Met
een behoedzaam oog nam ik “Jij bent van mij” ter hand. Het verhaal over een man
die een meisje verkracht en vermoordt, verteld vanuit een diepmenselijk perspectief,
vond ik gevaarlijke lectuur. Ik vreesde dat het monster begrip en sympathie ging
losweken. Zijn moeilijke jeugd, hoe hij het hele gebeuren een ongeluk noemt,
hoe hij zichzelf niet meer onder controle had, hoe hij trouwde met een vrouw
die hem toch geen 100% kon bekoren… Dertien jaar lang draagt hij het geheim en
zijn schuld met zich mee, tot hij uiteindelijk aan een DNA-onderzoek meedoet en
ze hem arresteren. Dan komen de herinneringen naar boven. We springen doorheen
de tijd en in de ene flashback geraakt hij in gedachten verzonken naar een
andere flashback. Zijn gedachten strengelen door elkaar. Hij start het boek met
een duidelijk literaire stem. Woordenschat, zinsbouw, het zit tegen het
poëtische aan. Na verloop van tijd treed er echter een soort chaos op, en komt
de tekst vol herhalingen te zitten. Dit laatste praat hij goed aan het einde
van het boek, door het belang van herhalingen tijdens de opvoeding aan te
kaarten. Het literaire is er echter af, en de tekst krijgt zelfs een kinderlijk
karakter. Maar al te vaak zorgen zijn woorden voor ongemak, afkeer; zo
griezelig beschrijft hij zijn relatie met zijn eigen dochter. Soms weet je niet
wat je moet denken. Onschuldige handelingen krijgen, gekleurd door zijn daden, een
negatieve betekenis. Sympathie is er zeker niet, voor iemand die vrouwen de
hele tijd met koeien vergelijkt. Maar volledig slecht is hij ook weer niet. Op
dat vlak sluit het boek nauw aan bij “Grijze Zielen” van Philippe Claudel. Tille Storkema heeft duidelijk een grijze
ziel. Maar misschien had hij toch wel wat meer moeite kunnen doen om die witter
te houden.
Heeft Dean Koontz "Het Goddelijke Monster" van Tom Lanoye gelezen? In ieder geval laat hij de media in "The Forbidden Door" het hoofdpersonage Jane Hawk de bijnaam 'The Beautiful Monster' geven. Koontz krijgt maar geen genoeg van haar. Na "The Silent Corner", "The Whispering Room", en "The Crooked Staircase" is dit het vierde boek in de reeks, en het vijfde, "The Night Shadow", is ook al aangekondigd. Heel anders dan hoe hij zijn reeks over Odd Thomas toch regelmatig onderbrak voor een standalone verhaal. OOk heel vreemd is hoe in vier jaar tijd de boeken van Jane Hawk, "Saint Odd", het laatste boek over Odd Thomas, en "Ashley Bell" nog geen Nederlandse vertaling hebben gekregen. De spanning van het derde boek, dat zich vooral concentreerde op het zoontje van Jane Hawk, valt wat weg en er schiet niet veel meer over dan een gevoel van gewoon meer van hetzelfde. Koontz voegt een hoop slechteriken toe aan het verhaal, maar ze springen er niet uit. Eentje ervan is zelfs ronduit irritant, met zijn overtuiging dat heel de wereld een simulatie is, waarin niets echt bestaat buiten zijn bewustzijn, alsof hij in "The Matrix" zit. Op zich niet zo slecht, maar zijn herhalingen van die overtuiging word je na 200 bladzijden echt wel beu. Een nieuw jong personage, Laurie Longrin, maakt het gelukkig weer wat interessanter. Er is een goedkope verwijzing naar de filosofie van de slechterik in "One Door Away From Heaven", de utilitaire bio-ethiek. Dit is het tweede boek met een vrouw op de cover. Op het vorige boek leek ze op Denise Richards, deze keer wat meer op Ali Larter. Nu ja, in het verhaal verandert ze ook regelmatig van uiterlijk, maar toch. Gelukkig maakt de tweede helft van het boek veel goed. De spanning wordt opgedreven, we krijgen een deus-ex-machina effect dat ook aanwezig was in zijn "Frankenstein" reeks, en waardoor er een transgressie optreedt gelijkaardig aan wat er met sommige mensen in "Midnight" gebeurt. Ik probeer niet al te veel te verklappen, maar komt er op neer dat er eindelijk weer wat enge aspecten in het verhaal opduiken, zoals we van de klassieke Koontz gewoon zijn. Maar echt verkocht ben ik toch niet aan deze reeks.
Ik heb "Elmet" vorig academiejaar gekocht in de hoop dat het op de literatuurlijst zou verschijnen van ofwel mijn opleiding Literaire Creatie, ofwel van de leesclub van de bibliotheek van Genk. Dan kon ik trots uitroepen dat ik het boek zelf al had gekocht. Maar, dat gebeurde dus niet, en "Elmet" is eventjes blijven liggen tot ik het uiteindelijk opende in de hoop het misschien toch nog te kunnen gebruiken voor de vrije boekbespreking bij repertoirestudie. Spijtig genoeg vind ik het niet echt wauw. Het is heel mooi geschreven, met prachtige beschrijvingen van natuur, zowel fauna als flora. Maar inhoudelijk is het verhaal wat magertjes. Ik was ook verbaasd om te ontdekken dat het verhaal zich in onze tijd afspeelt. Om een of andere reden verwachtte ik bij dit boek eerder een historische roman, minstens iets 19e eeuws. Door de mooie taal leest het wel vlot. Het verhaal van een vader die zich met zijn twee kinderen afzondert in een zelfgebouwd huisje in een bos, maar dan in een moeilijke affaire met een landeigenaar verzeild geraakt, dat zich uiteindelijk in een moordplot ontwikkelt, levert drie speciale personages op die best moeilijk te doorgronden zijn, maar waar je toch mee meeleeft. Hoewel er een soort van afstand zit tussen het vertellend hoofdpersonage en de gebeurtenissen. Onverwachts duikt er een Tarantino-scène op, die dan wordt gevolgd door een onbevredigend en heel open einde. Een verbinding met de cursief gedrukte tussenstukjes die de normale hoofdstukken afwisselen, een cirkel die rond is maar dan opeens breekt en als een hongerige slang het ijle in slingert.
Heeft Dean Koontz "Het Goddelijke Monster" van Tom Lanoye gelezen? In ieder geval laat hij de media in "The Forbidden Door" het hoofdpersonage Jane Hawk de bijnaam 'The Beautiful Monster' geven. Koontz krijgt maar geen genoeg van haar. Na "The Silent Corner", "The Whispering Room", en "The Crooked Staircase" is dit het vierde boek in de reeks, en het vijfde, "The Night Shadow", is ook al aangekondigd. Heel anders dan hoe hij zijn reeks over Odd Thomas toch regelmatig onderbrak voor een standalone verhaal. OOk heel vreemd is hoe in vier jaar tijd de boeken van Jane Hawk, "Saint Odd", het laatste boek over Odd Thomas, en "Ashley Bell" nog geen Nederlandse vertaling hebben gekregen. De spanning van het derde boek, dat zich vooral concentreerde op het zoontje van Jane Hawk, valt wat weg en er schiet niet veel meer over dan een gevoel van gewoon meer van hetzelfde. Koontz voegt een hoop slechteriken toe aan het verhaal, maar ze springen er niet uit. Eentje ervan is zelfs ronduit irritant, met zijn overtuiging dat heel de wereld een simulatie is, waarin niets echt bestaat buiten zijn bewustzijn, alsof hij in "The Matrix" zit. Op zich niet zo slecht, maar zijn herhalingen van die overtuiging word je na 200 bladzijden echt wel beu. Een nieuw jong personage, Laurie Longrin, maakt het gelukkig weer wat interessanter. Er is een goedkope verwijzing naar de filosofie van de slechterik in "One Door Away From Heaven", de utilitaire bio-ethiek. Dit is het tweede boek met een vrouw op de cover. Op het vorige boek leek ze op Denise Richards, deze keer wat meer op Ali Larter. Nu ja, in het verhaal verandert ze ook regelmatig van uiterlijk, maar toch. Gelukkig maakt de tweede helft van het boek veel goed. De spanning wordt opgedreven, we krijgen een deus-ex-machina effect dat ook aanwezig was in zijn "Frankenstein" reeks, en waardoor er een transgressie optreedt gelijkaardig aan wat er met sommige mensen in "Midnight" gebeurt. Ik probeer niet al te veel te verklappen, maar komt er op neer dat er eindelijk weer wat enge aspecten in het verhaal opduiken, zoals we van de klassieke Koontz gewoon zijn. Maar echt verkocht ben ik toch niet aan deze reeks.
Ik heb "Elmet" vorig academiejaar gekocht in de hoop dat het op de literatuurlijst zou verschijnen van ofwel mijn opleiding Literaire Creatie, ofwel van de leesclub van de bibliotheek van Genk. Dan kon ik trots uitroepen dat ik het boek zelf al had gekocht. Maar, dat gebeurde dus niet, en "Elmet" is eventjes blijven liggen tot ik het uiteindelijk opende in de hoop het misschien toch nog te kunnen gebruiken voor de vrije boekbespreking bij repertoirestudie. Spijtig genoeg vind ik het niet echt wauw. Het is heel mooi geschreven, met prachtige beschrijvingen van natuur, zowel fauna als flora. Maar inhoudelijk is het verhaal wat magertjes. Ik was ook verbaasd om te ontdekken dat het verhaal zich in onze tijd afspeelt. Om een of andere reden verwachtte ik bij dit boek eerder een historische roman, minstens iets 19e eeuws. Door de mooie taal leest het wel vlot. Het verhaal van een vader die zich met zijn twee kinderen afzondert in een zelfgebouwd huisje in een bos, maar dan in een moeilijke affaire met een landeigenaar verzeild geraakt, dat zich uiteindelijk in een moordplot ontwikkelt, levert drie speciale personages op die best moeilijk te doorgronden zijn, maar waar je toch mee meeleeft. Hoewel er een soort van afstand zit tussen het vertellend hoofdpersonage en de gebeurtenissen. Onverwachts duikt er een Tarantino-scène op, die dan wordt gevolgd door een onbevredigend en heel open einde. Een verbinding met de cursief gedrukte tussenstukjes die de normale hoofdstukken afwisselen, een cirkel die rond is maar dan opeens breekt en als een hongerige slang het ijle in slingert.