* * *
Deze maand kreeg ik een boek te leen van een aspirant - ondertussen afgestudeerd - inspecteur van politie. Hij wist dat ik veel lees en dacht dat "We regelen het zelf wel" van Bram Endedijk mij misschien wel zou interesseren. Het is uiteraard non-fictie, niet mijn gebruikelijke sectie in de bibliotheek of boekhandel, maar ik heb me voorgenomen toch eens vaker van het pad der fictie af te dwalen en te ontdekken wat er in de echte wereld zoal aan de hand is.
Zoals de ondertitel zegt, neemt Endedijk een kijkje achter de schermen van "de drugsschuur van Europa", blijkbaar zijnde Nederlands Brabant. En dan ook nog de kleine (boeren)dorpjes ver verwijderd van de rest van de bewoonde wereld, met gebouwen, boerderijen, schuren, garages en heel veel polyvalente zolderkamers middenin uitgestrekte velden. Het betreft hier nu Nederland, maar wie zegt dat het bijvoorbeeld bij ons in Belgisch Limburg anders is?
Want het boek maakt je wel paranoïde. Je begint je echt af te vragen of er verderop in je straat misschien iemand wel wietplantjes op zolder, in de kelder of in een tuinhuis heeft staan; of een carwash of autoverhuurbedrijf in de buurt misschien een front is en witwaspraktijken uitvoert voor drugsgeld, of misschien gewoon een primaire dienstverlening voorziet voor de échte criminelen op zoek naar een anoniem voertuig om mee te smokkelen.
Hoe dan ook, Endedijk heeft met iedereen gepraat, aan beide kanten van de wet, en hij brengt ieders verhaal netjes tot leven. Wat mij vooral opviel, is hoe hij ervoor zorgt dat je je tijdens het lezen precies echt op de straten van die kleine Zuid-Brabantse dorpjes voelt staan. Hij beschrijft niet alleen die drugswereld tot in alle details, maar ook de echte wereld daarbuiten, de natuur, de gebouwen. Vaak start hij zijn hoofdstuk midden in de actie, en neemt dan enkele stappen terug om de achtergrond uit de doeken te doen, om te vertellen hoe het nu precies zover is gekomen. Aan het einde van het boek koppelt hij ook terug naar de verhalen waar hij mee begonnen is, om zo netjes af te ronden. En middenin in het boek zitten ook enkele pagina's fotomateriaal; ik weet dat die bij non-fictieboeken meestal in het midden zitten om logistieke en kostenbesparende redenen, maar ik vind het toch altijd fijner als de foto's effectief bij het stuk tekst zitten wat erover vertelt...
Er staan een paar straffe uitspraken in het boek. Namelijk dat in sommige delen van de bevolking het heel normaal is om over wietplantages te praten, alsof ze gewoon aan het praten zijn hoe goed hun moestuintje het doet. En dat er achter mensen met een bepaalde levensstijl altijd wel iets crimineels zal zitten. Een paar veralgemeningen waar ik misschien te naïef voor ben om in te geloven. Zijn er niet overal uitzonderingen? Moet je nu echt altijd over iedereen het slechtste denken? Maar wat ik wel goed begrijp, is de angst van de brave buurtbewoner die er tussenin woont en eigenlijk geen kant uit kan: angst om te verklikken en daarna door de personen die hij verklikt heeft gestraft te worden, maar ook angst dat er iets misloopt en zijn huis mee in brand vliegt.
In ieder geval hoop ik dat ik zelf nooit met deze wereld in contact kom, uitgezonderd om naar "Breaking Bad" op tv te kijken...