maandag 30 september 2019

Boeken verslonden in september


Vorig jaar zag ik hem staan in de Standaard Boekhandel: “Eleanor Oliphant is completely fine”. Ja, met zo’n titel weet je al dat het niet waar gaat zijn. Dus wat is er aan de hand met Eleanor Oliphant? Ik wou het dolgraag weten. Maar het heeft een tijdje geduurd voor ik het ontdekte. Gekocht met de boekenbon die ik van mijn oude collega’s kreeg toen ik van job wisselde, lag hij al een tijdje klaar. En nu was het tijd.
Het boek past niet thuis bij de young adults. Het hoofdpersonage is 31, en er is meer aan de hand dan prille jeugdliefdes. Een liefdesverhaal is het ook niet, ook al is Eleanor heel hard op zoek naar haar droomprins. Ze is misschien te beschrijven als de vrouwelijke versie van Don Tillman, het hoofdpersonage uit de “Rosie”-boeken van Graeme Simsion. Maar ook dat dekt de lading niet. Ze heeft wat elementen van Miranda Hart, en humor is een groot deel van het boek, maar zo ook tragedie.
Je voelt al snel dat het verleden van Eleanor gevuld is met rampspoed. Een jeugdtrauma vormt de rest van haar leven. Ze praat over zichzelf in meervoud, dus je weet dat er nog iemand anders bij was. Haar moeder is een enigmatisch figuur, en ik had mijn vermoedens over haar rol. ‘Onvoorspelbaar’ volgens Jojo Moyes op de cover. Niet echt dus. Maar nog steeds een goed geschreven en bevredigend einde. Debuterend boek van het jaar volgens de British en ook Costa Book Awards. Groot gelijk: het prijkt nu bovenaan mijn top tien van 2019 met vijf welverdiende sterren!


Een hele tijd geleden stond de conciërge op mijn vorige job op de markt van Geel met tweedehands boeken. Uit wat nog resteerde na die dag, koos ik enkele titels uit. “De Zwarte Engel” van Erica Spindler leek me nog wel iets, een teruggreep naar mijn periode van thrillers en politieverhalen. Na jaren van literatuur is het moeilijk om dit soort boeken te lezen. Meteen vallen de fouten op: wenkbrauwen fronsen om de haverklap, kinnen steken constant vooruit, personages zien, voelen, en kijken het hele boek door. Dit is dan ook geen literatuur, dus je moet ook geen mooi geschreven zinnen verwachten. Als politieverhaal werkt het wel. Deze zoektocht naar een seriemoordenaar, wiens identiteit ik spijtig genoeg al heel snel doorhad, heeft toch nog een verrassende wending op het einde. Het verhaal focust niet zozeer op politieprocedures, maar op de relaties tussen mensen. Liefde, familie, collegialiteit, het is best dynamisch allemaal. In het begin zou ik het boek maar 1 ster geven. Maar dankzij die dynamiek, en ook gekeken naar het genre zelf, verdient het wel eentje extra. Nog steeds niet geweldig goed geschreven, leest het wel ontspannend.

En daar is ie dan eindelijk: het vervolg op "The Handmaid's Tale". Klaar om van mijn sokken geblazen te worden, opende ik het nieuwste boek van Margaret Atwood. Getuigenissen van mensen die in Gilead woonden. "The Testaments" begint al meteen intrigerend, met een eerste hoofdstuk vanuit het perspectief van een Tante. Er zijn nog twee andere vertelstandpunten: een meisje dat in Gilead geboren is, en een meisje dat buiten Gilead leeft maar net als het eerste nooit een wereld zonder deze dystopie heeft gekend. Het is zeker interessant om te lezen hoe de Tantes precies Tantes zijn geworden. Maar toch is het boek niet zo boeiend als het eerste. Toen ik "The Handmaid's Tale" de eerste keer las, was ik volledig verkocht. Dat jaar kwam het zelfs bovenaan mijn top tien te staan. Hoewel het interessant is om naar Gilead terug te keren, is het bevreemdende er wat af. Je wordt niet om de haverklap om de oren geslagen met een vreemde ceremonie. Tegen het einde aan krijgt het ook meer de tonen van een spionagethriller. Ook de taal lijkt minder onderbouwd; hoewel mijn docente Creatief Schrijven daar waarschijnlijk heel anders over zal denken! Ik mis de speciale stem van June, en ik vind de dialogen er soms wat snel overheen gaan. Het blijft wel een goed boek, het haalt alleen net het niveau niet van "The Handmaid's Tale".

Toen vijf jaar geleden de nieuwe Star Wars trilogie werd aangekondigd, stond ik daar best sceptisch tegenover. De originele cast is ouder geworden, en de vierde Indiana Jones film bewees dat filmmagie niet consistent is, hoewel ik hem toch nog best vond meevallen. Mijn hoop rustte op J.J Abrams, die ik al veel mooie dingen heb zien maken: films, series, maar ook het boek "S" met Doug Dorst. Uiteraard ging ik verlangensvol naar "The Force Awakens" kijken, en het was alles wat een nieuwe Star Wars film zou moeten zijn, zelfs meer dan de vorige drie episodes. Om nu Ian Doescher's adaptatie te lezen in zijn "William Shakespeare's The Force Doth Awaken", vind ik mij terug die eerste keer in de bioscoop. Het visuele spektakel ontbreekt uiteraard in deze boeken, maar je kunt ze er makkelijk bij fantaseren. Weer laat Doescher twee extra personages commentaar geven over de grote verhaallijn, deze keer hoe sterk "The Force Awakens" lijkt op "A New Hope". Chewie's gebrul krijgt een vertaling in de voetnoten, en blijkbaar zit er een code verstopt in de geluidjes van BB8 waarmee je zijn dialogen zou kunnen ontcijferen. Doescher heeft er weer mooi werk van gemaakt, vooral ook met de extra innerlijke dialogen van Rey en Kylo Ren. Maar ik kijk toch nog meer uit naar het laatste deel in de bioscoop dan naar het volgende boek in deze reeks.

Het is lang geleden sinds ik nog iets van Stephen King las. Het laatste boek was "End of Watch" in 2016, het laatste deel in zijn Bill Hodges trilogie. "Outsider" heb ik mijn zus cadeau gegeven maar zelf niet gelezen; het sprak me niet volledig aan. Ik heb gemerkt dat de boeken van Stephen King heel fel hit-or-miss zijn wat mij betreft. "Elevation" sprak me wel aan, maar daar heb ik heel lang mee gewacht omdat ik het wat prijzig vond voor een novelle van slechts 130 bladzijden. Nu ben ik wel blij dat ik het gelezen heb. Je vliegt er doorheen (pun intended). Het is praktisch een sprookje, over een man met een speciale aandoening die iets moois voor zijn gemeenschap doet alvorens in eigen stijl de wereld te verlaten. Het verhaal vangt alle emoties in een vogelkooi. Alleen spijtig dat het zo kort is.

Terri Nixon is een fantastische schrijfster dankzij wie ik veel heb bijgeleerd in de bijna twintig jaar dat ik haar ken. We hebben niet meer het regelmatige contact als vroeger, maar ik volg haar publicaties met interesse, hoewel het soms even duurt voor ik haar boeken effectief lees. Zo ook nu met "Penhaligon's Gift", vorig jaar verschenen bij Piatkus Books, en deze maand eindelijk gelezen, in sneltreinvaart. Geen woord teveel, alles op zijn plaats, zinnen gepolijst tot perfectie. Een romantische setting met heel menselijke personages. Soms was het voor mij wat verwarrend wie nu precies wie weer was, maar dat ligt volledig aan mij. Dit laatste deel van de Penhaligon Saga is Terri Nixon op haar best. Ik hou van haar boeken in dit genre, en ik kijk al uit naar het volgende: "A Cornish Inheritance", het eerste deel in haar nieuwe Fox Bay Saga!

Boeken ontdekt via de leesclub van de Genkse bibliotheek zijn niet altijd even geweldig. Daarom dat ik ze de laatste jaren meestal van de bibliotheek leen in plaats van ze aan te schaffen. Maar soms zitten er pareltjes tussen. Zo ook "Zomerlicht, en dan komt de nacht" van IJslandse auteur Jón Kalman Stefánsson. Het is een indrukwekkende verzameling korte verhalen die het leven in een IJslands dorp verweven. Het concept doet me wat denken aan "Reservoir 13" van Jon McGregor, maar het is minder uitgebreid zowel in personages als in allerhande verwijzingen naar de natuur. Het is een boek over het leven, over de liefde en/of lust die we tijdens dat leven kunnen ervaren, en over sterven. Over onze eigen kleine, individuele plaats in het grote universum. Het boek is soms grappig, vaak pornografisch, af en toe rauw, maar ook geheimzinnig. Het is een goed, degelijk boek dat zeker meerdere lezingen waardig is.