenties.

Het duurde tot na de zomermaanden tot ik te horen gekregen dat ik ben geslaagd. Ze hebben me een positie op het PLOT aangeboden - dat is de afkorting van Provincie Limburg Opleiding en Training in Zwartberg - en specifiek bij de politieschool. Dat zou me per dag 100 km en per week een halve brandstoftank uitsparen. Ik ben daar op bezoek gegaan en de job en de mensen staan me wel aan, dus ik ga op hun aanbod in. 

Mijn privéleven heeft me met de jaren steeds dieper Limburg ingetrokken, het was een kwestie van tijd tot ik dit ook beroepsmatig zou doen. Een opportuniteit dichter bij huis kon ik niet laten liggen.

29 november is mijn laatste werkdag op het Proefbedrijf in Geel, en 3 december mijn eerste op het PLOT. 

Deze beslissing neem ik met een zwaar hart. Ik heb meer dan 17 jaar voor provincie Antwerpen gewerkt. Eerst twee jaar op de Provinciale Dienst voor Land- en Tuinbouw in Sint-Katelijne-Waver, daarna op het Proefbedrijf Pluimveehouderij in Geel. Ik doe het werk op het Proefbedrijf nog steeds heel graag. Een gevarieerde jobinhoud de naam polyvalent meer dan waardig. Toffe collega’s, zowel hier als doorheen alle provinciale departementen en diensten. Maar vroeg opstaan en lange autoritten beginnen fysiek door te wegen, en de verhoogde brandstofprijzen leggen ook al een extra belasting op de dagelijkse verplaatsingen. Het was dus nodig om eens goed en lang na te denken. En dus uiteindelijk afscheid te nemen.

Bedankt aan al mijn collega's voor de fijne, drukke, hectische, stormachtige, gezellige, grappige, en vooral gevarieerde jaren op het Proefbedrijf en bij provincie Antwerpen als geheel!

woensdag 17 oktober 2018

De Held



“Inspecteur Pieters? Ik ben Sam De Dekker van ‘De Postduif’. Ik schrijf een artikel over Steven Wiels en de innerlijke kracht waarmee hij deed wat niemand durfde.”

“Zeg nu niet dat u van een moordenaar een held wil maken. Dat artikel komt er niet, mevrouw De Dekker.”

“Het publiek verdient de waarheid te horen, inspecteur.”


“De enige waarheid hier is dat de rechtbank hem wel degelijk voor moord met voorbedachte rade gaat veroordelen. Als u iets anders schrijft, hoop ik dat het voor een sprookjesboek is.”

“Ik sprak met Veronique De Wit. Zij wil haar redder van een ondergang behoeden. Goed, er waren betere manieren om haar te beschermen, maar de verzachtende omstandigheden spelen toch ook een rol? Met mijn artikel wil ik de ogen van de mensen openen.”


“Oh, natuurlijk! Iemand levend verbranden is heel verzachtend. Dat wint pas het hart van een jury. Ik zou dat niet schrijven als ik u was. U zult lezers verliezen. Om maar te zwijgen van uw geloofwaardigheid en zelfs uw job.”

“Inspecteur Pieters, u bent een baviaan. Had Steven Wiels moeten wachten tot Tom Clarens zijn vriendin zo hard mishandelde dat ze in het ziekenhuis terecht kwam en aan een hersenbloeding stierf? Dit is een human interest verhaal dat veel dieper gaat dan wat op de oppervlakte zichtbaar is. Hoeveel mensen zouden niet hetzelfde doen voor een meisje waar ze verliefd op zijn?”


“Niemand, want elk normaal mens weet dat moord immoreel en strafbaar is. Om maar te zwijgen over de nachtmerries die je bezoedeld geweten je bezorgt.”

“Steven Wiels hoeft niet bang te zijn van een bezoedeld geweten, want vanuit zijn standpunt bekeken heeft Tom Clarens gekregen wat hij verdiende. Wiels is geen psychopaat. Hij heeft een romantische visie op goed en kwaad. Hij is een kleine jongen gebleven, overtuigd dat de slechteriken in de wereld door de helden overwonnen moeten worden. Hij heeft therapie nodig, geen celstraf.”


“Dus als je een goede reden hebt, mag je iemand vermoorden? Elk mensenleven is kostbaar. Als u gelooft dat de wereld een betere plaats zou zijn als wij wel zo primitief zouden leven, kunt u beter zelf naar therapie gaan in plaats van uw misplaatste frustraties op papier te zetten.”

“Het is niet uw taak te zeggen wie therapie nodig heeft, of wat ik ga neerschrijven, inspecteur. Het is uw taak échte criminelen op te sporen en in te rekenen, voordat compassionele mensen als Steven Wiels het nodig vinden dat in uw plaats doen.”


“Al schrijft u zo vaak in uw krant dat hij de grootste held is die ons land ooit gekend heeft, dat verandert niets aan het feit dat hij iemand van het leven heeft beroofd. En als we hem nu niet tegenhouden, is de kans groot dat hij in de toekomst nog zal moorden. Telkens hij kwaad ziet, zal hij het recht in eigen handen nemen en die persoon uit de weg ruimen. Dat kan niet blijven duren. Elke jury zal dat op die manier bekijken.”

“En bezoedelt u uw eigen geweten niet, door een in essentie goed mens zo voor de wolven te gooien?”


“Ik dacht dat journalisten alleen de feiten vertelden, mevrouw De Dekker? Het gerechtshof bepaalt schuld of onschuld. Dat is het eindresultaat dat u in uw verslaggeving moet opnemen, verder niets.”

“En wat als uw rechtbank zegt dat ze schuldig zijn wanneer ze in feite niets gedaan hebben?”


“Dat komen wij gelukkig nooit te weten, zodat we niet bang hoeven te zijn dat we slaap tekort zullen komen. Zo werkt het. Dat is het leven en niets zal dat veranderen, al zeker uw subjectief en bevooroordeeld flutartikel niet.”

(Deze dialoog is het resultaat van een opdracht voor de opleiding Literaire Creatie aan de Genkse Academie voor Muziek, Woord & Dans, gegeven door Kaat Vrancken. Opdracht was een conversatie zo te regisseren dat de machtsstrijd tussen de twee personages duidelijk wordt. Dit is een herwerkte scène uit mijn verhaal “De Wensbrenger”.)