* * *
"Geluk in gevaar" van Victoria Holt heet eigenlijk "De vloek der koningen" in het Engels. De aangepaste titel dient waarschijnlijk om een ander publiek aan te spreken. Het boek zou over archeologie kunnen gaan, over opgravingen in Egypte, over mensen die sterven nadat ze in een tombe zijn geweest. Maar al die dingen zijn eigenlijk bijzaak in dit liefdesverhaal. Tegen het einde aan komt er wel een samenzwering bij kijken, maar die dient ook eerder om de twijfels en jaloezie van het hoofdpersonage extra in de verf te zetten.
Waar het dus wel om draait, is dat hoofdpersonage Judith. Toegegeven, ze is een sterke vrouw en je volgt haar verhaal heel empathisch. Als éénjarige baby overleeft ze een treinramp. Ze wordt opgenomen in een welgesteld gezin en op haar veertiende komt ze pas de waarheid te weten. Van jongs af aan heeft ze grote interesse in archeologie, ze vindt een bronzen schild als kind bij Romeinse opgravingen in Engeland. Als ze zeventien is, wordt ze aangenomen als gezelschapsjuffrouw door lady Bodrean, waardoor ze een stapje lager op de sociale ladder komt te staan. Pas als sir Ralph Bodrean sterft, gaat de bal voor Judith pas echt aan het rollen, vooral wanneer ze eindelijk de kans krijgt een connectie te maken met de man waarop ze al jaren stiekem verliefd is, en met hem mee naar Egypte te gaan.
Het is een grote familie en het is misschien wel handig om bij de start van het boek zelf een stamboom bij te houden. Judith vertelt het hele verhaal vanuit een eerstepersoonsperspectief, maar wel in de verleden tijd. Het boek leest hierdoor heel vlotjes. Het is uitgebracht in 1973, maar het is niet heel duidelijk in welk jaar het verhaal zich afspeelt. Ik zet het voor mezelf ergens begin 20e eeuw, rond de tijd dat Howard Carter het graf van Toetanchamon ontdekte. Maar misschien is het ook vroeger, rond de eeuwwisseling. De enige tijdsaanduiding die ik vond, was dat ze iets meer dan honderd jaar na de ontdekking van Pompeii leven, maar geen idee welke specifieke 'ontdekking' Holt precies bedoelt; door de eeuwen heen zijn daar immers verschillende opgravingen geweest, de eerste in 1594...
Persoonlijk had ik gehoopt dat het een avonturenroman zou worden, maar telkens wanneer het verhaal interessant zou kunnen worden, blijft Holt heel oppervlakkig in haar beschrijvingen van bijvoorbeeld de geschiedkundige aspecten. Ze laat af en toe de naam van een farao of een Egyptische god vallen, maar daar blijft het dan ook bij. Gedetailleerde beschrijvingen van de opgravingen en de grafkelders ontbreken. Ze schrijft over Egypte maar ik vraag me af, is ze daar zelf ooit geweest of heeft ze er eigenlijk wel research naar gedaan?
Maar Judith is een sterk personage en je wil echt wel weten of ze haar ambities kan waarmaken, of haar verdenkingen juist zijn of niet, of ze de liefde van haar leven heeft gevonden of niet. Puur inhoudelijk is het wat magertjes, maar dat maakt het ook luchtige vakantielectuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten