vrijdag 29 april 2022

Boeken verslonden in april


"Ik ben er niet" van Lize Spit was stukken beter dan haar eerste boek. Het is een indrukwekkend verhaal dat je meer dan een daartoe gespitst horrorverhaal vult met afgrijzen over hoe een mens kan veranderen door de chemie in onze hersenen, en hoe de directe omgeving daarop reageert. Alles wordt verteld in een reeks van grote flashbacks. Want eigenlijk zitten we in het heden; deze stukjes zijn getimed en nemen telkens slechts een halve minuut verhaaltijd in beslag. De teller tikt af, bij de start van het boek weten we dat er over elf minuten iets te gebeuren staat, maar het duurt 570 pagina's voordat we er effectief getuige van zijn.

 

"Fair Game" van R.D. Nixon is het tweede boek in haar misdaadreeks "Clifford-Mackenzie", het duo privédetectives wiens beide families betrokken geraken in een paar moordzaken die niets met elkaar te maken hebben, of misschien wel, of misschien toch niet, of... Glencoe, Schotland. Twee mannen ontmoeten elkaar in het midden van de nacht. Hun zaken zijn niet pluis. De identiteit van de ene man blijft geheim; de andere man wordt uiteindelijk door hem in elkaar geslagen en sterft. De politie vindt een verdachte, maar is hij wel de echte dader? De vrouw van het slachtoffer gaat op zoek naar de waarheid.

 

"De overlevenden" van Alex Schulman is tot nu toe het beste boek dat ik in 2022 las. Het boek begint op een juninacht, om 23u59, wanneer de drie volwassen broers voor het zomerhuisje zitten waar ze met hun ouders vroeger altijd op vakantie kwamen. De politie daagt op. Er is iets ergs gebeurd. Maar het duurt een goede 230 pagina' voor je pas ontdekt wat de verschrikkelijke gebeurtenis is die hun levens heeft getekend. De flashbacks worden chronologisch verteld. De andere hoofdstukken, telkens aangeduid met een specifiek uur, springen telkens twee uur terug in de tijd.


 

 

maandag 25 april 2022

Recensie "De overlevenden" - Alex Schulman

* * * * *
Tot nu toe het beste boek dat ik in 2022 las, "De overlevenden" van Alex Schulman kwam op mijn lijstje te staan dankzij Genk Leest. Ik wist niet wat te verwachten, maar ik verloor mezelf meteen in dit magnifiek gestructureerd verhaal over drie broers: Pierre, Benjamin en Nils.

Het boek begint op een juninacht, om 23u59, wanneer de drie volwassen broers voor het zomerhuisje zitten waar ze met hun ouders vroeger altijd op vakantie kwamen. De politie daagt op. Er is iets ergs gebeurd. Maar het duurt een goede 230 pagina's voor je pas ontdekt wat de verschrikkelijke gebeurtenis is die hun levens heeft getekend.

Het volgende hoofdstuk is een flashback naar hun kindertijd. Ze zijn respectievelijk 7, 9 en 13 jaar en hun vader daagt hen uit voor een zwemwedstrijd in het meer.
Oké, denk je. We gaan terug naar het verleden en het verhaal zal ons meenemen naar het tijdstip waarop we de drie broers voor het eerst ontmoeten, op die juninacht om 23u59. Niks daarvan, zegt Schulman. Ik ga hier eens eventjes met de tijd spelen. En het derde hoofdstuk start diezelfde juninacht maar twee uur eerder, om 22u.

De flashbacks worden verteld in de verleden tijd, met broer Benjamin als hoofdpersonage. We ontdekken alles vanuit zijn standpunt, maar het is geen eerstepersoonsperspectief. Deze hoofdstukken volgen elkaar chronologisch op.

De andere hoofdstukken, telkens aangeduid met een specifiek uur, springen telkens twee uur terug in de tijd. Deze worden in de tegenwoordige tijd verteld, ook met Benjamin als centraal figuur. Het boek telt 24 hoofdstukken, met dus een gemiddelde van 10 pagina's per hoofdstuk. Het deel van het verhaal dat zich dus in het "heden" afspeelt, neemt ons uiteindelijk een volledige dag, 24 uur, terug in de tijd. Het is ook opvallend dat de laatste zinnen van het volgende hoofdstuk in de tegenwoordige tijd ook de eerste zinnen van dat vorige hoofdstuk zijn.

Heel mooi gevonden, dacht ik, en ik maakte al plannen voor een tweede lezing van het boek, waar ik het verhaal chronologisch zou lezen: eerst de flashbacks van voor naar achter, dan de hoofdstukken in het heden van achter naar voor.

Toen kwam de enorme plottwist aan het einde van het voorlaatste hoofdstuk en dacht ik, nee, dat zou het verhaal totaal geen eer aandoen. Maar misschien is het vanuit het verhaaltechnische aspect toch nog interessant. Dus misschien doe ik het toch. Vooral om na te gaan of het allemaal wel klopt, want de plottwist komt zo uit het niets, terwijl er toch eerder stukken zijn geweest die er iets mee te maken hadden, dat het een beetje ongeloofwaardig overkomt zodra je er dieper over nadenkt.

Het merendeel van het verhaal speelt zich af aan het zomerhuisje. We hebben dus een meer als setting, met omringende bossen gevuld met berken en sparren. Af en toe duikt er eens een diertje op. Het is opvallend dat het een heel kleurrijk boek is, meestal schijnt de zon, er is veel hout. Het concept tijd is heel belangrijk voor Benjamin; de tijd lijkt soms stil te staan voor hem, of zelfs achteruit te gaan (net zoals sommige hoofdstukken).

Andere grote thema's zijn uiteraard de relatie tussen kinderen en hun ouders (naarmate ze ouder worden ontdekken de broers immers dat hun gezin niet zo ideaal is als door hun kinderogen leek), de dood, schuldgevoelens, en (on)voorwaardelijke liefde.

zondag 17 april 2022

Recensie "Fair Game" - R.D. Nixon

* * * *

Glencoe, Schotland. Twee mannen ontmoeten elkaar in het midden van de nacht. Hun zaken zijn niet pluis. De identiteit van de ene man blijft geheim; de andere man wordt uiteindelijk door hem in elkaar geslagen en sterft. De politie vindt een verdachte, maar is hij wel de echte dader? De vrouw van het slachtoffer gaat op zoek naar de waarheid.

"Fair Game" van R.D. Nixon is het tweede boek in haar misdaadreeks "Clifford-Mackenzie", het duo privédetectives wiens beide families betrokken geraken in een paar moordzaken die niets met elkaar te maken hebben, of misschien wel, of misschien toch niet, of...

Net zoals in het eerste boek, "Crossfire", liggen er geen accenten op beschrijvingen van de natuur en omgevingen, want daar heeft de gemiddelde thrillerlezer niet zo'n boodschap aan. Ook zijn er opnieuw best veel personages, en het zou handig zijn om tijdens het lezen hun onderlinge relaties in kaart te brengen, bijvoorbeeld stamboomsgewijs of zo. Maar het is net dit element van familie en vriendschappen dat het geen typisch detectiveverhaaltje maakt. De focus ligt echt op die relaties, op hoe de mensen met elkaar omgaan, net zoals in de andere boekenreeksen van Nixon. Dat is haar sterkte als auteur, het waarheidsgetrouw op papier zetten van mensen en hun reacties op wat er om hen heen gebeurt.

Maar het thrilleraspect mag natuurlijk niet ontbreken wanneer je een misdaadverhaal schrijft, en daar levert Nixon ook goed werk. Onder de personages zitten enkele kinderen en bij hun stukken kwamen de twee jongens in "De stem van de nacht" van Dean Koontz in me op. Maddy Clifford, de vrouwelijke helft van het team, krijgt ook wat te verduren in dit boek en bij die stukken dacht ik aan heldin Chyna Shepherd in "De Sadist" van Dean Koontz.

Naar het einde toe wordt het boek heel spannend, als er ook wat meer actie in komt, en de whodunnit houdt stevig stand, tot bijna het allerlaatste moment. Ik weet niet hoe Nixon het heeft aangepakt, maar ik stel me voor dat ze - zoals in films of op TV - een kurkbord vol heeft gehangen met touwtjes aan prikkers die van de ene gebeurtenissen en personages naar de andere leiden, als een echte detective die alles aan elkaar linkt.

  

 

vrijdag 8 april 2022

Recensie "Ik ben er niet" - Lize Spit

* * * * *
Wat was het een geweldig gevoel om plots "Ik ben er niet" van Lize Spit in Boekenruilkast Literaliefde te vinden! Moderne, populaire maar ook kwalitatieve literatuur, die gaat niet lang blijven staan!

Het boek is soms bevreemdend herkenbaar. Niet alleen wat betreft de primaire verhaallijn, maar sommige details lijken uit mijn echte leven gegrepen. Je zou er bijna zelf paranoïde van worden: gedragingen, karaktertrekken, tradities, elementen die ik ooit in een eigen verhaal gebruikte, zelfs een verjaardag en een voornaam.

Spits eerste roman, "Het smelt", was vooral herkenbaar voor mij omwille van het klein Kempisch dorp waar het verhaal zich afspeelt, zo eentje waar ik zelf ben opgegroeid. Nu zitten we in Brussel en volgen we het leven van Leo die naar de filmschool gaat omdat ze scenario's wil schrijven, iets wat ik in het middelbaar ook een tijdje overwoog. Daarna belandt ze in een normale job omdat je met schrijven alleen immers geen geld kunt verdienen, als je al de mogelijkheid hebt het 'beroep' uit te oefenen als meer dan louter een hobby.

Leo leert Simon kennen en ze starten een relatie, ze gaan samenwonen, ze hebben verschillende raakvlakken, alles loopt goed en de manier waarop ze als koppel met elkaar omgaan, is zeker herkenbaar.

Na een tijdje starten echter de problemen. Simon neemt ontslag en wil een eigen bedrijf opstarten. Hij slaat volledig los in de ogen van Leo, hij reageert raar op alles en iedereen en Leo gaat wanhopig op zoek naar hulp. Die vindt ze spijtig genoeg niet, wat resulteert in een serieus incident waarbij Simon eindelijk te ver gaat in zijn bizarre gedrag.

Dit alles wordt verteld in een reeks van grote flashbacks. Want eigenlijk zitten we in het heden, wanneer Leo aan het werk is en telefoon krijgt van haar beste vriendin, waarna snel duidelijk wordt dat Simon iets verschrikkelijks heeft gedaan. Deze stukjes zijn getimed en nemen telkens slechts een halve minuut verhaaltijd in beslag. Dan krijgen we weer wat geschiedenis over de personages, en blijft het heel spannend wat er precies aan de hand is met Simon. De teller tikt af, bij de start van het boek weten we dat er over elf minuten iets te gebeuren staat, maar het duurt 570 pagina's voordat we er effectief getuige van zijn.

Leo vertelt het hele verhaal vanuit haar perspectief; de stukken in het heden in tegenwoordige tijd, en de grote flashbacks in verleden tijd. Maar in de korte hoofdstukken in het heden springt ze soms ook terug in haar herinneringen. Zo leren we na verloop van tijd niet alleen haar hele geschiedenis met Simon kennen, maar ook haar eigen leven en jeugd. Alles is op een vloeiende manier met elkaar verweven, en het mooie aan het boek is dat je soms twijfelt of Leo zelf wel mentaal in orde is. Sommige keuzes die ze maakt, zijn immers ook best bizar te noemen. 

Maar uiteindelijk is ze ook maar een mens, en doet ze haar best om overeind te blijven in de vreemde situaties waar ze in terecht komt. Het is duidelijk dat ze er alles voor wil doen om terug een normaal leven met Simon te kunnen leiden, maar soms moet ze ook aan zichzelf en haar eigen geestelijke gezondheid denken. Ze moet zelf ook alles mentaal kunnen verwerken, hoewel de manier waarop niet altijd zo mooi is tegenover Simon. Maar hoe ver kun je gaan? Iemand anders had hem misschien al lang in de steek gelaten.

Tijdens het lezen stelde ik me voor dat het boek op twee manieren kon eindigen. Ofwel geschiedt wat je de hele tijd ziet aankomen en eindigt het heel slecht, ofwel gebeurt dat toch niet en eindigt het eigenlijk heel flauw, met een soort anticlimax. Toen ik het boek toe klapte, wist ik even niet goed wat van het einde te vinden, maar uiteraard kan ik er niets over verklappen.

"Ik ben er niet" is een indrukwekkend boek dat je meer dan een daartoe gespitst horrorverhaal vult met afgrijzen over hoe een mens kan veranderen door de chemie in onze hersenen, en hoe de directe omgeving daarop reageert. Er zitten heel veel pijnlijke momenten in, het voelt als een heel persoonlijk boek. Ofwel schrijft Spit met ervaring, ofwel kan ze meesterlijk goed research doen en dat in fictie omzetten. Het is zeker een aanrader, maar misschien kan het wel te dicht bij huis aanvoelen voor mensen die zelf ooit moesten samenleven met iemand met psychologische problemen.