Elf maanden na zijn vorige boek, "Saint Odd", stelt Dean Koontz zijn nieuwste fictieve dochter aan ons voor. "Ashley Bell" is ook meteen zijn langste boek in 12 jaar tijd, en komt met 560 pagina's al goed in de buurt van het 608 pagina's tellende "The Face", uitgebracht in 2003.
Niet dat kwantiteit zo belangrijk voor me is. Ik hou er evenveel van om een maand lang door het 1150 pagina's tellende "Inheritance" van Christopher Paolini te worstelen, als van een namiddagje rondtrekken met Holden Caulfield in de 192 pagina's van J.D. Salinger's "The Catcher in the Rye".
Het boek is op mijn werk aangekomen. Die pakketjes passen niet in mijn eigen brievenbus en het is te omslachtig om ze de volgende dag in het postkantoor op te halen, vooral omdat ik de openingsuren niet haal met mijn eigen werktijden. De eerste pagina's lees ik dus tijdens mijn middagpauze.
Na nog geen zeven bladzijden te lezen, slaat de paniek om mijn hart. Koontz laat een hond opdraven in het verhaal, een golden retriever natuurlijk. Ik heb daar geen problemen mee, in vroegere tijden vond iedereen het zelfs leuk om zulke terugkerende elementen in nieuwe boeken te ontdekken. Maar waar het zijn honden betreft, vinden veel mensen dat hij al jaren aan het overdrijven is. Ik trek dus een grimas, niet omwille van het feit dat die hond er is, maar al denkend aan alle negatieve commentaren die ik onvermijdelijk ga tegenkomen. Maar goed, het half uurtje pauze is voorbij, de rest zal tot 's avonds moeten wachten.
Na een intensieve werkdag, te vermoeid om nog maar aan het avondeten te dénken, leg ik me in mijn zetel en lees verder. Zoals steeds in de verhalen van Koontz, wordt spanning afgewisseld met
humor. De flashbacks van een 22-jarig naar een 10-jarig hoofdpersonage,
maken me nieuwsgierig. De hoofdstuktitels, atypisch voor romans, zorgen voor een speelse, sprookjesachtige sfeer. Misschien louter een subjectieve reactie op de tragedie die zich in de eerste 50 bladzijden ontvouwt, een diep verlangen naar een goede afloop.
Ik klok deze avond af op 100 pagina's, want het is opeens 23u en dus tijd voor bed. Hoewel ik makkelijk nog een paar uurtjes zou kunnen doorlezen. Maar dat zou mijn volgende werkdag op een niet zo positieve manier beïnvloeden. Ik maak graag vergelijkingen, en ondertussen heb ik ontdekt dat dit boek de paranormale sfeer van "The Face" combineert met de menselijke verbondenheid van "From the Corner of His Eye". Ik ben dus zeer benieuwd naar de rest van het verhaal.
De komende twee avonden is Daan bij mij. We zetten samen de kerstboom. Daan helpt goed met het opbouwen van de boom; de takken in de "stam" steken. De takken open plooien, dat laat hij aan mij over. Kerstlampjes mag ik ook alleen doen. De boom versieren doen we dan weer samen, maar Daan geeft het al snel op, waardoor ik weet dat hij moe begint te worden. Ik zet me met het boek in de zetel zodra hij slapen is. Zoals gewoonlijk word ik nog een stuk of drie keer onderbroken doordat hij weer uit bed komt. Nog iets drinken. Nog een keer naar toilet. Nog even over een droom komen vertellen. Op een of andere manier slaag ik er toch in halfweg het boek te geraken. Ik herken wat kenmerken uit de oudere boeken van Koontz, vooral "Dark Rivers of the Heart" en "Mr Murder".
Het mysterie verandert in een samenzwering, en de paranormale atmosfeer moet een beetje plaats ruimen - maar gelukkig niet voor lang - voor een typische thriller waarin de heldin op de vlucht slaat en zich probeert te verstoppen voor een alomtegenwoordige vijand - en blijkbaar ook een beetje voor zichzelf. Ik vraag me ook af hoe de parallelle verhaallijn in de hoofdplot verwerkt gaat worden. Op dit moment kan het allemaal nog alle kanten uit. Dat maakt het net interessant, die onvoorspelbaarheid.
Daan is terug bij zijn mama en ik kom thuis met een rustige vrijdagavond in het vooruitzicht. Ik weet dat ik ook een volledige vrije zaterdag heb, waarop ik alleen nog eventjes op cadeautjesjacht moet, en dat het boek dit weekend zonder problemen wel uit zal geraken, maar ik zet me standvastig in de zetel met de wilskracht om deze avond nog het lot van hoofdpersonage Bibi Blair te ontdekken, toch goed wetende dat dit nooit zal lukken met nog 230 bladzijden te gaan.
Wanneer een vermoede theorie waarheid blijkt te zijn, leg ik het boek even neer. Allerlei krachttermen razen door mijn hoofd. Samen met de vraag: hoe kan dit verhaal ooit nog goed komen? Maar plots wordt het verhaal nog vreemder, ik voel overal rillingen en ik durf bijna niet verder te lezen. En ik weet nu al: dit boek heeft het potentieel om mijn hele top tien van 2015 een plaats achteruit te duwen. Ja, de kans bestaat dat "Saint Odd" van de troon wordt gestoten en dat "Ashley Bell" de nieuwe nummer één gaat worden.
Niet zozeer echte honger als meer een gevoel van zelfbehoud gecombineerd met een verlangen om de boel te rekken, zorgt ervoor dat ik een pauze inlas met nog 150 pagina's te gaan. Voor de gemakkelijkheid, en waarschijnlijk net zoals nog duizenden anderen van de meer dan anderhalf miljoen singles in België, warm ik een diepvrieslasagne op. Nee, dat doe ik niet elke avond, soms komen er effectief kookpotten en bakpannen aan te pas. Nu wil ik tijd winnen, want ik wil zo snel mogelijk terug naar die fictieve wereld, "fictief" op zoveel niveaus.
Ik zet de laatste 100 pagina's in en een tweede vermoeden wordt bewaarheid. Maar deze keer is de shock niet zo groot, want in feite was er geen andere optie mogelijk. Ik vind het zelfs ongeloofwaardig dat de personages zelf er niet meteen aan dachten. Ik lees nog 30 pagina's, maar om half elf 's avonds slaat de vermoeidheid toe. Ik kruip in bed en ontwaak om 9u 's morgens. Na een douche trek ik de stad in, doe mijn kerstaankopen en zoek een plaatsje op in het café aan het stadsplein. De ontknoping van het verhaal vervult alle verwachtingen. Dit boek is in ieder geval vijf sterren waard. Maar toch sta ik voor een keuze. Is dit verhaal beter dan "Saint Odd". Ja, zonder twijfel. Maar weekt het einde ook een vergelijkbare emotionele reactie los? Nee, het komt niet eens in de buurt. Dus wat laat ik het meeste doorwegen? Welk boek wordt de nummer één van mijn top tien dit jaar? Het is de keuze tussen een subjectieve en een objectieve rangschikking.
Nadat de tweede cappuccino op is, heb ik mijn keuze gemaakt. Deze keer ga ik voor kwaliteit in plaats van emotie. "Ashley Bell" is mijn nummer één.