dinsdag 31 december 2019
Mijn top tien van 2019
10. "The Institute" - Stephen King is een meeslepend boek waarin ik me volledig kon verliezen. Over de vraag: heiligt het doel de middelen? Is het waard een paar mensenlevens op te offeren om er een heleboel mee te redden? Maar kun je ook zeker zijn dat die offers het gewenste resultaat zouden hebben?
9. "All Our Wrong Todays" - Elan Mastai leest als "De Avonturen van Brian Greene".Het hoofdpersonage vertelt rechtstreeks aan de lezer een (in zijn ogen) waargebeurd verhaal over tijdreizen en teleportatie. We krijgen bijna een essay in non-fictie stijl over de wetenschappelijke kant.
8. "Zonder Liefde" - Stefan Brijs is niet zo slecht als de reviews in kranten en tijdschriften schrijven. Zoek je een persoonlijk verhaal over een zoektocht naar liefde in een doolhof van lust, verlangen, begeerte en vriendschap, dan is dit het boek voor jou.
7. "Eleanor Oliphant is completely fine" - Gail Honeyman past niet thuis bij de young adults. Het hoofdpersonage is 31, en er is meer aan de hand dan prille jeugdliefdes. Een liefdesverhaal is het ook niet, ook al is Eleanor heel hard op zoek naar haar droomprins. Ze is misschien te beschrijven als de vrouwelijke versie van Don Tillman, het hoofdpersonage uit de “Rosie”-boeken van Graeme Simsion. Maar ook dat dekt de lading niet. Ze heeft wat elementen van Miranda Hart, en humor is een groot deel van het boek, maar zo ook tragedie.
6. "Bridge of Clay" - Markus Zusak kreeg van mij 5 sterren en een toenmalige eerste plaats in mijn top tien van 2019, maar is toch moeten zakken naar deze vijfde plaats, omdat grote stukken van het verhaal toch net te zweverig waren om stevig op een podium te kunnen staan.
5. "De Goede Zoon" - Rob van Essen heeft me aangenaam verrast. Een intrigerend levensverhaal ingepakt in een semi-science-fiction setting met thema's als identiteit, de dood, seks, en de waarde van kunst.
4. "A Cornish Inheritance" - Terri Nixon is haar beste boek tot nu toe. Ik schrijf dat precies altijd bij haar nieuwe boeken. Terri overtreft zichzelf met dit nieuwe verhaal, nog mooier dan "The Penhaligon Saga". Ze transporteert de lezer niet naar het verleden. Nee, ze brengt het verleden naar ons. Ze kiest die plaats en periode in de geschiedenis en beschrijft ze zo gedetailleerd, ze brengt de personages zo energiek tot leven, dat ze tot in het heden exploderen op de pagina's, in een fictief verhaal dat net zo goed waargebeurd kon zijn.
3. "Reservoir 13" - Jon McGregor is even wennen. Dertien jaar lang volgen we de dagelijkse gang van zaken in een dorpje na de verdwijning van een 13-jarig meisje, een jaar per hoofdstuk. Het boek begint met die verdwijning, en daarna volgt heel snel en kort samenvattend alles wat er in het dorp gebeurd. En ik bedoel ook alles. Van het kleinste stomste ding tot de grootste verandering. Het is moeilijk om de belangrijke van de te verwaarlozen details te scheiden. Soms lijkt niets ertoe te doen. Maar in literatuur bestaat geen toeval, dus alles is belangrijk, is het niet voor het verhaal dan is het omwille van de symboliek.
2. "Zomerlicht, en dan komt de nacht" - Jón Kalman Stefánsson is een indrukwekkende verzameling korte verhalen die het leven in een IJslands dorp verweven. Het concept doet me wat denken aan "Reservoir 13" van Jon McGregor, maar het is minder uitgebreid zowel in personages als in allerhande verwijzingen naar de natuur. Het is een boek over het leven, over de liefde en/of lust die we tijdens dat leven kunnen ervaren, en over sterven. Over onze eigen kleine, individuele plaats in het grote universum. Het boek is soms grappig, vaak pornografisch, af en toe rauw, maar ook geheimzinnig.
1. "Een Ongewoon Huwelijk" - Tayari Jones is het klassieke "Pearl Harbor" verhaal: vrouw wiens man er niet meer is, begint relatie met andere man, tot plots de eerste man terug opduikt. Ja, wat doe je dan? Het is een verhaal waarbij geen enkel einde goed is, want in elk scenario heb je wel een verliezer. Het verhaal is daardoor intrigerend, en de thematiek sprak me enorm aan, ik identificeerde me fel met hoofdpersonage Roy. Ik heb dit boek met plezier twee keer gelezen, en ik zou het best nog een derde keer willen lezen. Ieder boek die me dat gevoel geeft, verdient het op de eerste plaats van een top tien te staan.
Labels:
Elan Mastai,
Gail Honeyman,
Jón Kalman Stefánsson,
Jon McGregor,
Literaliefde,
Markus Zusak,
Rob van Essen,
Stefan Brijs,
Stephen King,
Tayari Jones,
Terri Nixon,
top tien
maandag 30 december 2019
Boeken verslonden in december
"Zonder Liefde" van Stefan Brijs is niet zo slecht als de reviews in kranten en tijdschriften schrijven. Zoek je een persoonlijk verhaal over een zoektocht naar liefde in een doolhof van lust, verlangen, begeerte en vriendschap, dan is dit het boek voor jou.
"De Goede Zoon" van Rob van Essen heeft me aangenaam verrast. Een intrigerend levensverhaal ingepakt in een semi-science-fiction setting met thema's als identiteit, de dood, seks, en de waarde van kunst.
"A Cornish Inheritance" van Terri Nixon is het eerste deel van een nieuwe reeks waar ze zichzelf nu al overtreft. Een kleinere cast maakt het verhaal makkelijker te volgen dan "The Penhaligon Saga". Terri brengt het verleden terug tot leven in een verhaal dat een veel betere cover verdient dan die van een zoetsappige stationroman.
zondag 29 december 2019
Review "A Cornish Inheritance" - Terri Nixon
* * * * *
Na haar "Penhaligon Saga" brengt Terri Nixon ons het eerste deel van haar nieuwe project "The Fox Bay Saga". Het verhaal begint met een duidelijke setting zowel in tijd als locatie: Bristol, 1920. "A Cornish Inheritance" start met Helen Fox, vrouw van Harry Fox, die ontdekt dat haar man geen affaire heeft zoals verwacht, maar door slechte investeringen het familiefortuin heeft verkwanseld, mede door toedoen van zijn vriend en zakenpartner Adam (het was trouwens Adams vrouw die ze verdacht van de affaire). Harry heeft echter nog een aandeel in het hotel van zijn moeder. Helen neemt haar drie kinderen naar Cornwall, waar ze een nieuw leven start.
Ik weet niet hoe Terri het doet. Ze transporteert de lezer niet naar het verleden. Nee, ze brengt het verleden naar ons. Ze kiest die plaats en periode in de geschiedenis en beschrijft ze zo gedetailleerd, ze brengt de personages zo energiek tot leven, dat ze tot in het heden exploderen op de pagina's, in een fictief verhaal dat net zo goed waargebeurd kon zijn.
Terri overtreft zichzelf met dit nieuwe verhaal, nog mooier dan over de familie Penhaligon. Misschien omdat het aantal personages compacter is, overzichtelijker. Helens oudste dochter Roberta doet ons hart een slag overslaan. Leah, Helens vriendin, is een fantastisch personage als de koningin der vermommingen. Het is spannend om gaandeweg te ontdekken of Helen inderdaad het leven dat ze verloren heeft, kan heropbouwen.
dinsdag 17 december 2019
Review "De Goede Zoon" - Rob van Essen
* * * * *
In januari bespreekt de leesclub van de bibliotheek van Genk "De Goede Zoon" van Rob van Essen. Mijn docente Creatief Schrijven kondigde dit boek voorzichtig aan. Ik verwachtte iets heel experimenteels en onsamenhangends, maar ik werd blij verrast met een gelaagd verhaal waarbij ik zelfs vergat om dingen op te schrijven.
Het verhaal wordt verteld door een ik-persoon. We springen wat heen en weer in de tijd. Het heeft een hoog roadtrip-gehalte. Ik voelde me in ieder geval verbonden met hem. Hij is een zestiger als hij zijn levensverhaal vertelt, hoe hij is gekomen waar hij nu staat en wat er nog voor hem in het verschiet ligt is een groot mysterie dat we samen met hem proberen te ontdekken.
Het verhaal speelt zich af in een toekomst, waarvan de verteller zelf zegt dat het een verzonnen toekomst is, om privacyredenen, om afstand te creëren met de échte mensen waarop de personages in zijn verhaal gebaseerd zijn. Maar meteen daarna zegt hij dat hij dat misschien net verzint. Als lezer weet je het dus niet meer. Is het nu echt of niet? Wanneer speelt het verhaal zich nu precies af?
Er staan inderdaad wel wat rare dingen in zoals mijn docente waarschuwde. In de eerste plaats denk ik dan aan een zelfrijdende auto die zijn passagier seksueel bevredigt. Het voorgaande in gedachten houdend, is deze scène één groot verzinsel van de verteller. Seks is wel een groot thema in het boek. Maar het is ook heel grappig. Zo gluren archiefmedewerkers door de smalle ramen van hun gebouw naar een studentenkot aan de overkant, waar ze de verschillende kamers aanduiden met schaakbordcoördinaten wanneer een bewoonster zich aan- of uitkleed, tot hun ploegbaas opeens opduikt achter één van de ramen en zich tegoed doet aan één van de studentes.
Op een bepaald moment laat het hoofdpersonage opeens een tweede stem opdraven die een discussie met hem aangaat, als een soort fictieve lezer. Zijn opmerkingen bij de start van het boek, over een bijna-ruzie in een supermarkt met iemand die vroegtijdig al koopwaar op de kassaband zet, zijn absurd hilarisch, omdat het ook eigenlijk best herkenbaar is.
Het hele boek is in feite een aanleiding naar het hoofdstuk waarin het hoofdpersonage vertelt over de laatste levensjaren van zijn moeder tot uiteindelijk de dag dat ze sterft. Een zeer aangrijpende scène waarbij je jezelf afvraagt op welke manier je zelf in die situatie zou reageren. De dood is dus een ander groot thema. Identiteit speelt een grote rol, in combinatie met herinneringen en het eigen geheugen. Wie ben je nog als je je niets meer herinnert? Artificiële intelligentie komt ook aan bod. De functie van kunst. Over vrije wil versus gebeurtenissen die anderen buiten je weten om veroorzaken of voorkomen.
Rob van Essen heeft met dit boek de Libris Literatuur Prijs en €50.000 gewonnen. Een verdienstelijke overwinning dat hem zeker gegund is, en wat ontluikende schrijvers een streefdoel kan geven om hun eigen verhalen van een even hoog niveau te maken.
In januari bespreekt de leesclub van de bibliotheek van Genk "De Goede Zoon" van Rob van Essen. Mijn docente Creatief Schrijven kondigde dit boek voorzichtig aan. Ik verwachtte iets heel experimenteels en onsamenhangends, maar ik werd blij verrast met een gelaagd verhaal waarbij ik zelfs vergat om dingen op te schrijven.
Het verhaal wordt verteld door een ik-persoon. We springen wat heen en weer in de tijd. Het heeft een hoog roadtrip-gehalte. Ik voelde me in ieder geval verbonden met hem. Hij is een zestiger als hij zijn levensverhaal vertelt, hoe hij is gekomen waar hij nu staat en wat er nog voor hem in het verschiet ligt is een groot mysterie dat we samen met hem proberen te ontdekken.
Het verhaal speelt zich af in een toekomst, waarvan de verteller zelf zegt dat het een verzonnen toekomst is, om privacyredenen, om afstand te creëren met de échte mensen waarop de personages in zijn verhaal gebaseerd zijn. Maar meteen daarna zegt hij dat hij dat misschien net verzint. Als lezer weet je het dus niet meer. Is het nu echt of niet? Wanneer speelt het verhaal zich nu precies af?
Er staan inderdaad wel wat rare dingen in zoals mijn docente waarschuwde. In de eerste plaats denk ik dan aan een zelfrijdende auto die zijn passagier seksueel bevredigt. Het voorgaande in gedachten houdend, is deze scène één groot verzinsel van de verteller. Seks is wel een groot thema in het boek. Maar het is ook heel grappig. Zo gluren archiefmedewerkers door de smalle ramen van hun gebouw naar een studentenkot aan de overkant, waar ze de verschillende kamers aanduiden met schaakbordcoördinaten wanneer een bewoonster zich aan- of uitkleed, tot hun ploegbaas opeens opduikt achter één van de ramen en zich tegoed doet aan één van de studentes.
Op een bepaald moment laat het hoofdpersonage opeens een tweede stem opdraven die een discussie met hem aangaat, als een soort fictieve lezer. Zijn opmerkingen bij de start van het boek, over een bijna-ruzie in een supermarkt met iemand die vroegtijdig al koopwaar op de kassaband zet, zijn absurd hilarisch, omdat het ook eigenlijk best herkenbaar is.
Het hele boek is in feite een aanleiding naar het hoofdstuk waarin het hoofdpersonage vertelt over de laatste levensjaren van zijn moeder tot uiteindelijk de dag dat ze sterft. Een zeer aangrijpende scène waarbij je jezelf afvraagt op welke manier je zelf in die situatie zou reageren. De dood is dus een ander groot thema. Identiteit speelt een grote rol, in combinatie met herinneringen en het eigen geheugen. Wie ben je nog als je je niets meer herinnert? Artificiële intelligentie komt ook aan bod. De functie van kunst. Over vrije wil versus gebeurtenissen die anderen buiten je weten om veroorzaken of voorkomen.
Rob van Essen heeft met dit boek de Libris Literatuur Prijs en €50.000 gewonnen. Een verdienstelijke overwinning dat hem zeker gegund is, en wat ontluikende schrijvers een streefdoel kan geven om hun eigen verhalen van een even hoog niveau te maken.
zondag 8 december 2019
Review "Zonder Liefde" - Stefan Brijs
* * * * *
"Zonder Liefde" is het tweede boek van Stefan Brijs dat ik lees. Na "De Engelenmaker" is dit een simpel verhaal, zonder ingenieus plot. Maar dat hoeft ook niet, wanneer de personages het verhaal uitmaken. Ik moet toegeven dat ik er eerst niet veel in zag, ook al was het niet echt slecht, maar gaandeweg kwam ik volledig in het verhaal.
Na een onverwachte scheiding gaat Paul opnieuw op zoek naar de liefde. Zo probeert hij het verschil te zoeken tussen lust, begeerte, verlangen, en gewone vriendschappen tussen mannen en vrouwen. Zo leert hij in het eerste hoofdstuk Ava kennen, over wie hij regelmatig fantaseert maar bij wie hij al snel in de friend zone terecht komt. Ava is op zoek naar passie, terwijl Paul meer naar gedeelde interesses kijkt, liefst op een hoog intellectueel en cultureel niveau.
Hij beschermt zichzelf door niet toe te geven dat hij verliefd is op Ava, plaatst een contactadvertentie en heeft een paar afspraakjes. De kandidates voldoen niet aan zijn verwachtingen, maar zijn nood aan fysiek contact houdt hen aan het lijntje, wat natuurlijk slecht afloopt. Paul is heel bang hoe de wereld hem ziet, hij durft niet eerlijk te zijn uit schrik anderen te kwetsen, maar heeft niet door dat dit hem net onsympathiek maakt. Uiteindelijk is hij een man die niet wil dat de geschiedenis en de ellende met zijn ex zich herhaalt, die wil vermijden dezelfde fouten te maken, maar daardoor net nieuwe fouten maakt en iedereen van zich afstoot.
Dit is inderdaad een boek zonder liefde, maar vol met alle andere zaken die vaak verkeerdelijk als liefde worden beschouwd.
"Zonder Liefde" is het tweede boek van Stefan Brijs dat ik lees. Na "De Engelenmaker" is dit een simpel verhaal, zonder ingenieus plot. Maar dat hoeft ook niet, wanneer de personages het verhaal uitmaken. Ik moet toegeven dat ik er eerst niet veel in zag, ook al was het niet echt slecht, maar gaandeweg kwam ik volledig in het verhaal.
Na een onverwachte scheiding gaat Paul opnieuw op zoek naar de liefde. Zo probeert hij het verschil te zoeken tussen lust, begeerte, verlangen, en gewone vriendschappen tussen mannen en vrouwen. Zo leert hij in het eerste hoofdstuk Ava kennen, over wie hij regelmatig fantaseert maar bij wie hij al snel in de friend zone terecht komt. Ava is op zoek naar passie, terwijl Paul meer naar gedeelde interesses kijkt, liefst op een hoog intellectueel en cultureel niveau.
Hij beschermt zichzelf door niet toe te geven dat hij verliefd is op Ava, plaatst een contactadvertentie en heeft een paar afspraakjes. De kandidates voldoen niet aan zijn verwachtingen, maar zijn nood aan fysiek contact houdt hen aan het lijntje, wat natuurlijk slecht afloopt. Paul is heel bang hoe de wereld hem ziet, hij durft niet eerlijk te zijn uit schrik anderen te kwetsen, maar heeft niet door dat dit hem net onsympathiek maakt. Uiteindelijk is hij een man die niet wil dat de geschiedenis en de ellende met zijn ex zich herhaalt, die wil vermijden dezelfde fouten te maken, maar daardoor net nieuwe fouten maakt en iedereen van zich afstoot.
Dit is inderdaad een boek zonder liefde, maar vol met alle andere zaken die vaak verkeerdelijk als liefde worden beschouwd.
maandag 2 december 2019
Boeken verslonden in november
Je hebt het misschien al gemerkt: vanaf deze maand splits ik mijn besprekingen op per boek. Ik merkte dat het maandelijks overzicht soms wel heel lang kon zijn, te lang voor de meeste mensen om volledig te lezen. Ik post nog steeds een overzicht op het einde van elke maand, dat dan doorlinkt naar de apart besprekingen.
"Bridge of Clay" van Markus Zusak kreeg van mij 5 sterren en een voorlopig eerste plaats in mijn top tien van 2019. De podiumplaatsen worden misschien nog herbekeken eind december, omdat de boeken in kwestie toch wel heel dicht bij elkaar liggen.
Tussendoor heb ik deze maand nog twee boeken herlezen, "Een Ongewoon Huwelijk" van Tayari Jones voor de les Creatief Schrijven, en "Zomerlicht, en dan komt de nacht" van Jón Kalman Stefánsson voor de leesclub van de bibliotheek van Genk.
Acht jaar na "The Night Circus" verschijnt "The Starless Sea" van Erin Morgenstern. Zo mogelijk zit er nog veel meer magie in dit boek, maar spijtig genoeg is het minder vatbaar. Het is wel een intrigerend verhaal over boeken, verhalen in het algemeen, over een doel zoeken in het leven. Als ik meteen weet dat ik een boek een tweede keer wil lezen, krijgt het 5 sterren van mij.
donderdag 28 november 2019
Review "The Starless Sea" - Erin Morgenstern
* * * * *
Vorig jaar heb ik "The Night Circus" van Erin Morgenstern gelezen, op aanraden van een collega. Het boek blies me van mijn sokken. Ik kon er weinig over vertellen, want het is een verhaal dat je moet ervaren. Het eindigde als nummer twee in mijn top tien. Ik was dan ook heel enthousiast bij het nieuws dat Morgenstern dit jaar een nieuw boek zou uitbrengen, acht jaar na het vorige. En nu is "The Starless Sea" dus te koop.
En ik kan het alleen maar aanraden. Het doet me denken aan "Het Oneindige Verhaal" en "Cloud Atlas". Een verhaal in een verhaal in een verhaal, het hoofdpersonage dat ontdekt dat hij zelf een personage is in een boek dat hij toevallig vindt. Wat ik ook geweldig vind, is de studiebijeenkomst in het begin van het boek over verhaalgedreven computerspellen, een onderwerp waar ik twee jaar geleden zelf een presentatie over heb gegeven tijdens de les Literaire Creatie. Toen wist ik dat dit personages naar mijn hart waren. Nog meer toen ik ontdekte dat het hoofdpersonage ook nog ingedeeld is bij Ravenclaw.
Wat ik ook tof vind, zijn de verwijzingen naar andere boeken zonder hen volledig bij naam en auteur te noemen. Zo herkende ik zonder moeite een beschrijving van "Jonathan Strange & Mr Norrell" van Suzanne Clarke, en dat maakt me trots op mezelf.
Wat me wel stoort zijn de vele deuren in het verhaal. Heel romantisch en magisch in het begin, maar halverwege wordt het wel vermoeiend, en ook opvallend hoe makkelijk het hoofdpersonage de vele gesloten deuren en verborgen ruimtes weet open te krijgen. De deuren doen me wel denken aan "The Drawing of the Three" van Stephen King, het tweede boek in zijn Donkere Toren saga.
Het magische begint echt teveel te worden, het boek te lang, het wordt lastig om alles nog te volgen. Maar net op tijd komt er gelukkig een ommezwaai: de personages zeggen zelf dat ze het einde van het verhaal naderen, en dat einde, hoewel het me allemaal nog steeds niet echt duidelijk is, heeft dezelfde kracht als het begin van het verhaal. Op een bepaald moment dacht ik dat Morgenstern zichzelf als de verteller van het verhaal in het verhaal ging zetten - iets wat Stephen King wél heeft gedaan - maar ze doet het niet. Ik stel me nog steeds veel vragen over de oorsprong van de Starless Sea, dus dit boek zal ik zeker nog een tweede keer lezen.
Vorig jaar heb ik "The Night Circus" van Erin Morgenstern gelezen, op aanraden van een collega. Het boek blies me van mijn sokken. Ik kon er weinig over vertellen, want het is een verhaal dat je moet ervaren. Het eindigde als nummer twee in mijn top tien. Ik was dan ook heel enthousiast bij het nieuws dat Morgenstern dit jaar een nieuw boek zou uitbrengen, acht jaar na het vorige. En nu is "The Starless Sea" dus te koop.
En ik kan het alleen maar aanraden. Het doet me denken aan "Het Oneindige Verhaal" en "Cloud Atlas". Een verhaal in een verhaal in een verhaal, het hoofdpersonage dat ontdekt dat hij zelf een personage is in een boek dat hij toevallig vindt. Wat ik ook geweldig vind, is de studiebijeenkomst in het begin van het boek over verhaalgedreven computerspellen, een onderwerp waar ik twee jaar geleden zelf een presentatie over heb gegeven tijdens de les Literaire Creatie. Toen wist ik dat dit personages naar mijn hart waren. Nog meer toen ik ontdekte dat het hoofdpersonage ook nog ingedeeld is bij Ravenclaw.
Wat ik ook tof vind, zijn de verwijzingen naar andere boeken zonder hen volledig bij naam en auteur te noemen. Zo herkende ik zonder moeite een beschrijving van "Jonathan Strange & Mr Norrell" van Suzanne Clarke, en dat maakt me trots op mezelf.
Wat me wel stoort zijn de vele deuren in het verhaal. Heel romantisch en magisch in het begin, maar halverwege wordt het wel vermoeiend, en ook opvallend hoe makkelijk het hoofdpersonage de vele gesloten deuren en verborgen ruimtes weet open te krijgen. De deuren doen me wel denken aan "The Drawing of the Three" van Stephen King, het tweede boek in zijn Donkere Toren saga.
Het magische begint echt teveel te worden, het boek te lang, het wordt lastig om alles nog te volgen. Maar net op tijd komt er gelukkig een ommezwaai: de personages zeggen zelf dat ze het einde van het verhaal naderen, en dat einde, hoewel het me allemaal nog steeds niet echt duidelijk is, heeft dezelfde kracht als het begin van het verhaal. Op een bepaald moment dacht ik dat Morgenstern zichzelf als de verteller van het verhaal in het verhaal ging zetten - iets wat Stephen King wél heeft gedaan - maar ze doet het niet. Ik stel me nog steeds veel vragen over de oorsprong van de Starless Sea, dus dit boek zal ik zeker nog een tweede keer lezen.
vrijdag 22 november 2019
Review "Nameless" - Dean Koontz
* * * *
In november heeft Dean Koontz zes korte ebooks uitgebracht bij Amazon, over het personage Nameless. Hoewel ze misschien afzonderlijk kunnen gelezen worden, volgen ze wel op elkaar. Maar in elk deel komt wel steeds dezelfde achtergrondinformatie terug.
"In the Heart of the Fire" is het eerste deel. Het las als de proloog van een groter boek. Het is een combinatie van zijn oude verhalen vol bovennatuurlijke elementen, en zijn high concept thrillers. Een melange van Odd Thomas en Jane Hawk. Deze eerste episode intrigeerde me immens. Het is het klassieke verhaal van het gevecht van Goed tegen Kwaad, gestreden door een man speciaal uitgerust om de situatie aan te pakken. Misschien is het slechts een marketingstunt: krijg meer mensen geïnteresseerd in ebooks door een exclusieve reeks uit te brengen door een gegaarde auteur. Koontz heeft het immers al eerder gedaan, digitale kortverhalen uitbrengen vlak voor de release van zijn nieuwe hardcovers. Maar als het verhaal goed is, kan me dat niet veel schelen.
"Photographing the Dead" sprak me minder aan, omdat het personage Nameless hier een partner heeft. De slechterik in het verhaal was niet zo afschuwelijk als die in het eerste deel, meer aan volwassen Roy Borden uit "The Voice of the Night". Ik vond het wel goed hoe Nameless zijn ontstaan in vraag stelt, net zoals wij als lezers. Ik zag hem een beetje als de dubbelganger in "Mr Murder".
"The Praying Mantis Bride" was dan weer beter dan de tweede episode, maar kon nog steeds niet aan het eerste tippen. Wat het goed maakt, is de toevoeging van een bovennatuurlijk element met een deus-ex-machine effect. Deze keer heeft Nameless niet slechts één partner, maar een heel team om de slechterik tegen te houden. Ik vond het beter toen hij nog alleen op pad ging, met alleen Ace om hem van de nodige intel te voorzien.
"Red Rain" is gemiddeld. Ongeveer even goed of slecht als de tweede episode, maar het krijgt van mij een extra ster door het terugkerende visioen dat Nameless heeft. Deze keer staat er zelfs een verantwoording waarom hij een heel team achter zich heeft. Ik begon me af te vragen of Koontz werkelijk gelooft dat er zoveel slechts in de wereld bestaat.
"The Mercy of Snakes" was moeilijk te beoordelen. Het was goed, maar met zoveel tell in plaats van show. Het hele stuk over de zwendel bracht me bijna in slaap. Het terugkerende bovennatuurlijk element vond ik wel goed, vooral hoe het nog een stapje verder ging. Ik hoopte echt op een goede finale.
"Memories of Tomorrow" was inderdaad een geweldige finale. De missie deze keer beneemt maar de helft van het verhaal. De tweede helft gaat over de terugkerende herinneringen van Nameless waar hij iets aan wil doen. Ik vond het spijtig dat het gedaan was, het eindigde zo snel. En ik vraag me af of deze verhalen verbonden gaan zijn aan het nieuwe boek van Koontz, "Devoted", dat in maart 2020 gaat uitkomen.
In november heeft Dean Koontz zes korte ebooks uitgebracht bij Amazon, over het personage Nameless. Hoewel ze misschien afzonderlijk kunnen gelezen worden, volgen ze wel op elkaar. Maar in elk deel komt wel steeds dezelfde achtergrondinformatie terug.
"In the Heart of the Fire" is het eerste deel. Het las als de proloog van een groter boek. Het is een combinatie van zijn oude verhalen vol bovennatuurlijke elementen, en zijn high concept thrillers. Een melange van Odd Thomas en Jane Hawk. Deze eerste episode intrigeerde me immens. Het is het klassieke verhaal van het gevecht van Goed tegen Kwaad, gestreden door een man speciaal uitgerust om de situatie aan te pakken. Misschien is het slechts een marketingstunt: krijg meer mensen geïnteresseerd in ebooks door een exclusieve reeks uit te brengen door een gegaarde auteur. Koontz heeft het immers al eerder gedaan, digitale kortverhalen uitbrengen vlak voor de release van zijn nieuwe hardcovers. Maar als het verhaal goed is, kan me dat niet veel schelen.
"Photographing the Dead" sprak me minder aan, omdat het personage Nameless hier een partner heeft. De slechterik in het verhaal was niet zo afschuwelijk als die in het eerste deel, meer aan volwassen Roy Borden uit "The Voice of the Night". Ik vond het wel goed hoe Nameless zijn ontstaan in vraag stelt, net zoals wij als lezers. Ik zag hem een beetje als de dubbelganger in "Mr Murder".
"The Praying Mantis Bride" was dan weer beter dan de tweede episode, maar kon nog steeds niet aan het eerste tippen. Wat het goed maakt, is de toevoeging van een bovennatuurlijk element met een deus-ex-machine effect. Deze keer heeft Nameless niet slechts één partner, maar een heel team om de slechterik tegen te houden. Ik vond het beter toen hij nog alleen op pad ging, met alleen Ace om hem van de nodige intel te voorzien.
"Red Rain" is gemiddeld. Ongeveer even goed of slecht als de tweede episode, maar het krijgt van mij een extra ster door het terugkerende visioen dat Nameless heeft. Deze keer staat er zelfs een verantwoording waarom hij een heel team achter zich heeft. Ik begon me af te vragen of Koontz werkelijk gelooft dat er zoveel slechts in de wereld bestaat.
"The Mercy of Snakes" was moeilijk te beoordelen. Het was goed, maar met zoveel tell in plaats van show. Het hele stuk over de zwendel bracht me bijna in slaap. Het terugkerende bovennatuurlijk element vond ik wel goed, vooral hoe het nog een stapje verder ging. Ik hoopte echt op een goede finale.
"Memories of Tomorrow" was inderdaad een geweldige finale. De missie deze keer beneemt maar de helft van het verhaal. De tweede helft gaat over de terugkerende herinneringen van Nameless waar hij iets aan wil doen. Ik vond het spijtig dat het gedaan was, het eindigde zo snel. En ik vraag me af of deze verhalen verbonden gaan zijn aan het nieuwe boek van Koontz, "Devoted", dat in maart 2020 gaat uitkomen.
woensdag 20 november 2019
Review "Bridge of Clay" - Markus Zusak
* * * * *
Soms lees ik een boek waarvan ik meteen denk, "Waarom lezen we dit niet voor de leesclub of de les Creatief Schrijven?" Pareltjes van verhalen waarbij de pagina's voorbij vliegen, personages die je in vlees en bloed voor je ziet, aangrijpende gebeurtenissen die je laten lachen of huilen.
Ik had hoge verwachtingen voor "Bridge of Clay" van Markus Zusak. Zijn debuut "The Book Thief", ook al verfilmd, kent iedereen wel. Zijn volgende boek, "I Am The Messenger", compleet anders maar een einde dat me omver blies. En nu dus het verhaal van de bruggenbouwer. Het verhaal van de familie Dunbar. Vijf zonen, hun moeder gestorven, hun vervreemde vader weduwnaar nadat zijn eerste huwelijk in een scheiding eindigde. Hun dynamiek, hun eigenaardigheden, hun passies en liefdes.
Vanuit technisch perspectief is het even wennen. Het verhaal wordt verteld door de oudste broer, Matthew Dunbar. Een personage in het verhaal, maar tegelijkertijd een alwetend verteller die alle details over alle andere personages kent. Ik vind het altijd indrukwekkend als een succesvol auteur de regels van het schrijven aan z'n laars lapt. Zoals verwacht is er op het einde een verklaring voor, maar ik vind het wat goedkoop. Het hele einde is wat zweverig; een stijl die wel doorheen het hele boek zichtbaar is maar daar toch wat te ver gaat. Gelukkig krijgt de clou van het verhaal, lang voorspelbaar, toch nog een laatste twist.
Ik vond het geweldig om over de broers te lezen, over de geschiedenis van hun ouders, over de paardenraces. Er zit heel veel in dit boek, terugkerende symbolen, uitgebreide thematiek. Dit boek is een tweede lezing waard, en een bespreking met andere liefhebbers ook.
donderdag 31 oktober 2019
Boeken verslonden in oktober
Als er een nieuw boek van Stephen King uitkomt, twijfel ik altijd of ik hem zou lezen of niet. Niet al zijn boeken zijn goed. Soms vind ik ze zelfs tegenvallen. Zijn boeken zijn vaak heel groots opgevat. Meestal veel personages, maar hij slaagt er wel in om bijvoorbeeld een compleet fictief dorp volledig tot leven te brengen. Ik ben hem eigenlijk pas beginnen appreciëren door de boeken die hij na zijn ongeluk op 19 juni 1999 heeft geschreven. En dan nog vallen sommige boeken wel in de smaak en anderen niet, alsof er geen grijze zone is wat zijn verhalen betreft.
"The Institute" is daar een uitzondering op. Al zeventig jaar lang worden kinderen met telepathische of telekinetische gaven ontvoerd om vanuit een gevangenis mensen te stoppen die de wereld om zeep zouden kunnen helpen, meestal politici. Één kind weet eindelijk te ontsnappen, en daar draait heel het verhaal rond.
Het is een meeslepend boek waarin ik me volledig kon verliezen, maar sommige elementen steken toch tegen. Zo heeft King nog steeds de gewoonte om na een stuk dialoog een extra regel te schrijven waarin hij uitlegt op welke manier het personage in kwestie bepaalde woorden uitspreekt. Iemand in South Carolina klinkt immers anders dan iemand uit Maine. Maar is het echt nodig ons daar om de haverklap aan te herinneren? Een ander probleem is dat ik King hier en daar betrapte een steek te laten vallen wat betreft vertelperspectief. Zo staan er soms in een hoofdstuk verteld vanuit een bepaald personage dingen die dat personage niet kan weten, en verandert hij dus het perspectief in een alwetende verteller die boven alle personages staat, terwijl hij voor de rest meestal net heel dicht bij de personages staat.
Wat het verhaal betreft, dat deed me soms wel denken aan de kinderen uit "IT", en aan de gevangenis in "The Dark Tower" waar mensen met psychische gaven gedwongen werden de Beam te vernietigen. King's boodschap in "The Institute" is: heiligt het doel de middelen? Is het waard een paar mensenlevens op te offeren om er een heleboel mee te redden? Maar kun je ook zeker zijn dat die offers het gewenste resultaat zouden hebben? Ook in dit boek worden offers gebracht waarvan ik twijfelde of ze echt nodig waren.
Dus waarom geef ik het boek vier sterren in plaats van drie? Omwille van de innemende personages, het hele mysterie, en de briljante kunst van het verhalen vertellen. Want soms moet je niet zo op de technische details letten, en gewoon van het goede verhaal genieten.
Terri Nixon heeft een prequel geschreven die aan haar Lynher Mill trilogie vooraf gaat. Die trilogie vind ik het minste van wat ze ondertussen allemaal geschreven heeft. Het is een genre wat ik rural fantasy zou noemen: het gaat over magische wezens die in de bossen, op de heide en aan de kust van Cornwall in Engeland wonen. De plaatselijke legendes staan waarschijnlijk vol van die wezens, maar als buitenlander is het moeilijk er iets concreets bij voor te stellen. Er zijn ook veel personages, soms moeilijk van elkaar te differentiëren, wat het geheel redelijk chaotisch maakt.
"The Unquiet Dawn" is echter een stuk beter, en je merkt dat Nixon gegroeid is als schrijfster. De opzet van dit boek is dat ze de personages uit de Lynher Mill trilogie wil samenbrengen met de voorouders van de personages uit de Penhaligon Saga. Haar eigen favoriete personage Jacky Greencoat, een zogenaamde spriggan (kobold-achtig wezen) komt er ook in voor.
Er zijn minder mooie zinnen dan de Penhaligon Saga heeft, de personages zijn minder innemend, maar gaandeweg geraak je als lezer ook bij hen betrokken. Ik denk dat als ik nu de Lynher Mill trilogie zou herlezen, ik die boeken een pak beter zou appreciëren. Wat ik vooral geweldig vind, is het einde, met een twist betreffende één van de personages die al het voorgaande de moeite waard maakt.
"Cardinal Black" van Robert McCammon is het zevende boek over probleemoplosser Matthew Corbett, een soort privédetective die rond het jaar 1700 een paar vreemde zaken in zijn inbox krijgt. Het boek was in het begin wat moeilijk te volgen, omdat ik me niet goed herinnerde wat er in de voorgaande boeken precies weer gebeurd is.
Corbett is op missie gestuurd door zijn rivaal professor Fell, die Corbetts geliefde gevangen houdt. Corbett gaat met een handlanger van Fell eropuit om een boek met toverdranken te bemachtigen. Zo stuiten ze op twee andere rivalen van Fell, een vice-admiraal genaamd Lash, en diens partner Cardinal Black. Zij organiseren een veiling van het boek in kwestie, dat ze willen verkopen in ruil voor de plannen van een vliegend oorlogsschip.
Het is een verhaal over de strijd tussen goed en slecht, maar vooral over hoe goede mensen ook slechte dingen kunnen doen en vice versa. Over keuzes maken, over offers brengen, over moraliteit.
McCammon schrijft echter niet zonder fouten. Vooral zijn woordkeuze laat soms te wensen over. In het begin van het boek doet hij te hard zijn best om lyrisch over te komen. Spijtig genoeg werken zijn pogingen niet. Hij herhaalt ook woorden, misschien omdat hij het grappig vindt, en het resultaat komt inderdaad lachwekkend over, maar niet op de gewenste manier vrees ik.
Dit laat niet weg dat, eens je even in het verhaal zit, de betrokkenheid met de personages best hoog is. Hier en daar staan ook tekeningen in het boek, die een bepaalde scène tot in alle grafische details schetsen. Sommige scènes zijn best gruwelijk. De vorige boeken bevatten veel meer humor. Het verhaal heeft wel een groot avontuur- en actiegehalte, en deed me hier en daar wat denken aan "The Hateful Eight" van Tarantino.
En de serie is nog steeds niet gedaan. Met een open einde en een duidelijke belofte van wat er nog komt, kijk ik zeker uit naar het volgende deel, dat volgens mij best wel eens de afsluiter zou kunnen worden.
maandag 30 september 2019
Boeken verslonden in september
Vorig jaar zag ik hem staan in de Standaard Boekhandel: “Eleanor Oliphant is completely fine”.
Ja, met zo’n titel weet je al dat het niet waar gaat zijn. Dus wat is er aan de
hand met Eleanor Oliphant? Ik wou het dolgraag weten. Maar het heeft een tijdje
geduurd voor ik het ontdekte. Gekocht met de boekenbon die ik van mijn oude
collega’s kreeg toen ik van job wisselde, lag hij al een tijdje klaar. En nu
was het tijd.
Het boek past niet thuis bij de young
adults. Het hoofdpersonage is 31, en er is meer aan de hand dan prille
jeugdliefdes. Een liefdesverhaal is het ook niet, ook al is Eleanor heel hard
op zoek naar haar droomprins. Ze is misschien te beschrijven als de vrouwelijke
versie van Don Tillman, het hoofdpersonage uit de “Rosie”-boeken van Graeme Simsion. Maar ook dat dekt de lading niet.
Ze heeft wat elementen van Miranda Hart, en humor is een groot deel van het
boek, maar zo ook tragedie.
Je voelt al snel dat het verleden van Eleanor gevuld is met rampspoed.
Een jeugdtrauma vormt de rest van haar leven. Ze praat over zichzelf in meervoud,
dus je weet dat er nog iemand anders bij was. Haar moeder is een enigmatisch
figuur, en ik had mijn vermoedens over haar rol. ‘Onvoorspelbaar’ volgens Jojo Moyes op de cover. Niet echt dus. Maar
nog steeds een goed geschreven en bevredigend einde. Debuterend boek van het
jaar volgens de British en ook Costa Book Awards. Groot gelijk: het prijkt nu bovenaan
mijn top tien van 2019 met vijf welverdiende sterren!
Een hele tijd geleden stond de conciërge op mijn vorige job op de markt
van Geel met tweedehands boeken. Uit wat nog resteerde na die dag, koos ik
enkele titels uit. “De Zwarte Engel”
van Erica Spindler leek me nog wel iets, een teruggreep naar mijn periode van
thrillers en politieverhalen. Na jaren van literatuur is het moeilijk om dit soort boeken te lezen.
Meteen vallen de fouten op: wenkbrauwen fronsen om de haverklap, kinnen steken constant vooruit, personages
zien, voelen, en kijken het hele boek door. Dit is dan ook geen literatuur, dus je moet ook geen mooi geschreven zinnen verwachten. Als politieverhaal werkt het wel. Deze zoektocht naar een seriemoordenaar, wiens identiteit ik spijtig genoeg al heel snel doorhad, heeft toch nog een verrassende wending op het einde. Het verhaal focust niet zozeer op politieprocedures, maar op de relaties tussen mensen. Liefde, familie, collegialiteit, het is best dynamisch allemaal. In het begin zou ik het boek maar 1 ster geven. Maar dankzij die dynamiek, en ook gekeken naar het genre zelf, verdient het wel eentje extra. Nog steeds niet geweldig goed geschreven, leest het wel ontspannend.
En daar is ie dan eindelijk: het vervolg op "The Handmaid's Tale". Klaar om van mijn sokken geblazen te worden, opende ik het nieuwste boek van Margaret Atwood. Getuigenissen van mensen die in Gilead woonden. "The Testaments" begint al meteen intrigerend, met een eerste hoofdstuk vanuit het perspectief van een Tante. Er zijn nog twee andere vertelstandpunten: een meisje dat in Gilead geboren is, en een meisje dat buiten Gilead leeft maar net als het eerste nooit een wereld zonder deze dystopie heeft gekend. Het is zeker interessant om te lezen hoe de Tantes precies Tantes zijn geworden. Maar toch is het boek niet zo boeiend als het eerste. Toen ik "The Handmaid's Tale" de eerste keer las, was ik volledig verkocht. Dat jaar kwam het zelfs bovenaan mijn top tien te staan. Hoewel het interessant is om naar Gilead terug te keren, is het bevreemdende er wat af. Je wordt niet om de haverklap om de oren geslagen met een vreemde ceremonie. Tegen het einde aan krijgt het ook meer de tonen van een spionagethriller. Ook de taal lijkt minder onderbouwd; hoewel mijn docente Creatief Schrijven daar waarschijnlijk heel anders over zal denken! Ik mis de speciale stem van June, en ik vind de dialogen er soms wat snel overheen gaan. Het blijft wel een goed boek, het haalt alleen net het niveau niet van "The Handmaid's Tale".
Toen vijf jaar geleden de nieuwe Star Wars trilogie werd aangekondigd, stond ik daar best sceptisch tegenover. De originele cast is ouder geworden, en de vierde Indiana Jones film bewees dat filmmagie niet consistent is, hoewel ik hem toch nog best vond meevallen. Mijn hoop rustte op J.J Abrams, die ik al veel mooie dingen heb zien maken: films, series, maar ook het boek "S" met Doug Dorst. Uiteraard ging ik verlangensvol naar "The Force Awakens" kijken, en het was alles wat een nieuwe Star Wars film zou moeten zijn, zelfs meer dan de vorige drie episodes. Om nu Ian Doescher's adaptatie te lezen in zijn "William Shakespeare's The Force Doth Awaken", vind ik mij terug die eerste keer in de bioscoop. Het visuele spektakel ontbreekt uiteraard in deze boeken, maar je kunt ze er makkelijk bij fantaseren. Weer laat Doescher twee extra personages commentaar geven over de grote verhaallijn, deze keer hoe sterk "The Force Awakens" lijkt op "A New Hope". Chewie's gebrul krijgt een vertaling in de voetnoten, en blijkbaar zit er een code verstopt in de geluidjes van BB8 waarmee je zijn dialogen zou kunnen ontcijferen. Doescher heeft er weer mooi werk van gemaakt, vooral ook met de extra innerlijke dialogen van Rey en Kylo Ren. Maar ik kijk toch nog meer uit naar het laatste deel in de bioscoop dan naar het volgende boek in deze reeks.
Het is lang geleden sinds ik nog iets van Stephen King las. Het laatste boek was "End of Watch" in 2016, het laatste deel in zijn Bill Hodges trilogie. "Outsider" heb ik mijn zus cadeau gegeven maar zelf niet gelezen; het sprak me niet volledig aan. Ik heb gemerkt dat de boeken van Stephen King heel fel hit-or-miss zijn wat mij betreft. "Elevation" sprak me wel aan, maar daar heb ik heel lang mee gewacht omdat ik het wat prijzig vond voor een novelle van slechts 130 bladzijden. Nu ben ik wel blij dat ik het gelezen heb. Je vliegt er doorheen (pun intended). Het is praktisch een sprookje, over een man met een speciale aandoening die iets moois voor zijn gemeenschap doet alvorens in eigen stijl de wereld te verlaten. Het verhaal vangt alle emoties in een vogelkooi. Alleen spijtig dat het zo kort is.
Terri Nixon is een fantastische schrijfster dankzij wie ik veel heb bijgeleerd in de bijna twintig jaar dat ik haar ken. We hebben niet meer het regelmatige contact als vroeger, maar ik volg haar publicaties met interesse, hoewel het soms even duurt voor ik haar boeken effectief lees. Zo ook nu met "Penhaligon's Gift", vorig jaar verschenen bij Piatkus Books, en deze maand eindelijk gelezen, in sneltreinvaart. Geen woord teveel, alles op zijn plaats, zinnen gepolijst tot perfectie. Een romantische setting met heel menselijke personages. Soms was het voor mij wat verwarrend wie nu precies wie weer was, maar dat ligt volledig aan mij. Dit laatste deel van de Penhaligon Saga is Terri Nixon op haar best. Ik hou van haar boeken in dit genre, en ik kijk al uit naar het volgende: "A Cornish Inheritance", het eerste deel in haar nieuwe Fox Bay Saga!
Boeken ontdekt via de leesclub van de Genkse bibliotheek zijn niet altijd even geweldig. Daarom dat ik ze de laatste jaren meestal van de bibliotheek leen in plaats van ze aan te schaffen. Maar soms zitten er pareltjes tussen. Zo ook "Zomerlicht, en dan komt de nacht" van IJslandse auteur Jón Kalman Stefánsson. Het is een indrukwekkende verzameling korte verhalen die het leven in een IJslands dorp verweven. Het concept doet me wat denken aan "Reservoir 13" van Jon McGregor, maar het is minder uitgebreid zowel in personages als in allerhande verwijzingen naar de natuur. Het is een boek over het leven, over de liefde en/of lust die we tijdens dat leven kunnen ervaren, en over sterven. Over onze eigen kleine, individuele plaats in het grote universum. Het boek is soms grappig, vaak pornografisch, af en toe rauw, maar ook geheimzinnig. Het is een goed, degelijk boek dat zeker meerdere lezingen waardig is.
Toen vijf jaar geleden de nieuwe Star Wars trilogie werd aangekondigd, stond ik daar best sceptisch tegenover. De originele cast is ouder geworden, en de vierde Indiana Jones film bewees dat filmmagie niet consistent is, hoewel ik hem toch nog best vond meevallen. Mijn hoop rustte op J.J Abrams, die ik al veel mooie dingen heb zien maken: films, series, maar ook het boek "S" met Doug Dorst. Uiteraard ging ik verlangensvol naar "The Force Awakens" kijken, en het was alles wat een nieuwe Star Wars film zou moeten zijn, zelfs meer dan de vorige drie episodes. Om nu Ian Doescher's adaptatie te lezen in zijn "William Shakespeare's The Force Doth Awaken", vind ik mij terug die eerste keer in de bioscoop. Het visuele spektakel ontbreekt uiteraard in deze boeken, maar je kunt ze er makkelijk bij fantaseren. Weer laat Doescher twee extra personages commentaar geven over de grote verhaallijn, deze keer hoe sterk "The Force Awakens" lijkt op "A New Hope". Chewie's gebrul krijgt een vertaling in de voetnoten, en blijkbaar zit er een code verstopt in de geluidjes van BB8 waarmee je zijn dialogen zou kunnen ontcijferen. Doescher heeft er weer mooi werk van gemaakt, vooral ook met de extra innerlijke dialogen van Rey en Kylo Ren. Maar ik kijk toch nog meer uit naar het laatste deel in de bioscoop dan naar het volgende boek in deze reeks.
Het is lang geleden sinds ik nog iets van Stephen King las. Het laatste boek was "End of Watch" in 2016, het laatste deel in zijn Bill Hodges trilogie. "Outsider" heb ik mijn zus cadeau gegeven maar zelf niet gelezen; het sprak me niet volledig aan. Ik heb gemerkt dat de boeken van Stephen King heel fel hit-or-miss zijn wat mij betreft. "Elevation" sprak me wel aan, maar daar heb ik heel lang mee gewacht omdat ik het wat prijzig vond voor een novelle van slechts 130 bladzijden. Nu ben ik wel blij dat ik het gelezen heb. Je vliegt er doorheen (pun intended). Het is praktisch een sprookje, over een man met een speciale aandoening die iets moois voor zijn gemeenschap doet alvorens in eigen stijl de wereld te verlaten. Het verhaal vangt alle emoties in een vogelkooi. Alleen spijtig dat het zo kort is.
Terri Nixon is een fantastische schrijfster dankzij wie ik veel heb bijgeleerd in de bijna twintig jaar dat ik haar ken. We hebben niet meer het regelmatige contact als vroeger, maar ik volg haar publicaties met interesse, hoewel het soms even duurt voor ik haar boeken effectief lees. Zo ook nu met "Penhaligon's Gift", vorig jaar verschenen bij Piatkus Books, en deze maand eindelijk gelezen, in sneltreinvaart. Geen woord teveel, alles op zijn plaats, zinnen gepolijst tot perfectie. Een romantische setting met heel menselijke personages. Soms was het voor mij wat verwarrend wie nu precies wie weer was, maar dat ligt volledig aan mij. Dit laatste deel van de Penhaligon Saga is Terri Nixon op haar best. Ik hou van haar boeken in dit genre, en ik kijk al uit naar het volgende: "A Cornish Inheritance", het eerste deel in haar nieuwe Fox Bay Saga!
Boeken ontdekt via de leesclub van de Genkse bibliotheek zijn niet altijd even geweldig. Daarom dat ik ze de laatste jaren meestal van de bibliotheek leen in plaats van ze aan te schaffen. Maar soms zitten er pareltjes tussen. Zo ook "Zomerlicht, en dan komt de nacht" van IJslandse auteur Jón Kalman Stefánsson. Het is een indrukwekkende verzameling korte verhalen die het leven in een IJslands dorp verweven. Het concept doet me wat denken aan "Reservoir 13" van Jon McGregor, maar het is minder uitgebreid zowel in personages als in allerhande verwijzingen naar de natuur. Het is een boek over het leven, over de liefde en/of lust die we tijdens dat leven kunnen ervaren, en over sterven. Over onze eigen kleine, individuele plaats in het grote universum. Het boek is soms grappig, vaak pornografisch, af en toe rauw, maar ook geheimzinnig. Het is een goed, degelijk boek dat zeker meerdere lezingen waardig is.
Abonneren op:
Posts (Atom)