woensdag 13 maart 2019

De Pastaprins


Ze is een chirurg met haar vork en lepel. Ze is een balletdanseres die pirouettes draait in haar bord. Haar vork glipt sierlijk en snel in en uit haar mond. Hij knippert en  het precieze moment waarop het voedsel haar lippen passeert, is al voorbij. Als een illusionist laat ze de spaghetti van haar vork verdwijnen. Al even snel tovert ze de volgende lading tevoorschijn.

Zelf heeft Peter nog geen enkele hap genomen. Zijn maag knort maar niet van honger. De drukte in het restaurant overstemt de klaagzang van zijn spijsverteringsstelsel samengeknepen door een strop van zenuwen.

Waarom heeft hij toch gelogen?

En waarom heeft hij voorgesteld naar dit Italiaans restaurant te komen? Ja, hun tafel staat op het binnenshuis terras van een nagebouwde piazza, langs de voorgevel van een Florentische villa die de keuken aan het zicht verbergt. Bustes, vazen, een fontein met vissen, weelderige bougainville, alles om het plaatje compleet te maken. Een ideale locatie voor een eerste date. Maar nu heeft hij traditiegetrouw alleen een vork en lepel gekregen om zijn spaghetti te eten, en hij weet niet hoe eraan te beginnen.

Hij port met zijn vork in de pasta, roert wat stukken gehakt in het rond met zijn lepel. Drinkt van de witte wijn.

Wat alles nog erger maakt, is dat hij zijn portefeuille is vergeten. Hij moet haar laten betalen. En als hij niet snel leert spaghetti zonder mes te eten, draait dit des te meer op een grandioze verspilling uit.

Het is allemaal een kwestie van rotatie. Slierten opscheppen, vorkpunten in de lepel, de slierten opdraaien, dan vork in de mond en hopen dat er onderweg niets loskomt.

Maar fijne motoriek is nooit zijn sterkste punt geweest. En leugens spinnen al evenmin.

“Hoe lang ben je al terug single?” vraagt Elly.

De vork in zijn linkerhand trilt.

“Oh, een jaar ongeveer,” liegt hij. “Ik wou niet meteen iets nieuws starten. Eerst wat tijd voor mezelf, alles op een rijtje zetten. Jij?”

“Ik heb mijn laatste vriend drie maanden geleden eruit gegooid,” zegt ze. “Zodra ik te weten kwam dat hij zijn verloofde met mij bedroog.”

De lepel valt uit zijn rechterhand en klingelt tegen de rand van het bord.

“Alles oké?” vraagt ze.

“Wat een rotzak,” zegt hij. “Van zoiets word ik ook woest. Zulke kerels verknoeien het voor ons goeie gasten.”

Ze lacht. “Ben jij dan een goeie gast?”

Peter haalt zijn schouders op, durft haar niet aan te kijken.

“Zeker dat je oké bent? Je eet zo weinig.”

Hij grijpt zijn kans. “Ik voel me niet zo goed, nee. Misschien moet ik even naar het toilet.”

Hij legt zijn bestek neer en staat recht. In de gang neemt hij zijn jas en loopt het restaurant uit. Kristien zal blij zijn te horen dat zijn extra avondvergadering toch niet doorgaat.



(Dit is het resultaat van een opdracht voor de opleiding Literaire Creatie aan de Genkse Academie voor Muziek, Woord & Dans, gegeven door Kaat Vrancken. Opdracht was een verhaal te schrijven over een willekeurig getrokken situatie, waarbij je een willekeurig getrokken voorwerp gebruikt als extra bevestiging van de situatie.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten