"The Road" van Cormac McCarthy was zo goed als ik verwachtte. Het verslag van een ongenoemde vader en zoon die met hun weinige bezittingen in een winkelkar doorheen een verwoest Amerika de oostkust proberen te bereiken. McCarthy beschrijft elke handeling die het tweetal dot zonder een moment saai te worden. Het centrale thema van het boek is de band tussen ouder en kind, het beschermende tussen hen, de liefde en bezorgdheid, de autoriteit en het rebelse. De dialogen zijn pareltjes; het boek leest als een klassieker. McCarthy won meteen de Pulitzer Prijs, en verdiend!
"I Am Legend" van Richard Matheson liep toch wat anders dan ik verwachtte. Op een bepaald moment is er een virus uitgebroken dat mensen in vampieren verandert. Hoofdpersonage Robert Neville ziet iedereen in zijn omgeving veranderen en blijft als enige normale mens over. Maar het is geen bloederig actieverhaal. Robert probeert uit te dokteren hoe het virus precies werkt en of er iets tegen te doen valt. Hij heeft deze persoonlijke queeste nodig om zelf in leven te blijven, om niet toe te geven aan zelfmoordgedachten. Het is een fantasy-roman uit 1954 dat eigenlijk een toekomstverhaal is doordat het zich tijdens de jaren 1986-'88 afspeelt.
"Tender is the night" van F. Scott Fitzgerald las ik omdat je af en toe toch eens een klassieker ter hand moet nemen. De Franse Rivièra in 1934. Rijzende filmster Rosemary Hoyt ontmoet het koppel Dick en Nicole Diver. Hun leven zal nooit meer hetzelfde zijn. Ik had hier hetzelfde gevoel als bij "The Great Gatsby": veel mooie zinnen maar inhoudelijk vond ik er mijn draai niet in. Irriterend hoe acceptabel liefdesaffaires worden voorgesteld. Na elk hoofdstuk vroeg ik me af wat ik nu precies gelezen had. En ook na het einde miste ik elke connectie.
"Onder ijsbergen" van J. Bernlef is een aanrader voor iedereen die houdt van Nederlandse literatuur. Het is een plezier om te lezen, een boek dat je niet kunt neerleggen. Hoofdpersonage Jakob Olsen spendeert vijf dagen in juli 1975 in Groenland als waarnemer van een oude moordzaak. De dader heeft zichzelf net opgehangen in de gevangenis en de autoriteiten willen hun gemoed geruststellen dat ze toch niets over het hoofd hebben gezien. Het lijkt op een toegankelijkere versie van het IJslandse werk van Jón Kalman Stefánsson. Het boek dateert van 1981 maar zou evengoed vandaag gepubliceerd kunnen zijn.