Olga Tokarczuk is ooit ter sprake gekomen tijdens onze lessen Creatief Schrijven. We zouden enkele teksten van haar bekijken (volgens mij uit "De Rustelozen", waarmee ze de Man Booker won) maar na die eerste keer is dat er om een of andere reden niet meer van gekomen. Haar naam is wel blijven hangen en toen ik een exemplaar van "De Jacobsboeken" zag liggen, intrigeerde het me dat de paginanummers aftelden. Dit en haar naambekendheid lieten me het boek kopen, en zo werd het mijn eerste boek van 2021.
Maar het is een moeilijk boek dat je niet anders kan dan traag lezen. Je moet je gedachten erbij houden. En om eerlijk te zijn had ik na elk deel graag een samenvatting gelezen van de belangrijkste zaken die je moet meenemen naar het volgende deel. Er is heel veel uit dit boek aan me voorbij gegaan. Het is dan ook geen makkelijke materie.
"De Jacobsboeken" is een historische roman die wat heen en weer springt zowel in tijd als geografie. We starten in Rohytan in Polen (heden ten dage ligt het in Oekraïne) in het jaar 1752. Even later zitten we in Smyrna, bij een stuk van het verhaal dat zich iets eerder afspeelt en waar we ontdekken waar Jacob vandaan komt. Na een tijdje lijkt het alsof ik "Ticket to Ride" aan het spelen was, de enige plaats waar ik sommige plaatsnamen eerder ben tegengekomen.
Het is lastig om te bepalen wie nu precies de hoofdpersonages zijn. We zitten niet echt dicht bij één specifiek figuur. Het is een alwetende verteller die alles overziet. Maar sommige stukken zijn vanuit een ik-persoon vertelt (en dan is het meestal raden wie het van de vele figuren precies is) en er staat ook briefwisseling in. De taal maakt het ook niet makkelijker. Achteraan het boek zit een verklarende woordenlijst met uitdrukkingen in het Pools, Hebreeuws, Latijn, Frans, ... De uitspraak van alle namen kwam ik via Google Translate te weten. Langs de ene kant maakt dat de 900 en wat pagina's nog langer lijken, maar het is ook alsof Tokarczuk dat wist en daardoor de paginanummering omdraaide, want zo lijk je toch sneller door het verhaal te vorderen (uiteindelijk blijkt die omgekeerde nummering een ode aan Hebreeuwse teksten te zijn).
Tokarczuk heeft zeven jaar nodig gehad om dit boek te schrijven. Ik voel alsof ik evenveel tijd nodig heb om het volledig te doorgronden. Uiteindelijk heb ik de hulp van het internet ingeroepen en wat dingen opgezocht. Jacob is een volgeling van Sjabtai Svi, die zich in de 17e eeuw uitriep tot messias. Jacob verklaart zichzelf ook tot messias en start een beweging (lees sekte) die veel christelijke elementen in het jodendom integreert. Uiteraard is niet iedereen daarmee opgezet. Deze groepering van een paar duizenden Joden wil zich laten dopen maar dan daarna toch gewoon Jood blijven (stenig me niet als ik het compleet fout heb, ik weet dat het echt wel ingewikkelder in elkaar zit).
Het boek rolt verder over de decennia en eindigt in principe met Jacobs dood in 1791. Elk deel wordt als een apart "Boek" voorgesteld. Soms zijn er vlottere stukken, soms niet. Het is een moeilijke stijl van zinsbouw, met veel tussenzinnen en bijzinnen die het moeilijk maken de kern van de zin te bevatten. De gekozen plaats in een zin waar de tussen- of bijzin start, is ook heel contra-intuïtief voor mij; ik had ze heel anders gerangschikt, waardoor ik snel de draad kwijt was.
Een simpel, beperkt voorbeeld hiervan is de zin: "'En?' vraagt Ezdra triomfantelijk terwijl hij met een glimlach zijn van de tabak bruin geworden tanden laat zien." Ik zou daar zelf van maken: "...terwijl hij met een glimlach zijn tanden laat zien, bruin geworden van de tabak." Of misschien zelfs nog vereenvoudigt: "...terwijl hij glimlacht met tabakbruine tanden."
Inderdaad een simpel voorbeeld, want hier beperkt het tussenstuk zich tot "van de tabak bruin geworden". Als je het zou vergelijken met de meeste andere lange zinnen in het boek, had het ook kunnen zijn: "...terwijl hij met een glimlach zijn van de tabak bruin geworden, uitgezonderd die ene die hij ooit kwijtspeelde tijdens een gevecht in een café in Warschau waar een dronkaard hem eruit mepte tijdens een discussie over de kostprijs van het drankje in kwestie, tanden laat zien."
Vanaf Boek V: Het Boek van Metaal en Zwavel, 325 pagina's van het einde en als Jacob gevangen zit, verandert de stijl en wordt het werkelijk leesbaar, als een gewone roman. Het laatste Boek is eerder een soort epiloog en legt uit wat er van iedereen en hun kinderen gekomen is na Jakobs dood, wat zich vooral doorheen de 19e eeuw afspeelt, en in één geval ook naar 1944 springt.
Ik ben het boek gestart op 28 december en las het uit op 23 januari.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten