* * * * *
In januari bespreekt de leesclub van de bibliotheek van Genk "De Goede Zoon" van Rob van Essen. Mijn docente Creatief Schrijven kondigde dit boek voorzichtig aan. Ik verwachtte iets heel experimenteels en onsamenhangends, maar ik werd blij verrast met een gelaagd verhaal waarbij ik zelfs vergat om dingen op te schrijven.
Het verhaal wordt verteld door een ik-persoon. We springen wat heen en weer in de tijd. Het heeft een hoog roadtrip-gehalte. Ik voelde me in ieder geval verbonden met hem. Hij is een zestiger als hij zijn levensverhaal vertelt, hoe hij is gekomen waar hij nu staat en wat er nog voor hem in het verschiet ligt is een groot mysterie dat we samen met hem proberen te ontdekken.
Het verhaal speelt zich af in een toekomst, waarvan de verteller zelf zegt dat het een verzonnen toekomst is, om privacyredenen, om afstand te creëren met de échte mensen waarop de personages in zijn verhaal gebaseerd zijn. Maar meteen daarna zegt hij dat hij dat misschien net verzint. Als lezer weet je het dus niet meer. Is het nu echt of niet? Wanneer speelt het verhaal zich nu precies af?
Er staan inderdaad wel wat rare dingen in zoals mijn docente waarschuwde. In de eerste plaats denk ik dan aan een zelfrijdende auto die zijn passagier seksueel bevredigt. Het voorgaande in gedachten houdend, is deze scène één groot verzinsel van de verteller. Seks is wel een groot thema in het boek. Maar het is ook heel grappig. Zo gluren archiefmedewerkers door de smalle ramen van hun gebouw naar een studentenkot aan de overkant, waar ze de verschillende kamers aanduiden met schaakbordcoördinaten wanneer een bewoonster zich aan- of uitkleed, tot hun ploegbaas opeens opduikt achter één van de ramen en zich tegoed doet aan één van de studentes.
Op een bepaald moment laat het hoofdpersonage opeens een tweede stem opdraven die een discussie met hem aangaat, als een soort fictieve lezer. Zijn opmerkingen bij de start van het boek, over een bijna-ruzie in een supermarkt met iemand die vroegtijdig al koopwaar op de kassaband zet, zijn absurd hilarisch, omdat het ook eigenlijk best herkenbaar is.
Het hele boek is in feite een aanleiding naar het hoofdstuk waarin het hoofdpersonage vertelt over de laatste levensjaren van zijn moeder tot uiteindelijk de dag dat ze sterft. Een zeer aangrijpende scène waarbij je jezelf afvraagt op welke manier je zelf in die situatie zou reageren. De dood is dus een ander groot thema. Identiteit speelt een grote rol, in combinatie met herinneringen en het eigen geheugen. Wie ben je nog als je je niets meer herinnert? Artificiële intelligentie komt ook aan bod. De functie van kunst. Over vrije wil versus gebeurtenissen die anderen buiten je weten om veroorzaken of voorkomen.
Rob van Essen heeft met dit boek de Libris Literatuur Prijs en €50.000 gewonnen. Een verdienstelijke overwinning dat hem zeker gegund is, en wat ontluikende schrijvers een streefdoel kan geven om hun eigen verhalen van een even hoog niveau te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten