"De Roofbruid" is het vierde boek van Margaret Atwood dat ik lees. Het is heel anders dan "Het Verhaal van de Dienstmaagd" en "De Testamenten", maar gelukkig veel beter dan "Hag Seed"/"Heksengebroed". Ja, met "De Roofbruid" bewijst Atwood dat ze die Booker Prize echt wel verdiende.
Het boek beschrijft het leven van drie vrouwen: Tony, Roz en Charis. Om de beurt krijgen we een stuk uit hun verleden te zien. Wat hen verbindt, is een vierde vrouw: Zenia. De drie waanden haar dood, maar als ze plots opduikt in een café borrelen de herinneringen naar de oppervlakte.
Wat vooral opvalt is het oog voor detail. Het boek staat vol kleine dingen die de wereld van de personages realistischer maakt. Elke vrouw heeft haar eigen kijk op de wereld, en heeft haar eigen bagage mee te sleuren.
Om beurten werpen we een blik op hun leven, en de manier waarop Zenia dat overhoop gooide, in een overtreffende trap van verschrikkelijkheid. Het is dus lang wachten tot de openingsscène een vervolg krijgt, maar ondertussen verveel je je geen moment. De vrouwen worden elk zo uniek voorgesteld, het is alsof Atwood verslag maakt van werkelijk bestaande mensen.
Na hun verhaal keren we terug naar het heden, waar ze om beurten nogmaals vertellen over hun recent contact met Zenia. Wat er daarna gebeurt, kan ik uiteraard niet verklappen maar het stak me wat tegen, het was ongeloofwaardig, en zal misschien nog meer mensen teleurstellen, hoewel Atwood zelf haar visie op eindes letterlijk verwoord. Dit boek draait dan ook niet zozeer om het einde, maar om de weg die deze vrouwen bewandelden om te geraken waar ze op het einde van het boek zijn. Dit verhaal eindigt bij de start van hun verdere leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten