dinsdag 28 februari 2023

Boeken verslonden in februari



"The House at the End of the World" is de laatste nieuwe Dean Koontz en bracht me meteen terug naar zijn gloriedagen van de jaren '80 en '90.
Katie heeft de "beschaafde" wereld achter zich gelaten en leeft nu teruggetrokken op een eiland dat deel uitmaakt van een archipel. Haar redenen daarvoor worden duidelijk aan de hand van enkele flashbacks doorheen het boek. Haar leven daar wordt echter verstoord door een incident op een naburig eiland. "Stranger Things" is niet ver weg...
Het verhaal boeide me van begin tot einde, en ik heb de laatste 200 pagina's zo goed als in één ruk uitgelezen.

"De nazi en de kapper" van Edgar Hilsenrath is geen gemakkelijk boek om te lezen. Max Schulz is SS-officier op een concentratiekamp. Na de oorlog wordt hij vervolgd. Vanaf dan verschuilt hij zich door de identiteit van zijn Joodse jeugdvriend Itzik Finkelstein aan te nemen. Meer zelfs: hij vertrekt samen met anderen naar Palestina, in de hoop daar de langbeloofde Jodenstaat helpen op te richten. Het is even slikken om dit allemaal te lezen in de luchtige stijl van Hilsenrath. Toch blijft het boek hypnotiserend, omdat je wil weten wat er uiteindelijk met hem gebeurt. Gaat hij ooit door de mand vallen? Gaan ze hem ooit te pakken krijgen? Gaat hij er misschien zelf een einde aan maken? Of gaat hij alles overleven en op een nacht rustig sterven aan ouderdom?

vrijdag 24 februari 2023

Recensie "De nazi en de kapper" - Edgar Hilsenrath

* * *
Max Schulz is SS-officier op een concentratiekamp. Na de oorlog wordt hij vervolgd. Vanaf dan verschuilt hij zich door de identiteit van zijn Joodse jeugdvriend Itzik Finkelstein aan te nemen. Meer zelfs: hij vertrekt samen met anderen naar Palestina, in de hoop daar de langbeloofde Jodenstaat helpen op te richten.

"De nazi en de kapper" van Edgar Hilsenrath is geen gemakkelijk boek om te lezen. Dat bedoel ik vooral inhoudelijk en thematisch. Oké, je weet het van bij de start, dit boek gaat over de Tweede Wereldoorlog. Er komen nazi's aan bod, en Joden, en ook kappers maar die liggen niet zo gevoelig. Hoewel, de kappers in dit verhaal doen wel aan kinderverkrachting als hun vrouw toevallig hoofdpijn heeft die dag.

Dat bedoel ik dus. Het is even slikken om dit allemaal te lezen in de luchtige stijl van Hilsenrath. Hij vertelt het verhaal door de ogen van Max Schulz alsof het allemaal doodnormaal is dat iedereen met iedereen in bed duikt en in het algemeen door lust en seks geobsedeerd blijkt te zijn. Hij probeert op een intellectuele manier grappig te zijn, dat bij mij niet werkt.

Ken je die boekjes die Geert Hoste vroeger uitbracht? Hoe hij in dagboekstijl vertelde hoe hij eigenlijk degene was die de politici hun gekke ideeën bezorgde? Zo leest "De nazi en de kapper" vaak met momenten. Maar dit is een rauw boek dat meer dan eens afkeer opwekt.

Max, oftewel Itzik, vertelt het boek vanuit een eerstepersoonsperspectief. Identiteit en namen zijn heel belangrijk in dit verhaal. Hilsenrath legt dat er dubbel en dik op door Max de hele tijd zijn eigen naam - zowel voornaam als achternaam - te laten gebruiken. Hij praat constant over zichzelf, Max Schulz - oftewel Itzik Finkelstein. Of omgekeerd, Itzik Finkelstein - oftewel massamoordenaar Max Schulz. Ook andere personages blijft hij onvermoeibaar met voor- en achternaam aanspreken. Het geeft een heel vreemd, stilistisch gevoel waar ik persoonlijk niet zo'n fan van ben.

Toch blijft het boek hypnotiserend, omdat je wil weten wat er uiteindelijk met hem gebeurt. Gaat hij ooit door de mand vallen? Gaan ze hem ooit te pakken krijgen? Gaat hij er misschien zelf een einde aan maken? Of gaat hij alles overleven en op een nacht rustig sterven aan ouderdom?

maandag 6 februari 2023

Recensie "The House at the End of the World" - Dean Koontz

* * * * *

Weer een nieuwe Koontz! Spijtig genoeg is "The House at the End of the World" opnieuw geen al te dikke, maar ik vind hem wel een mooie cover hebben. En binnenin heeft de nieuwe uitgeverij van Koontz (Thomas & Mercer) ook eindelijk geleerd nieuwe hoofdstukken ook op een nieuwe pagina te laten beginnen; dat stoorde me wel in zijn laatste boeken.

Met die laatste boeken - en dan heb ik het over zijn publicaties na de thrillerreeks over Jane Hawk - greep hij stilletjesaan terug naar de stijl uit zijn gloriedagen in de jaren '80 en '90, maar hij was er nog niet helemaal.

"The House at the End of the World" is nu een glorieuze terugkeer naar zijn "monsterverhalen" zoals bijvoorbeeld "Midnight/Middernacht" en "Winter Moon/Wintermaan". Het verhaal boeide me van begin tot einde, en ik heb de laatste 200 pagina's zo goed als in één ruk uitgelezen.

Katie heeft de "beschaafde" wereld achter zich gelaten en leeft nu teruggetrokken op een eiland dat deel uitmaakt van een archipel. Haar redenen daarvoor worden duidelijk aan de hand van enkele flashbacks doorheen het boek. Haar leven daar wordt echter verstoord door een incident op een naburig eiland. "Stranger Things" is niet ver weg...

Het eerste deel van het boek volgen we alles vanuit haar perspectief, in tegenwoordige tijd. Heel het boek wordt trouwens in de tegenwoordige tijd verteld, zelfs de flashbacks. Ik ben gewend dat Koontz graag speelt met de werkwoordtijden, vooral ook om het contrast tussen protagonisten en antagonisten extra in de verf te zetten. Hier is dit dus niet het geval. Maar die tegenwoordige tijd zorgt wel voor een fris verhaal.

Even leek het erop dat het hele verhaal alleen vanuit Katie's perspectief zou worden verteld, maar uiteindelijk komen er ook andere personages bij. Aan de ene kant vind ik dat spijtig, maar aan de andere kant zorgt dit ook wel voor dynamiek. Hoewel er toch iets te zeggen valt voor het in mondjesmaat ontdekken van alle details samen met het hoofdpersonage, zonder plots alle antwoorden te krijgen via nevenpersonages.

Er zitten een aantal elementen in het verhaal waarvan ik dacht dat ze nog gebruikt gingen worden aan het einde, maar Koontz doet er uiteindelijk niets mee. Aan de ene kant misschien een gemiste kans, maar aan de andere kant zou het misschien te gruwelijk zijn geweest en meer iets voor echte horrorauteurs. Ja, misschien heb ik zelf wel een zieke fantasie wat dit soort dingen betreft...

Wat me vooral verbaasde, was dat na het verwachte einde er nog 50 pagina's overbleven, die volgens mij niet echt nodig waren. Het échte einde deed me wat denken aan "Mr Murder" en nog wat andere boeken waarin onze helden op de vlucht slaan voor een grote samenzwering, en ook wel aan de strijd van Chyna Shepherd in "Intensity/De Sadist" die alles doet om het meisje Ariel te redden.

Koontz heeft het al een paar keer eerder gedaan de laatste jaren, en ook hier zit er weer een verborgen verwijzing naar één van zijn eigen boeken, "One Door Away From Heaven/Verlossing". En ook sommige namen van extra personages zijn mogelijks verwijzingen naar ander werk.

In mijn ogen heeft Koontz weer puik werk geleverd met "The House at the End of the World", en het blijft enorm spijtig dat geen enkele Nederlandstalige uitgeverij geïnteresseerd is in een vertaling van zijn "recente" boeken.

 

vrijdag 3 februari 2023

Rijden maar!

Vrijdagochtend, kwart voor negen. Ik heb Daan net naar school gebracht en rij nu Stokkem City in. Ik ben zeer benieuwd naar het verkeerspark van de provincie Limburg. Een samenwerking tussen PLOT Politieschool en de dienst Mobiliteit. Mijn collega Jan vroeg me al een paar keer of ik eens wou langskomen, en op mijn vrije dag is dit het uitgelezen moment om op zijn uitnodiging in te gaan. En er zal ook wel een tasje koffie bij komen kijken.

Dit vliegende verkeerspark daalt doorheen het schooljaar neer in verschillende regio’s in Limburg. Alle lagere scholen krijgen dan de kans om hun vijfde en zesde leerjaar kennis te laten maken met de verkeersregels.

Zaal Nieuwenborgh staat opgesteld met verschillende soorten kruispunten. Gebodsborden, verbodsborden, voorrangsborden, verkeerslichten, een rotonde… Op de grond zijn alle lijnen getrokken die de rijbanen en fietspaden aangeven. Het is een prachtig zicht.

“Wel een pak werk,” zeggen Rik en Francis, twee gepensioneerde rijkswachters die als vrijwilligers meehelpen het verkeerspark uit te baten. “Al die stickers plakken neemt toch wel twee dagen in beslag. En die palen wegen wel wat. Die moeten we samen met de voertuigen telkens in en uit de kelder dragen. Gelukkig is er een lift, maar het blijft redelijk onhandig.”

De zaal wordt immers voor nog meer doeleinden gebruikt, en de stad organiseerde er een paar dagen eerder nog een vrijwilligersfeest.

Jan Berden, eerste inspecteur van de federale politie en technisch en logistiek medewerker van de politieschool, heeft alle fietsen en gocarts persoonlijk opgekalefaterd. Vroeger deed hij ook patrouille bij de Rijkswacht in Brussel. “Ik ben daarmee gestopt en uiteindelijk in 2014 het verkeerspark van de Cel Preventie en Educatie van de Federale Wegpolitie gaan versterken. Ik was daarvoor zeer gemotiveerd, omdat ik als kind al zot was van het verkeerspark en het altijd al zelf wou doen. Maar vooral omdat er ooit een zesjarig meisje in mijn armen gestorven is,” vertelt hij. “Blindelings overgestoken op een plaats waar ze dachten voorrang te hebben. Gegrepen door een auto. De papa reed er vijf meter achter en heeft het allemaal moeten aanzien. Verschrikkelijk, dat wou ik nooit meer meemaken. Nog meer, ik wou zo'n ongevallen mee helpen voorkomen.”

De klok slaat negen. Nog geen school te zien. Een kwartier later neemt Jan contact op met de juffrouw. Blijkt dat de klas al een half uur buiten in de kou staat de wachten op de bus. Telefoontjes naar de stadsdiensten. Foutje in de planning. Jan belt verder rond, de les wordt verplaatst naar maandagnamiddag, de volgende groep mag nu wat eerder komen.

Terwijl we wachten, halen de mannen nog meer herinneringen op. Hoe ze ooit met een sectie (negen man) tegenover een opstand van 4 à 5000 mensen stonden. Hoe ze besmeurd geraakten door ontploffende kippen met eindejaarsbommetjes in hun kont geduwd die over hun hoofd werden geworpen. Ongelooflijk wat politiemensen soms meemaken.

Groep twee van de dag, door onvoorziene omstandigheden gepromoveerd tot groep één, arriveert. Een twaalftal jongens en meisjes uit het zesde leerjaar, een diverse groep met een paar haantjes en een paar muurbloempjes. Ze trekken grote ogen bij het aanschouwen van het verkeerspark. Dit is hun speelmat van op hun slaapkamer thuis, met straten en speelgoedautootjes, maar dan in reuzenformaat.

Jan geeft hen ongeveer een uur lang uitleg over alle verschillende verkeerssituaties en verkeersregels, hij steekt er af en toe een mopje tussen, hij probeert het wat interactief te houden maar het lukt niet echt. “Een heel passieve klas,” zegt hij tegen mij. “Ik moet er alles echt uit sleuren. Zo tam, dat was gisteren wel anders. Toen stonden ze te drummen met vingers in de lucht.”

Na alle theorie is het tijd voor de praktijk. Een half uurtje rondrijden. De groep verdeelt zich in twee; de ene helft op de fiets, de andere in de gocarts. Na een kwartier wisselen ze van voertuig. De drie begeleiders geven aanwijzingen wanneer de kinderen ergens een foutje maken. Of om hen een andere route te laten volgen, want al snel is duidelijk dat sommigen steevast de grote kruispunten vermijden en op de “ring” blijven.

Aan het einde organiseren ze een wedstrijdje, een afvalrace. Wie nu een fout maakt, moet het parcours verlaten. Zo blijven er uiteindelijk twee laureaten over. Ze komen samen aan de verkeerslichten voor een kleine quiz. De twee meisjes in kwestie blijken even sterk, en er is deze keer geen grote overwinnaar. Ze krijgen allebei een prijs! En de juffrouw ontvangt ook nog een pakketje om in de klas uit te delen aan de anderen.

De groep vertrekt terug naar school. “Ik hoop dat ze er iets van geleerd hebben,” zegt Jan. “Tegen het einde aan merkten we wel dat het veel vlotter ging. Maar het zou niet de eerste keer zijn dat ik kinderen die naar ons verkeerspark zijn gekomen, een tijdje later in de krant zie staan… Wij kunnen alleen maar ons best doen om hen iets bij te brengen.”

Ik neem afscheid van de mannen. Hun passie voor deze manier van voorlichten is overduidelijk. Maar de leeftijd begint hun wat parten te spelen. “We hebben dringend nood aan jong bloed,” zegt Jan. “Eigenlijk zou ik nu al een vaste assistent moeten hebben, die het later van mij kan overnemen. En we hebben ook nieuwe vrijwilligers nodig. Daar zou wat meer in geïnvesteerd mogen worden. In ieder geval ben ik blij dat het PLOT het verkeerspark heeft kunnen redden in 2016, toen het dreigde afgeschaft te worden. Want zeg nu zelf: een kinderleven is toch onbetaalbaar?”

 

Mee info over het mobiele verkeerspark vind je op https://www.limburg.be/loket#73844