zaterdag 29 februari 2020

Boeken verslonden in februari





Het volgende verplichte boek voor de les Creatief Schrijven is "Een Stralende Toekomst" van Rebecca Makkai. Vergelijkbaar met "Een Klein Leven" van Hanya Yanagihara maar minder miserabel, met personages waarmee je makkelijker kan identificeren.





Het tweede boek over Prosper Redding, "The Last Life of Prince Alastor" van Alexandra Bracken, boet wat in aan kwaliteit maar het blijft een tof avontuur met boeiende personages. Een beetje chaotisch hier en daar.





Tussendoor heb ik ook nog "De Waanzinnige Boomhut van 65 Verdiepingen" (het tijdreis-aspect was wel een meerwaarde) en "78 verdiepingen" (opnieuw een iets ander concept, met meer conflict) gelezen, en het eerste boek van Ulysses Moore, "Het Geheim van Villa Argo" (een boeiend jeugdverhaal dat me deed denken aan "De Vijf" van Enid Blyton), omdat ik altijd wel benieuwd ben welke verhalen mijn zoontje weten te bekoren.




Maar het beste boek deze maand was wel "The Storied Life of A.J. Fikry" van Gabrielle Zevin. Een echte revelatie, geen idee waarom ik het boek zo lang heb laten liggen.  Als je van boeken houdt, dan moet je dit exemplaar zeker lezen, want op dit moment zou het zelfs mijn nummer één van 2020 kunnen worden. Het is een lief verhaal over de eigenaar van een boekenwinkel wiens leven drastisch verandert.

vrijdag 28 februari 2020

Review "The Storied Life of A.J. Fikry" - Gabrielle Zevin


* * * * *
Is het te vroeg om in februari al mijn nummer één van 2020 in gedachten te hebben? "The Storied Life of A.J. Fikry" van Gabrielle Zevin is het materiaal waar goede films van gemaakt worden. Denk aan films als "We Bought A Zoo" en "The Secret Life of Walter Mitty". In mijn hoofd ben ik al op zoek naar een acteur om A.J. Fikry te vertolken.

Je moet het verhaal zelf ontdekken. Ik ga er niet veel over verklappen. Het boek gaat over de eigenaar van een boekhandel wiens leven totaal verandert. A.J. Fikry als personage is wat te vergelijken met Don Tillman uit de Rosie-boeken van Graeme Simsion, maar hij is geen autist. Hij houdt gewoon van boeken, en dat is ook de maatstaf die hij gebruikt om anderen te beoordelen: hij vraagt steevast naar de favoriete boeken van mensen om te kijken of ze de moeite waard zijn. Ja, hij is wat bekrompen in zijn denkwijze. Maar ze zeggen altijd dat een goed boek het hoofdpersonage laat evolueren.

De liefde voor boeken is ook bij Gabrielle Zevin heel duidelijk. Ze bouwt dit boek zo op dat elk hoofdstuk start met een korte recensie geschreven door A.J. Fikry over een specifiek kortverhaal. Dat kortverhaal geeft hints over wat er in het aankomende hoofdstuk te gebeuren staat. De rest van het boek staat ook vol verwijzingen naar andere boeken maar ook TV-series. Het is heel tof om gekende verwijzingen tegen te komen, maar dit mag niet overdreven worden. En dat is hier zeker niet het geval.

"The Storied Life of A.J. Fikry" is een romantisch verhaal in alle betekenissen van het woord. Het gaat uiteraard over liefde, romantische liefde maar ook de liefde tussen een ouder en een kind, de liefde voor boeken maar ook voor een klassieke manier van leven, over een man die uit zijn comfort zone wordt getrokken en beseft dat het leven daarbuiten best goed meevalt, en dat het de moeite waard is af en toe risico's te nemen. Zoals Zevin zelf schrijft: "Most people's problems would be solved if they would only give more things a chance".

maandag 24 februari 2020

Review "The Last Life of Prince Alastor" - Alexandra Bracken

* * *
Het vervolg op "The Dreadful Tale of Prosper Redding" neemt onze personages mee naar de onderwereld, thuishaven van de demoon Alastor, die nog steeds het lichaam van Prosper Redding als kangoeroewoning beschouwt. Dit levert nog steeds hilarische interne dialogen op tussen de twee. Naar mijn mening mocht Alastor nog bombastischer en sarcastischer overkomen, maar misschien wou ik hem te fel vergelijken met Murray, de demonische schedel uit het computerspel "The Curse of Monkey Island".

Die onderwereld is niet zoals verwacht. Het betreft eerder een soort parallelle fantasiewereld bewoont door allerlei soorten wezens die proberen samen te leven als was het een gewoon dorp met straten en marktpleinen. Het is echt een apart rijk dat ooit ontstaan is omwille van redenen die je later in het boek ontdekt.

We zitten meteen in de actie, dit boek valt dus niet te lezen zonder te weten wat er in het eerste deel gebeurt. Maar het boet wat in aan kwaliteit. Sommige elementen doen me denken aan "The Neverending Story" (een 'void' die de wereld langzaam vernietigt) en "His Dark Materials" (parallelle werelden). In het eerste boek viel het me op dat Alexandra Bracken ook aandacht besteed aan de natuur en de zintuigen en haar verhaal zo rijker maakt, maar zulke beschrijvingen komen hier nauwelijks aan bod.

Soms lijkt het alsof Bracken er teveel wil insteken. Het verhaal had wat simpeler gemogen, zodat het ook minder chaotisch leest. Vaak gebeurt er in één scène zoveel, met zoveel personages op één plek, dat ik het noorden verlies. Het zijn op zich wel coole personages: een mens, een demoon, een heks, een elf, en dan alle verschillende wezens uit de onderwereld. En vooral Flora, de elf, had een geweldige rol waar ik best wat meer van had willen zien. Maar dit is bij Bracken al de tweede keer dat het vervolg niet aan het origineel kan tippen (de eerste keer was bij "Passenger" en "Wayfarer").



donderdag 13 februari 2020

Review "Een Stralende Toekomst" - Rebecca Makkai

* * * *
"Een Stralende Toekomst" van Rebecca Makkai wist me niet meteen te bekoren. Gelukkig dat het einde toch pakkend was. Ik was blij dat het boek uit was en ik het kon neerleggen. De thema's, een paar mooie zinnen, het draagt allemaal bij tot goede literatuur. Maar qua symboliek vond ik weinig terugkerende elementen, buiten een sjaal, een paar schoenen en wat sokken. Ik had er geen feeling mee.

Bij de eerste pagina's kreeg ik dezelfde vibe als bij "Een Klein Leven" van Hanya Yanagihara, maar dan met gewonere mensen dan een rijke een succesvolle vriendenkring. In het origineel Engels heet dit boek "The Great Believers". De vertaling vermeldt dan meteen waarin de personages precies geloven. Maar door de setting stel je meteen de vraag of dat wel mogelijk is.

Het boek speelt zich afwisselend af in 1985 en 2015. In de jaren '80 raast het HIV-virus doorheen de homofiele gemeenschap in Chicago. We volgen Yale, die samen met nog andere vrienden door de familie van hun kameraad Nico geweerd wordt op diens begrafenis. Nadien komt Yale wel in contact met Nico's oudtante, die mogelijks wat kunstwerken wil doneren aan zijn museum. In de huidige tijd volgen we Fiona, Nico's zus, die in Parijs op zoek is naar haar verdwenen dochter. Naarmate het boek vordert, zien we verbanden ontstaan tussen de twee.

Het boek leest vlot, maar is wat aan de saaie kant. Soms zat ik in een hoofdstuk van Yale, en kon ik niet wachten tot we weer overschakelden naar Fiona. Omgekeerd was dit minder het geval.  De personages zijn helder genoeg om medeleven te garanderen, maar veel maken ze niet mee. Het duurt pas tot halverwege het boek tot er een eerste grote dramatische gebeurtenis komt. De hele tijd dacht ik dit boek maar drie sterren te geven. Maar het was wel knap hoe de vertellingen aan het einde bijna samensmelten doorheen de tijd. De laatste twee hoofdstukken zijn het lezen zeker de moeite waard, en daardoor verdient dit boek ook de vierde ster.

dinsdag 4 februari 2020

Een man wil aardig gevonden worden door een vliegtuig


Hij is dakwerker, bouwt het geraamte, legt de leien, isolatie plaatsen is voor de eigenaar. 

Hij staat op de nok, geniet van het uitzicht, de ondergaande zon, de suikerspinkleuren van de wolkenslierten, de omringende natuur die de littekens van de moderne beschaving uit het zicht onttrekt. 

Een misstap levert hem over aan de zwaartekracht. 

Hij schuift omlaag, knalt met zijn hoofd tegen de dakgoot, belandt op de stelling tegen de gevel. 

Hij ontwaakt in een ziekenhuisbed. 

Hij kan niet meer praten, hij tuit zijn lippen maar alleen gefluit ontsnapt. 

Hij werpt de dekens van zich af, kruipt op de stang aan het voeteneinde van zijn bed, geniet van het beperkte uitzicht dat het raam biedt op de met wolken bevlekte lucht. 

In de verte passeert een vliegtuig. 

Zo majestueus, zo statig, wat een kracht, wat een snelheid. 

De man fluit uitbundig, wappert met zijn armen, springt van de stang aan het voeteneinde van zijn bed en valt op de vloer. 

Hij klautert recht, trekt zich op aan de vensterbank, neus tegen het glas, zoekt het vliegtuig. 

Een traan ontsnapt.


(Dit is het resultaat van een opdracht voor de opleiding Creatief Schrijven aan de Genkse Academie voor Muziek, Woord & Dans, gegeven door Kaat Vrancken. Opdracht was een verhaal te schrijven waarvan ons de openingszin al was meegegeven, in de stijl van Lydia Davis.
Alle fouten omtrent dakconstructies zijn volledig mijn verantwoordelijkheid.)