"Ik ben er niet" van Lize Spit was stukken beter dan haar eerste boek. Het is een indrukwekkend verhaal dat je meer dan een daartoe gespitst horrorverhaal vult met afgrijzen over hoe een mens kan veranderen door de chemie in onze hersenen, en hoe de directe omgeving daarop reageert. Alles wordt verteld in een reeks van grote flashbacks. Want eigenlijk zitten we in het heden; deze stukjes zijn getimed en nemen telkens slechts een halve minuut verhaaltijd in beslag. De teller tikt af, bij de start van het boek weten we dat er over elf minuten iets te gebeuren staat, maar het duurt 570 pagina's voordat we er effectief getuige van zijn.
"Fair Game" van R.D. Nixon is het tweede boek in haar misdaadreeks "Clifford-Mackenzie", het duo privédetectives wiens beide families betrokken geraken in een paar moordzaken die niets met elkaar te maken hebben, of misschien wel, of misschien toch niet, of... Glencoe, Schotland. Twee mannen ontmoeten elkaar in het midden van de nacht. Hun zaken zijn niet pluis. De identiteit van de ene man blijft geheim; de andere man wordt uiteindelijk door hem in elkaar geslagen en sterft. De politie vindt een verdachte, maar is hij wel de echte dader? De vrouw van het slachtoffer gaat op zoek naar de waarheid.
"De overlevenden" van Alex Schulman is tot nu toe het beste boek dat ik in 2022 las. Het boek begint op een juninacht, om 23u59, wanneer de drie volwassen broers voor het zomerhuisje zitten waar ze met hun ouders vroeger altijd op vakantie kwamen. De politie daagt op. Er is iets ergs gebeurd. Maar het duurt een goede 230 pagina' voor je pas ontdekt wat de verschrikkelijke gebeurtenis is die hun levens heeft getekend. De flashbacks worden chronologisch verteld. De andere hoofdstukken, telkens aangeduid met een specifiek uur, springen telkens twee uur terug in de tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten