maandag 28 februari 2022

Boeken verslonden in februari


 


Het eerste boek deze maand was "Quicksilver" van Dean Koontz. Ik had er gemengde gevoelens bij. Het personage leek eerst iets te fel op Odd Thomas. Halverwege wist ik niet meer of dit verhaal een gewone thriller was, of fantasy, of science-fiction. Quinn Quicksilver wordt als baby op straat achtergelaten. Negentien jaar later heeft hij een job als journalist, ontwikkelt hij enkele speciale gaven, en krijgt hij opeens de geheime dienst achter zich aan. Hij ontmoet enkele andere mensen die net als hem bepaalde verborgen aspecten van de wereld kunnen zien, en gaan ze samen op missie. 

Dankzij "Carine" hebben we op dit moment een gesigneerd exemplaar van "Hard hart", de debuutroman van Ish Ait Hamou in onze boekenruilkast. Ik las de eerste van 160 pagina's en de inhoud verraste me meteen. Ik verwachtte een verhaal dat zich afspeelde op Vlaamse bodem, over een man die zijn plaats zoekt in de maatschappij. Maar we lezen over Tom, een doorsnee Amerikaanse tiener. Het is een typisch jongerenverhaal dat uitpuilt van de onzekerheden, de angst, de liefdesperikelen. Elke dag vergaat de persoonlijke belevingswereld wel op die leeftijd. Het is een verhaal over volwassen worden. Het is vaak schrijnend om te lezen, omdat het zo herkenbaar is.

 

"Half Way Home" van Hugh Howey schreef hij vóór zijn succesvolle "Silo"-trilogie. Het doet heel fel denken aan "Lord of the Flies" van William Golding maar dan in de ruimte i.p.v. op een onbewoond eiland. Howey schrijft immers post-apocalyptische science-fiction, maar op een heel toegankelijke manier. In de verre toekomst heeft de Aarde raketten uitgestuurd doorheen het heelal, met de bedoeling op andere planeten kolonies te stichten zodat het menselijk ras zou kunnen overleven. We volgen één zo'n raket, waar het uiteraard misloopt. Er breekt brand uit halverwege het groeiproces, en van de 500 kolonisten blijven er maar een 60-tal over, allemaal slechts vijftien jaar oud en met ook maar de helft van de nodige kennis en training om effectief een kolonie uit de grond te stampen.



vrijdag 25 februari 2022

Recensie "Half Way Home" - Hugh Howey


 * * *

Hugh Howey kan schrijven. Enkele jaren geleden begon ik 's avonds in bed aan zijn trilogie "Silo". De volgende keer dat ik naar de klok keek, was het half vier 's morgens. Daarna las ik "Sand". Iets minder captiverend maar nog steeds indrukwekkend. Howey schrijft een soort post-apocalyptische science-fiction, waarbij de menselijke samenleving in een heel verre toekomst er heel anders en meestal ook claustrofobisch uitziet.

Bij de nieuwe editie van "Half Way Home" dacht ik dat hij eindelijk een nieuw boek had geschreven, maar eigenlijk is het een heruitgave van een verhaal uit 2010, toen hij nog niet echt was doorgebroken. Dat merk je ook wel aan de kwaliteit, het slokt je niet op zoals "Silo" deed, maar het blijft heel toegankelijke science-fiction die je toch wel doet nadenken over morele beslissingen.

Vanaf het begin zat ik de hele tijd de vergelijking te maken met "Lord of the Flies" van William Golding. In de verre toekomst heeft de Aarde raketten uitgestuurd doorheen het heelal, met de bedoeling op andere planeten kolonies te stichten zodat het menselijk ras zou kunnen overleven. Er zijn geen astronauten aan boord, maar de hele raket is eigenlijk een soort vruchtbaarheidskliniek. De kolonisten moeten nog geboren worden. De opzet doet daarmee wat denken aan de broedkassen uit de film "The Matrix", waarin Keanu Reeves plots wakker wordt nadat hij de rode pil heeft genomen. Bedoeling is dat de kolonisten daarin groeien tot ze dertig jaar oud zijn, waarna ze ook alle nodige kennis en training rechtstreeks in hun hersens geüpload hebben gekregen.

We volgen één zo'n raket, waar het uiteraard misloopt. Er breekt brand uit halverwege het groeiproces, en van de 500 kolonisten blijven er maar een 60-tal over, allemaal slechts vijftien jaar oud en met ook maar de helft van de nodige kennis en training om effectief een kolonie uit de grond te stampen. Ze komen op een planeet terecht en er ontstaan al meteen facties, grepen naar het leiderschap, discussies over de beste aanpak, en heel veel verwarring. Het hoofdpersonage is Porter, die de functie van psycholoog heeft meegekregen in de trainingsmodules. Hij krijgt een beetje de leiding over een kleine groep van vluchtelingen die proberen te overleven in deze onbekende wereld. Zijn zaklantaarn heeft bijna dezelfde functie als de schelp bij "Lord of the Flies". 

Porter vertelt zelf het verhaal vanuit zijn perspectief, een verhaal over overleving. Over verlies, verdriet en rouw. Over onzekerheid, verwarrende gevoelens, liefde, vrije wil. Het boek begint goed, heeft een dipje halverwege, maar aan het einde gaat het weer een versnelling hoger en herken ik de Hugh Howey van "Silo".

woensdag 16 februari 2022

Recensie "Hard hart" - Ish Ait Hamou

* * * *
Dankzij "Carine" hebben we een gesigneerd exemplaar van "Hard hart", de debuutroman van Ish Ait Hamou in onze boekenruilkast. Ik las de eerste van 160 pagina's en de inhoud verraste me meteen. Ik verwachtte een verhaal dat zich afspeelde op Vlaamse bodem, over een man die zijn plaats zoekt in de maatschappij. Maar we lezen over Tom, een doorsnee Amerikaanse tiener. 

Vanuit een eerstepersoonsperspectief vertelt hij hoe hij naar de universiteit in Boston gaat en daar verliefd wordt op een medestudent. Het is een typisch jongerenverhaal dat uitpuilt van de onzekerheden, de angst, de liefdesperikelen. Elke dag vergaat de persoonlijke belevingswereld wel op die leeftijd. Het is een verhaal over volwassen worden. Het is vaak schrijnend om te lezen, omdat het zo herkenbaar is. Een verliefde tiener die de eerste stap niet durft te zetten, die letterlijk verstijft telkens hij een nieuwe kans krijgt aangeboden. Die dagdroomt en fantaseert over hoe het zou zijn als hij haar voor zich kon winnen, wat ze samen allemaal zouden doen, à la Walter Mitty.

Omdat het verhaal door het hoofdpersonage verteld wordt, krijg je niet alle antwoorden. Sommige delen van het verhaal lezen ook als losstaande anekdotes. Het geheel is een beetje zoek dan, en van bepaalde aspecten en extra personages vroeg ik me af waarom ze er eigenlijk in stonden, wat ze met de rest van het verhaal te maken hadden.  

Elk hoofdstuk heeft dezelfde titel, "Maandagmiddag 2 uur". Net als dat eerstepersoonsperspectief heeft dit een betekenis. Alles wordt chronologisch verteld, er zijn geen speciale literaire constructies. Het leest als een young adult novel en halverwege weet je al hoe het gaat aflopen. Maar het einde is tweeledig; er volgt een epiloog die toch verrassend is gezien de omstandigheden. De gevoelens die in dit boek aan bod komen, zijn sowieso fenomenaal beschreven: verliefdheid, omgaan met verlies en verdriet, zelfs woede komt aan bod. Ik ben wel benieuwd om na te gaan hoe Ish Ait Hamou geëvolueerd is als schrijver.

vrijdag 11 februari 2022

Recensie "Quicksilver" - Dean Koontz

* * *
Ik heb gemengde gevoelens bij "Quicksilver" van Dean Koontz. Het hoofdpersonage, Quinn Quicksilver, krijgt plots last van een wel heel bekende speciale gave: psychisch magnetisme, waarmee Odd Thomas altijd zijn doelwitten terugvond. Omdat Quinn zijn verhaal ook vanuit zijn eerstepersoonsperspectief vertelt, zijn de gelijkenissen wel heel groot. Gelukkig heeft Quinn een ander karakter. Zo wordt hij verliefd op elke vrouw die hij tegenkomt, en is hij veel meer een (puber)jongen dan Odd ooit was, en verandert hij meer in een soort Avenger dan dat hij een onwillige held blijft.

Quinn werd als baby achtergelaten in het midden van een straat in een klein gehucht in de Amerikaanse staat Arizona. Hij werd daar gevonden door de Drie Wijzen. Bijna letterlijk: ze heten immers Kaspar, Belshazzer en Melchizadek.

Negentien jaar later woont Quinn in de grote stad. Hij werkt als journalist bij een plaatselijk tijdschrift. Dan slaat dat psychisch magnetisme toe en hij wordt gedwongen om naar bepaalde plaatsen te gaan en bepaalde dingen te doen zonder dat hij eigenlijk weet waarom. Hij krijgt opeens enkele geheim agenten achter zich aan (ISA, ik had er nog nooit van gehoord) en hij ontmoet Bridget en haar grootvader Sparky Rainking, die ook door de agenten belaagd worden. Samen proberen ze uit te zoeken wat die geheime dienst precies van hen wil. Al snel komt er een gemeenschappelijk aspect naar boven tussen Quinn en Bridget, waar ze naar mijn gevoel toch wel heel snel bepaalde conclusies uit trekken die ze wel heel gemakkelijk aanvaarden. Maar goed, het is een Koontz boek en vreemde dingen hebben bijna altijd deel uitgemaakt van zijn oeuvre. Quinn doet immers ook wat denken aan Jim Ironheart uit "Het Koude Vuur", en Slim MacKenzie uit "Schemerogen". Heel veel originele ideeën zitten er wat die aspecten betreft dus niet in "Quicksilver".

Quinn vertrouwt zijn kompanen onmiddellijk, en dat wringt toch wat. Hij stelt geen vragen bij hun beweringen en gaat volledig met hen mee. Het team reist meestal naar de volgende scène dankzij bepaalde visioenen en ingevingen, toch ook wel een groot deus-ex-machina. Dat komt ongeloofwaardig over. Gelukkig ziet Quinn wat hij ziet, wat bewijst dat er wel degelijk iets mis is in de wereld en ze hem niet zomaar in het ootje nemen (tenzij hij gedrogeerd zou zijn zonder dat hij of wij het weten natuurlijk).

Halverwege kom je een verklaring tegen gegeven door het laatste lid van het team, een verklaring die ook meteen weer als onweerlegbaar feit aanvaard wordt, en weet je even niet goed meer of je dit boek als een gewone thriller moet beschouwen, of als fantasy, of als science-fiction. Koontz heeft zeker al betere boeken geschreven.