* * *
Soms kies je een nieuw boek omwille van de mooie kaft, of een intrigerende titel. In het geval van "Slaap zacht, Johnny Idaho" trok de naam van het hoofdpersonage me aan.
De korte inhoud vond ik veelbelovend. Johnny Idaho is een tiener die 'de Archipel' wil bereiken, waar Willem Gerson werkt. Die is terminaal ziek en financiert biomedica Hatsu Hamada in haar zoektocht naar het medicijn dat onsterfelijkheid belooft.
Ik vond het ook leuk om nog eens een oorspronkelijk Nederlandstalig boek te lezen. Vlaamse en Nederlandse schrijvers zijn een zeldzaamheid in mijn boekenkasten. Spijtig genoeg werd me na een paar bladzijden alweer duidelijk waarom. "Johnny Idaho" is puur sciencefiction. Een toekomstverhaal in een fictieve politiestaat (die 'Archipel' dus; in de Stille Oceaan dus met heel veel Aziatische invloeden) vol technologische snufjes.
Johnny zelf is een arrogante, vloekende achttienjarige die vertelt in een eerste persoonsperspectief, maar naarmate het boek vordert en ontdekt waar hij vandaan komt, begin je wel sympathie voor hem te krijgen. Het blijft wel vreemd hoe hij doorheen zijn verhaal een tweede persoon in de jij-vorm blijft aanspreken. Je zou denken dat hij de lezer zelf bedoelt, maar wanneer die 'jij' plotseling ook antwoordt zonder dat er een fysieke aanwezigheid is, moet je die theorie laten varen.
De stukken over Gerson en Hamada zijn dan weer in een derde persoonsperspectief. Gerson weet me ook niet te bekoren, en ik sta best neutraal tegenover hem. Hamada is wel interessant, met een zachtaardig karakter en altruïstische motieven maar die zelf toch ook een gelukkig leven wil leiden. Je komt nooit te weten hoe die Archipel precies ontstaan is, en wat er is gebeurd in de wereld. Ook kom je pas tegen het einde aan te weten waarom precies Johnny Idaho daar en naar Gerson toe wil. Hoewel alle technologie in dit boek me stoorde, is het toch wel van een literair niveau dat ik met plezier zou willen bespreken in een leesclub.