* * *Hugh Howey kan schrijven. Enkele jaren geleden begon ik 's avonds in bed aan zijn trilogie "Silo". De volgende keer dat ik naar de klok keek, was het half vier 's morgens. Daarna las ik "Sand". Iets minder captiverend maar nog steeds indrukwekkend. Howey schrijft een soort post-apocalyptische science-fiction, waarbij de menselijke samenleving in een heel verre toekomst er heel anders en meestal ook claustrofobisch uitziet.
Bij de nieuwe editie van "Half Way Home" dacht ik dat hij eindelijk een nieuw boek had geschreven, maar eigenlijk is het een heruitgave van een verhaal uit 2010, toen hij nog niet echt was doorgebroken. Dat merk je ook wel aan de kwaliteit, het slokt je niet op zoals "Silo" deed, maar het blijft heel toegankelijke science-fiction die je toch wel doet nadenken over morele beslissingen.
Vanaf het begin zat ik de hele tijd de vergelijking te maken met "Lord of the Flies" van William Golding. In de verre toekomst heeft de Aarde raketten uitgestuurd doorheen het heelal, met de bedoeling op andere planeten kolonies te stichten zodat het menselijk ras zou kunnen overleven. Er zijn geen astronauten aan boord, maar de hele raket is eigenlijk een soort vruchtbaarheidskliniek. De kolonisten moeten nog geboren worden. De opzet doet daarmee wat denken aan de broedkassen uit de film "The Matrix", waarin Keanu Reeves plots wakker wordt nadat hij de rode pil heeft genomen. Bedoeling is dat de kolonisten daarin groeien tot ze dertig jaar oud zijn, waarna ze ook alle nodige kennis en training rechtstreeks in hun hersens geüpload hebben gekregen.
We volgen één zo'n raket, waar het uiteraard misloopt. Er breekt brand uit halverwege het groeiproces, en van de 500 kolonisten blijven er maar een 60-tal over, allemaal slechts vijftien jaar oud en met ook maar de helft van de nodige kennis en training om effectief een kolonie uit de grond te stampen. Ze komen op een planeet terecht en er ontstaan al meteen facties, grepen naar het leiderschap, discussies over de beste aanpak, en heel veel verwarring. Het hoofdpersonage is Porter, die de functie van psycholoog heeft meegekregen in de trainingsmodules. Hij krijgt een beetje de leiding over een kleine groep van vluchtelingen die proberen te overleven in deze onbekende wereld. Zijn zaklantaarn heeft bijna dezelfde functie als de schelp bij "Lord of the Flies".
Porter vertelt zelf het verhaal vanuit zijn perspectief, een verhaal over overleving. Over verlies, verdriet en rouw. Over onzekerheid, verwarrende gevoelens, liefde, vrije wil. Het boek begint goed, heeft een dipje halverwege, maar aan het einde gaat het weer een versnelling hoger en herken ik de Hugh Howey van "Silo".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten