vrijdag 29 maart 2019

Boeken verslonden in maart


"Geestdrift" van Daniel Hecht was twee jaar geleden een zomerthriller bij Het Belang Van Limburg. De bomma van Nele heeft me die toen cadeau gegeven. 500 klein gedrukte pagina's met smalle marges van een genre waar ik al een paar jaar een mindere affiniteit mee heb. Vroeger las ik niets anders, en nu lijken dit soort verhalen zo gefabriceerd, ongeloofwaardig, en totaal niet spannend. Gelukkig kreeg ik een intrigerend hoofdpersonage voorgeschoteld. Paul lijdt aan het syndroom van Gilles de la Tourette. Blijkt dat hij ook morbide visioenen heeft als hij zijn medicatie niet neemt. Geen dromen die hij wenst uit te zien komen, maar eerder hallucinaties of waanbeelden, flitsen van imaginaire ideeën waarvan hij gelooft dat ze een profetische waarde hebben. Meestal betreffende zeer specifieke sterfgevallen. Dit op zich was voor mij al interessant genoeg om vol te houden, hoewel die visioenen verdwijnen naarmate het verhaal vordert. Het is een trage thriller, met een psychologische focus. Het mysterie is een combinatie van factoren: een gevandaliseerd huis, tienerverdwijningen, en een dodelijke aanrijding met vluchtmisdrijf. Je wil heel graag weten hoe het allemaal uiteindelijk aan elkaar gelinkt wordt, maar alle puzzelstukken hebben tijd nodig om op hun plek te vallen. De toevoeging van een tweede (hoofd)personage, politierechercheur Mo, maakt het nog interessanter. Mo wil zich bewijzen in zijn nieuwe korps, maar botst tegen de gevolgen van zijn recente scheiding waarbij hij veel vrouwen die hij ontmoet als mogelijke nieuwe liefdespartner ziet. Wat me stoort is dat beide personages heel snel aan bovennatuurlijke elementen denken. Lijkt vreemd, want meestal hou ik van dat soort dingen. Gelukkig geven ze er snel een wetenschappelijke draai aan, en wordt het opnieuw interessant, met een gelijkaardige insteek als in de film "Glass" van M. Night Shyamalan, met ook een soort genesis-verhaal bij de climax, die eigenlijk tegen valt: heel chaotische actie gevolgd door een monoloog van de slechterik, hoewel diens identiteit toch een onverwachte onthulling blijkt.


Het was even nodig om wat oude, vertrouwde en ontspannende lectuur ter hand te nemen, een verhaal dat niet verveelt en vliegt als een hippogrief. Nele heeft voor haar verjaardag de hardcoveredities van alle Harry Potter boeken gekregen, en die wou ik graag met haar meelezen. Af en toe legde ik "Geestdrift" daar graag voor aan de kant.
"Harry Potter and the Philosopher's Stone" is als eerste deel nog een leutig jeugdverhaal vol typische Britse humor die vooral op de Dursley's focust. Als Hagrid Harry komt halen, krijgen we de elementen van een fantasiesprookje, waar al een iets serieuzere toon in zit. Opvallend nu is hoe Harry eigenlijk pas halverwege het boek Hogwarts bereikt. Tot dan was het verhaal heel opbouwend, niet echt traag maar wel met veel aandacht voor details. Eens op Hogwarts gaan we een versnelling hoger. Er moet opeens zeer veel gebeuren in de nog weinige beschikbare pagina's, maar dat valt eigenlijk alleen op als je het verhaal vanbuiten kent. De hele finale, met alle nog te overwinnen obstakels, telt slechts 20 pagina's.

Boek twee volgde snel. "Harry Potter and the Chamber of Secrets" introduceert al een iets duistere toon, met de stem van de basilisk die Harry hoort in de gangen van Hogwarts. Het verhaal is nu evenwichtiger. Een opening in de zomermaanden, met de slapstickscènes bij de Dursleys; de aankomst in Hogwarts; de langzame opbouw naar het mysterie; de ontdekkingen op weg naar de grote onthulling. Meer aandacht voor details in beschrijvingen, de wereld is meer ingekleed dan in het eerste boek. Er komen diepere lagen naar boven, meer achtergrondinformatie. Het verhaal is meer een whodunnit, met de zoektocht naar de identiteit van de slechterik en het monster dat hij loslaat. De dood, het grootste thema in deze boekenreeks, komt hier al heel goed aan bod, en je krijgt al een eerste blik op het leven en de geschiedenis van Voldemort, en zijn link met Harry zelf.

woensdag 13 maart 2019

De Pastaprins


Ze is een chirurg met haar vork en lepel. Ze is een balletdanseres die pirouettes draait in haar bord. Haar vork glipt sierlijk en snel in en uit haar mond. Hij knippert en  het precieze moment waarop het voedsel haar lippen passeert, is al voorbij. Als een illusionist laat ze de spaghetti van haar vork verdwijnen. Al even snel tovert ze de volgende lading tevoorschijn.

Zelf heeft Peter nog geen enkele hap genomen. Zijn maag knort maar niet van honger. De drukte in het restaurant overstemt de klaagzang van zijn spijsverteringsstelsel samengeknepen door een strop van zenuwen.

Waarom heeft hij toch gelogen?

En waarom heeft hij voorgesteld naar dit Italiaans restaurant te komen? Ja, hun tafel staat op het binnenshuis terras van een nagebouwde piazza, langs de voorgevel van een Florentische villa die de keuken aan het zicht verbergt. Bustes, vazen, een fontein met vissen, weelderige bougainville, alles om het plaatje compleet te maken. Een ideale locatie voor een eerste date. Maar nu heeft hij traditiegetrouw alleen een vork en lepel gekregen om zijn spaghetti te eten, en hij weet niet hoe eraan te beginnen.

Hij port met zijn vork in de pasta, roert wat stukken gehakt in het rond met zijn lepel. Drinkt van de witte wijn.

Wat alles nog erger maakt, is dat hij zijn portefeuille is vergeten. Hij moet haar laten betalen. En als hij niet snel leert spaghetti zonder mes te eten, draait dit des te meer op een grandioze verspilling uit.

Het is allemaal een kwestie van rotatie. Slierten opscheppen, vorkpunten in de lepel, de slierten opdraaien, dan vork in de mond en hopen dat er onderweg niets loskomt.

Maar fijne motoriek is nooit zijn sterkste punt geweest. En leugens spinnen al evenmin.

“Hoe lang ben je al terug single?” vraagt Elly.

De vork in zijn linkerhand trilt.

“Oh, een jaar ongeveer,” liegt hij. “Ik wou niet meteen iets nieuws starten. Eerst wat tijd voor mezelf, alles op een rijtje zetten. Jij?”

“Ik heb mijn laatste vriend drie maanden geleden eruit gegooid,” zegt ze. “Zodra ik te weten kwam dat hij zijn verloofde met mij bedroog.”

De lepel valt uit zijn rechterhand en klingelt tegen de rand van het bord.

“Alles oké?” vraagt ze.

“Wat een rotzak,” zegt hij. “Van zoiets word ik ook woest. Zulke kerels verknoeien het voor ons goeie gasten.”

Ze lacht. “Ben jij dan een goeie gast?”

Peter haalt zijn schouders op, durft haar niet aan te kijken.

“Zeker dat je oké bent? Je eet zo weinig.”

Hij grijpt zijn kans. “Ik voel me niet zo goed, nee. Misschien moet ik even naar het toilet.”

Hij legt zijn bestek neer en staat recht. In de gang neemt hij zijn jas en loopt het restaurant uit. Kristien zal blij zijn te horen dat zijn extra avondvergadering toch niet doorgaat.



(Dit is het resultaat van een opdracht voor de opleiding Literaire Creatie aan de Genkse Academie voor Muziek, Woord & Dans, gegeven door Kaat Vrancken. Opdracht was een verhaal te schrijven over een willekeurig getrokken situatie, waarbij je een willekeurig getrokken voorwerp gebruikt als extra bevestiging van de situatie.)