Francy
steekt zijn oortjes in. Zijn duim rolt de volumeknop open. The Spinners
overstemmen het razende verkeer dat achter hem de tunnel instuift. Hun “Rubberband Man” stroomt zijn lichaam in.
Francy
wappert zijn armen heen en weer, buigt zijn hoofd achterover. Drijven de wolken
nu iets sneller boven hem heen? Dat is het effect dat hij van de muziek
verlangt, de hele wereld die het ritme volgt.
Blindelings
bukt hij zich, grijpt de verfborstel bengelend aan de pot langs zijn voeten.
Hij strekt zijn arm zijwaarts, springt omhoog, landt op één been, draait om
zijn as en zwiept de borstel tegen de muur. Een blauwe veeg van rechtsonder tot
linksboven. Verfdruppels glijden richting voetpad.
Het
startschot is gegeven. Geen terugkeer mogelijk. Snel zijn nu, voordat de
politie hem tegenhoudt.
Francy
herhaalt de beweging maar nu op zijn andere been, tovert een kruis op de muur.
Hij zet een stap achteruit, tikt met zijn voet op het ritme van de muziek.
Vreemd, hij
had een hartje verwacht. Het eindresultaat ziet hij altijd heel helder voor
zich, maar de eerste trekken van zijn muurschilderingen zijn altijd een
verrassing.
Hij stapt
naar de muur, wiegt met zijn heupen en vult het kruis op tot een rechthoek. Hij
hangt de borstel aan de rand van de verfpot, moonwalkt voorbij de blauwe
rechthoek naar zijn tweede pot. Wat had hij de jaren ’70 graag meegemaakt.
Hij bukt
zich om de tweede borstel te nemen, werpt hem omhoog en vangt hem op als een
jongleur, doopt hem in de verf. Hij valt de muur aan met witte vlekken. Een
wolkenpatroon krijgt vorm. Scheerschuim. Slagroom.
Een
pirouette tovert een derde, smallere borstel uit zijn binnenzak. Gewapend met
gele verf schiet hij sterren in het hemelgewelf.
Bovenaan de
muurschildering verschijnt in het midden de grootste ster van allemaal, een
discobal die de aarde niet alleen verlicht en verwarmt maar ook begeestert.
Want het leven heeft nood aan een soundtrack.
Nu het
moeilijkste stuk. Een zelfportret onder de wolken, een dansende jongen die
geniet van het leven en zich niets aantrekt van zijn klasgenoten die hem dikzak
noemen.
Francy stapt achteruit en aanschouwt zijn creatie. Hij grijnst en knikt op het ritme van de laatste noten uit zijn walkman. Hij verzamelt alle potten en borstels en wandelt als de koning van de soul naar huis. Laat die pestkoppen hem dit maar eens na doen.
(Dit is het resultaat van een opdracht voor de opleiding Literaire Creatie aan de Genkse Academie voor Muziek, Woord & Dans, gegeven door Kaat Vrancken. Opdracht was een choreografie te schrijven waarbij de bewegingen van een personage zich afwisselen met zijn gedachten.)