zaterdag 30 december 2017

Mijn Top Tien van 2017



 
10) "Hades (The Familiar 4") - Mark Z. Danielewski
Het werk van Mark Z. Danielewsi brengt weer plezier in het lezen. "Hades" is deel vier in de reeks, en vind ik van kwaliteit tussen volume 2 en 3 zitten. Daarom komt het op de tiende plaats, omdat het nieuwe er een beetje af is (volume 2, "Into the Forest", haalt mijn top tien nét niet). Toch blijft het aangenaam lezen door 840 pagina's creatieve bladspiegels, de unieke "syntax" van elk personage, en de speciale tekeningen/foto's/afbeeldingen/figuren verspreid doorheen het boek. Centraal staat het gezin Ibrahim, uitgebreid met het enigmatische poesje/de oude kater. De verhalen van zowel dochter, vader als moeder vind ik het interessantst om te lezen. Er gebeuren rare dingen met het meisje Xanther, waar toch meer mee aan de hand lijkt te zijn dan epileptische aanvallen. De hoofdstukken die draaien rond L.A. "gangster" Luther daarentegen bestaan allemaal uit op zich verstaanbare woorden achter elkaar, maar toch vormen ze samen zinnen waar je soms niet wijs uit geraakt. Totaal onbegrijpelijk zijn ook de hoofdstukken over Jinjing in Singapore, waar je vaak niet eens het onderscheid kunt maken tussen het gebruik van persoonsnamen en het gebruik van een vreemde taal of dialect.

9) "Honeysuckle and Pain (The Familiar 3)" - Mark Z. Danielewski
Dit derde deel is wel beter geschreven dan "Into the Forest" en "Hades". Daarom krijgt het een negende plaats. Het verhaal komt meer naar de voorgrond. De typische stijl is er nog wel, maar Danielewski vertelt de gebeurtenissen duidelijker, via klare taal die minder poëtisch en abstract is en waarbij je minder moet nadenken over wat hij nu precies bedoelt. Deze verbetering valt vooral bij Luther goed op. En zelfs het perspectief van Jingjing begint wat leuker te worden om te lezen, omdat hij Singapore bijna gaat verlaten en de andere personages in Los Angeles gaat vergezellen. Er komen meer en meer verwijzingen naar elkaar tussen de verschillende personages, hoewel sommige heel enigmatisch zijn en je geen echte verklaring hebt hoe ze van elkaars bestaan weten. Ik vond het leuk dat de Ibrahims verwijzen naar computerspellen die ik zelf ook ken, en wat mijn connectie met deze personages nog sterker maakt.

8) "Turtles All The Way Down" - John Green
"Turtles All The Way Down" gaat over Aza, wiens angststoornis tegelijk verschrikkelijk en mysterieus is. Het is zo'n verhaal waarbij je na enige tijd opnieuw bij de personage wil langsgaan om te kijken hoe het met hen gaat. Ik reisde door dit verhaal aan lichtsnelheid, en voor mij is dat het bewijs dat het een verhaal is dat je aandacht vastgrijpt en zo voor een kort moment het belangrijkste in de wereld wordt. "The Fault In Our Stars" heeft wel meer inhoud en speelt ook meer in op je emoties. Green heeft zes jaar aan "Turtles" gewerkt, en eerlijk gezegd zie ik niet goed waarom het zo lang duurde. Misschien gewoon omdat hij zich in die periode op de verfilmingen van zijn andere boeken heeft geconcentreerd. Als de spiraal van dit verhaal toch dieper gaat dan wat een eerste lezing toont, dan heb ik die andere lagen gewoon nog niet ontdekt.

7) "De Stille Pijn van Luca" - Kristien Dieltiens
Hier is het verhaal van Luca, die als kind opgroeit tijdens de oorlog in Joegoslavië en op een bepaald moment naar België vlucht. Zijn vader was al eerder daar op zoek gegaan naar een nieuwe plek om te wonen. Als negentienjarige reist Luca terug naar zijn geboorteland. Het boek is geschreven voor tieners vanaf 14 jaar. Het is mooi geschreven, alles is simpel gehouden maar de leefwereld van Luca wordt wel gedetailleerd weergegeven. Het verhaal gaat niet zozeer over 19-jarige Luca die terugkeert naar Kroatië, maar over de 6-jarige Luca die het land moet ontvluchten, daarbij zijn mama en zusje verliest, een ouder meisje ontmoet dat zich over hem ontfermt, en dan bij een soort Oliver Twist dievenbende terechtkomt alvorens verenigd te worden met zijn vader. De onschuld van Luca en hoe hij geconfronteerd wordt met al het kwaad en alle ellende in de wereld, is vertederend en hartbrekend.

6) "The Whispering Room" - Dean Koontz
Het vervolg op "The Silent Corner" is veel beter dan dat boek en haalt mijn top tien dus wél. Waarschijnlijk omdat ik lage verwachtingen had omdat het vorige toch wat tegenviel. Het verhaal draait om FBI-agente Jane Hawk, wiens man vermoord werd door een groepering elitisten die de wereld wil verbeteren door iedereen te vermoorden die de maatschappij in een naar hun mening verkeerde richting zouden sturen. Iets wat me een beetje deed denken aan Hydra's plannen in de superheldenfilm "Captain America: The Winter Soldier". Ze willen 210.000 mensen in totaal doden, 8.400 mensen per jaar, geselecteerd door een speciaal computermodel. Jane zint op wraak en rechtvaardigheid, en gaat achter de boosdoeners aan. Het is een combinatie van "Sole Survivor", "Night Chills", "Dark Rivers of the Heart" en leent ook elementen uit de Frankenstein reeks. Koontz heeft een grote bibliografie met mensen die worden gebrainwasht of geherprogrammeerd om dingen te doen die ze anders niet zouden doen ("False Memory", "The Key to Midnight", "Strangers") en met gekke wetenschappers die het menselijk lichaam proberen te verbeteren door er iets aan toe te voegen ("Midnight", "By the Light of the Moon", de Christopher Snow boeken). De Jane Hawk boeken brengen deze dingen meer naar het niveau van een techno-thriller. In dit deel wordt haar personage pas echt uitgediept. Op een bepaald moment ziet ze een gezin dat het slachtoffer dreigt te worden van een bende. Jane schuift haar eigen queeste opzij en gaat hen achterna. Dit is iets wat Odd Thomas ook zou doen. Maar waar Odd nog een vredelievende oplossing voor de problemen zou zoeken, is Jane dodelijk. Ze is harder dan Odd, meedogenlozer, en zeker ook brutaler. Maar ook die dingen maken haar menselijker, en ik vond het een stuk fijner om over haar te lezen dan bij het vorige boek.

5) "Origin" - Dan Brown
"Origin" bevestigt waarom ik zoveel hou van ontspannend lezen. Bij dit soort boek vergeet ik dat ik een fictief verhaal aan het lezen ben. Ik vergeet dat miljoenen mensen het mysterie al hebben ontdekt of nog zullen ontdekken. Terwijl ik lees, is het net alsof ik werkelijk op het punt sta een groot geheim te ontrafelen waar de rest van de wereld zich onbewust van is. Terwijl ik las, hoorde ik ook de stemmen van de personages. Uiteraard klinkt Robert Langdon als Tom Hanks. Bij Valdespino hoorde ik de diepe stem van Christopher Lee, en bij Winston het Britse accent van Paul Bettany. Oké, Dan Brown heeft ondertussen een vaste formule om zijn verhaal te structureren, soms maakt hij wat foutjes in vertelperspectief, en soms legt hij dingen uit alsof zijn lezers kleuters zijn, maar voor mij zit er genoeg spanning en mysterie in zodat ik net als Robert Langdon wil rondrennen om te weten te komen hoe het allemaal in elkaar zit.

4) "Hex" - Thomas Olde Heuvelt
"Hex" is degelijke horror, waar dreiging en spanning beter werken dan rondspattend bloed, waar ideeën en gedachten enger zijn dan een moordenaar met een bijl die iedereen achterna zit. "Hex" speelt zich af in het Nederlandse Beek en meer dan eens voelde ik een "Silent Hill" vibe bij dit vervloekte stadje; de heks Katharina heeft ook wel wat gelijkaardige krachten als Alessa, die meer psychologisch werken dan daadkrachtig. Thomas Olde Heuvelt geeft in zijn nawoord toe fan te zijn van Stephen King, en dat merk je ook. Niet alleen noemt hij zijn hoofdpersonage Stefan, maar inhoudelijk zijn er best wat invloeden. Beek is zoals Derry, geterroriseerd door de clown Pennywise; of als Castle Rock, waar winkeleigenaar Mr Gaunt de bewoners tegen elkaar op zet. Geweldig om dit soort verhaal zo dicht bij huis te zien afspelen. Het is niet alleen visueel geschreven, maar hier en daar komen de geluiden en de stemmen ook goed naar buiten, waardoor het geheel een heel filmisch karakter krijgt, bijna alsof het echt al met een verfilming in gedachten geschreven is.

3) "Cold Mountain" - Charles Frasier
Een romantisch geschreven verhaal over enkele duistere jaren in de Amerikaanse geschiedenis: de burgeroorlog. Romantisch geschreven, niet alleen omdat het gaat over een man en een vrouw die elkaar net gevonden hebben maar dan door de oorlog uit elkaar worden gerukt, waarbij hun hoofdstukken elkaar afwisselen terwijl ze de weg terug naar huis proberen te vinden. Het taalgebruik tekent een eenvoudigere tijd met een grote focus op de natuur en haar kleuren, geluiden en geuren. Het concentreert op de menselijke basisbehoeften in plaats van materiële rijkdom. Het vertelt van een tijd waarin mensen nog steeds de mensen waren gebaseerd op henzelf en niet op wat ze wel of niet bezitten.
2) "One Rainy Day In May (The Familiar 1)" - Mark Z. Danielewski
Groot was mijn opluchting toen ik op een vrijdag begon aan "One Rainy Day In May", deel 1 in de reeks "The Familiar" van Mark Z. Danielewski, en de zondag erop merkte dat ik al over de helft van dit 840 pagina's tellende boek zat. Mede door zijn creatieve bladvulling raasde ik door dit verhaal, maar ook vooral omdat er effectief een duidelijk en makkelijk leesbaar verhaal in zit. Sommige stukken blijven wel moeilijk te absorberen (het personage Jingjing in Singapore en de bendeleden in Los Angeles wiens dialogen doorspekt zijn met straattaal en Mexicaanse uitdrukkingen). Elk personage heeft wel een unieke stem, die ook op een visuele manier wordt voorgesteld. Met spijt legde ik het boek 's avonds altijd neer, wanneer ik mijn nodige uurtjes slaap niet langer kon negeren.

1) "The Handmaid's Tale" - Margaret Atwood
Geen idee waar het boek over ging; ik verwachtte een verhaal eind 19e eeuw, of begin 20e. Iets "Downton Abbey"-achtig. Wat maakte dat elke pagina me verraste. Dit verhaal speelt zich af in een alternatieve wereld, maar we leren pas heel langzaam wat de verschillen zijn en hoe die er zijn gekomen, hoewel we nooit echt alles te weten komen. De chronologie is door elkaar gehusseld, maar het stoort niet; alles vloeit vlotjes in elkaar over. Elke onthulling vult me met afgrijzen. Dit is een wereld waarin ik niet wil leven, en het feit dat deze personages dat wel moeten doen, maakt me triest. Het boek is tegelijkertijd onschuldig en afschuwelijk. Het is een verhaal dat je doet nadenken over je rol in de wereld, over de betekenis en waarde van liefde, over familiebanden, over de verschillen, gelijkenissen en ongelijkheden tussen mannen en vrouwen, en over hoe je op één manier kan denken maar je wel op een andere manier gedraagt.


Boeken verslonden in december

 
Het vervolg op "The Silent Corner" is veel beter dan dat boek. Waarschijnlijk omdat ik lage verwachtingen had omdat het vorige toch wat tegenviel. Het verhaal draait om FBI-agente Jane Hawk, wiens man vermoord werd door een groepering elitisten die de wereld wil verbeteren door iedereen te vermoorden die de maatschappij in een naar hun mening verkeerde richting zouden sturen. Iets wat me een beetje deed denken aan Hydra's plannen in de superheldenfilm "Captain America: The Winter Soldier". Ze willen 210.000 mensen in totaal doden, 8.400 mensen per jaar, geselecteerd door een speciaal computermodel. Jane zint op wraak en rechtvaardigheid, en gaat achter de boosdoeners aan. In dit deel wordt haar personage pas echt uitgediept. Op een bepaald moment ziet ze een gezin dat het slachtoffer dreigt te worden van een bende. Jane schuift haar eigen queeste opzij en gaat hen achterna. Dit is iets wat Odd Thomas ook zou doen. Maar waar Odd nog een vredelievende oplossing voor de problemen zou zoeken, is Jane dodelijk. Ze is harder dan Odd, meedogenlozer, en zeker ook brutaler. Maar ook die dingen maken haar menselijker, en ik vond het een stuk fijner om over haar te lezen dan bij het vorige boek.

Ik had al van "Dolores Claiborne" gehoord maar ik had nog nooit het boek gelezen of de film gezien. Ik wist dus totaal niet wat te verwachten. En zo blijkt dit boek weer eens te bewijzen dat de creaties van Stephen King ofwel geweldig ofwel erbarmelijk slecht zijn. Een tussenmaat zit er precies niet in. Dit boek is één doorlopende tekst, niet verdeeld in hoofdstukken of andere segmenten. Het hoofdpersonage Dolores is de hele tijd aan het woord, een ik-persoon die soms andere mensen aanspreekt (ze geeft een getuigenis in een politiekantoor) maar hun deel van het gesprek hoor je nooit. Dit maakt het boek vermoeiend, je hebt geen vaste ankers waar je makkelijk kunt pauzeren tussen de leesperiodes door. Dolores blijft maar gaan en gaan. Ook inhoudelijk is het boek slaapverwekkend. Een derde van het boek gepasseerd, kwam er eindelijk een interessante gebeurtenis: Dolores die van haar echtgenoot wil vluchten samen met de kinderen, hun geld van de bank wil halen, en dan ontdekt dat haar man de rekeningen al heeft geplunderd. Met deze scène start een interessant deel van het boek, waarbij je eindelijk wat sympathie voelt voor Dolores. Het einde is dan weer net zo langdradig als het eerste stuk. De structuur van het boek is natuurlijk intentioneel zo gemaakt, spijtig genoeg werkt het niet voor mij persoonlijk.


donderdag 14 december 2017

De Val

Smokey Joe’s Photo from upenn.edu
Trudy reikt in de binnenzak van haar jas. “Ik heb iets voor je, bro.”

Walter zet zijn bierglas naast haar cola op de toog. Hij draait zich naar haar. De houten poten van de barkruk slaken een kermend protest.

Ze haalt haar verrassing boven. Een geketende zon pendelt tussen hen in.

“Pa’s zakhorloge? Hoe kom je daar aan?”

Trudy grijnst triomfantelijk. “Gegrist uit de kist. Ik wist dat mijn grote broer het zich zou beklagen dat hij geen herinnering aan papa overhield.”

“Trudy, dat meen je niet. Heb je die echt van hem gestolen?”

“Is het echt stelen, Wally? Beschouw het als een erfenis. Als papa langer had geleefd, zou hij het je zelf hebben gegeven. Zijn tijd was te snel op. Hier, neem aan.”

De massa cafégangers in Smokey Joe’s splijt open en baart een zwalpende figuur. Hij steekt zijn lange, sluikse haar achter zijn oren. Veegt handen af aan zijn Led Zeppelin T-shirt. Houdt onstabiel halt om de Bikkels in zich op te nemen. Overtuigd dat Walter en Trudy echte mensen zijn en geen waanvoorstellingen, strompelt hij naar hen toe. Zijn trillende ogen slagen er nauwelijks in het horloge, nog bengelend aan Trudy’s vingers, te vangen.

“Makker, je hebt de tijd opgesloten in een gouden kooi. Hoe slecht is dat?”

Zijn hand zwemt zigzaggend naar het horloge. Adem als ansjovis op een brandende radiator wikkelt zich rond Walter en Trudy.

“Komaan jongen, rot op. We zijn niet in de stemming voor grapjes.” Walter tikt de hand weg. Trudy hapt naar adem en laat het horloge vallen als de hand op haar dijbeen landt.

“Oh, fluwelen streling van wellust,” zegt de kerel. “Nog beter.” Zijn hand klimt langzaam omhoog. Vingertoppen naderen de zoom van Trudy’s minirok.

“Hé, hou op!” Trudy mept in zijn gezicht.

Walter grijpt zijn bovenarm. “Blijf van mijn zus!”

“Laat me toch, makker. Één kleine kus kan geen kwaad.”

Hij probeert zich los te rukken uit Walters greep. Zet een pas vooruit. Walter trekt hem terug. Zijn voet landt op het horloge. Scherp gekraak. Hij lacht, ogen weer half gesloten. “Ha, de tijd staat nu stil. We blijven eeuwig leven, makkers!”

Walters vingers veranderen in een bankschroef. De kerel spuwt een pijnkreet uit, ogen een fractie helderder. “Auw! Laat me los!”
 
Walter gooit de arm van zich af en gromt, “Pa’s horloge. Je hebt het stuk gemaakt.”

“Wat kijk je naar mij, makker? Zij heeft het laten vallen, ik niet.” Hij wendt zich tot Trudy. “Geeft niet, schatje. Liefde is belangrijker dan het materiële. Krijg ik nu die kus?”

Walter grijpt de kraag van het Led Zeppelin T-shirt en trekt de kerel van Trudy weg. Scheurend textiel overstemt de muziek in het café.

“Mijn T-shirt! Wie denk je wel dat je bent, vetzak!”

“Rustig,” zegt Trudy. “Dat T-shirt is toch maar iets materieels?”

“Kutwijf!” Hij neemt Walters glas en gooit het bier in haar gezicht.

Verstard houdt Trudy haar handen omhoog. Dan slaat ze hem een tweede keer, nu met volle vuist. Hij wankelt en botst tegen Walter. De poten van de barkruk geven hun lange strijd op en versplinteren. Walter stuikt achterover, slaat zijn armen rond de kerel en trekt hem met zich mee. Ze maken een kwartslag in hun val en donderen op de grond. Met een ziekmakende bonk valt de kerel met zijn hoofd tegen de voetsteun van de bar. Met open mond, ogen gesloten, blijft hij onder Walter liggen.

Druipende Trudy helpt Walter rechtstaan. “Fuck, wat heb je gedaan?”

“Ik kon er niks aan doen,” zegt Walter. “Hij deed het zelf.”

Trudy raapt het gebroken horloge op. Het verdwijnt in haar jaszak. Ze neemt Walter bij zijn schouders en duwt hem naar de uitgang, weg van de halve cirkel fluisterende en wijzende cafégangers. “Rol je kont naar buiten, Wally. Rennen!”


(Dit verhaal is het resultaat van een schrijfopdracht voor de richting Literaire Creatie aan de Genkse Academie voor Muziek, Woord & Dans, gegeven door Kaat Vrancken.
Foto van Smokey Joe's © upenn.edu)