woensdag 21 december 2016

Mijn Top Tien van 2016



10) “Maya’s Notebook” van Isabel Allende

Mijn eerste Allende heeft me aangenaam verrast. We ontmoeten Maya, gevlucht uit de Verenigde Staten naar Chili, maar het duurt even eer we te weten komen wie ze is en waarom ze dat doet. In haar notitieboek schrijft ze over haar ervaringen in Chili en over haar verleden. Ze begint met haar familie, hoe haar ouders elkaar ontmoet hebben, haar jeugd, en zo tot haar huidige situatie. Het is leuk om haar stukje voor stukje te leren kennen, net zoals je in het echte leven iemand nieuw leert kennen en die persoon elke keer je elkaar ziet weer iets nieuws over zichzelf vertelt. Op die manier begin je van haar te houden, en als je dan uiteindelijk leest over de slechte beslissingen die ze genomen heeft waardoor haar leven zo ontspoorde, dan vind je dat zo erg dat je wenst dat je erbij had kunnen zijn om haar daarvan te behoeden.
 

9) "Everything I Never Told You" van Celeste Ng

Op één dag uitgelezen! Het eerste hoofdstuk doet me denken aan "The Lovely Bones" van Alice Sebold; de personages, locatie, tijdsgeest, ... Maar dit is een gezin met geheimen, waarbij niemand elkaar echt helemaal kent. Dit boek toont de keerzijde van de medaille van onvoorwaardelijke liefde, de verwachtingen die we hebben in het leven, en onze wens om de dromen van onze dierbaren te vervullen. De keuzes die we maken in de manier waarop we willen leven, en hoe we onze prioriteiten stellen in onze wensen en behoeften. De fouten die we maken doordat we denken te weten wat goed is voor de andere, en verkeerde veronderstellingen die we maken uit liefde en ons ironisch genoeg distantiëren van elkaar. Het is een tragisch boek zonder een echt happy end, want wat er in het begin gebeurt, kan niet meer worden verholpen. Het einde gaat gewoon over mensen die de eerste stap zetten naar de voortzetting van hun leven op de beste manier dat ze kunnen.


8) "Penhaligon's Attic" van Terri Nixon

Het verhaal speelt zich net als haar vorige Oaklands Manor trilogie af in het begin van de 20e eeuw, en de manier waarop Terri het vertelt, overtreft alles wat ze tot nu toe geschreven heeft. Het is een prachtig verhaal over familiebanden, over je eigen identiteit en hoe dit bepaald wordt door waar je vandaan komt. De personages zijn even innemend als Oaklands Lizzy, Evie en Kitty, maar het verhaal van Anna, Mairead, Freya en Matthew vind ik persoonlijk net iets minder intrigerend. Maar dat is slechts een kwestie van smaak. Dat neemt niet weg dat ik zeker uitkijk naar het volgende deel in deze saga, om te ontdekken wat deze mensen nog meer gaat overkomen. 


7) "End of Watch" van Stephen King

Het laatste deel van de Bill Hodges trilogie is meer een direct vervolg op "Mr Mercedes" dan op "Finders Keepers". En ik ben eigenlijk een beetje ontgoocheld. Ik verwachtte een typische Stephen King van een hoger paranormaal niveau. En ja, er gebeuren wel onverklaarbare dingen, die inderdaad ook nooit worden verklaard en die er gewoon voor zorgen dat het verhaal komt te bestaan. Stephen King speelt wat met de chronologie van zijn verhaal, komt opeens met een flashback op de proppen die uitlegt hoe de dingen precies zo zijn gekomen, maar ze overtuigen me niet echt en zit nog steeds met heel veel hoe-vragen. De personages zijn gelukkig nog heel sympathiek en zorgen er voor dat je tenminste blijft lezen.


6) "Freedom of the Mask" van Robert McCammon

Deel zes in de reeks over probleemoplosser Matthew Corbett is de culminatie van alle voorgaande verhalen, die hier allemaal met elkaar verweven worden. Ik heb lang gedacht dat alle boeken gewoon op zichzelf staande verhalen waren met hetzelfde personage in de hoofdrol, maar dit is niet langer het geval. En het beste is: het verhaal is nog niet gedaan! 






5) "The Providence Rider" van Robert McCammon

Deel vier in de reeks over probleemoplosser Matthew Corbett bestaat nog wel op zichzelf, en het is er eentje waar ik veel plezier aan beleefde. McCammon weeft een goede combinatie van mysterie en humor. Ondanks zijn ervaring komt het hoofdpersonage af en toe toch nog wat naïef over. Oké, hij is nog jong, maar je zou denken dat hij toch wel wat slimmer zou zijn. Gelukkig zet hij de nieuwe situatie snel naar zijn hand. En op het einde beseft hij zelf dat hij niet meer dezelfde man is als vroeger.


4) "Een Klein Leven" van Hanya Yanagihara

Het boek waardoor ik mijn geliefde Nele leerde kennen! Een boek over vriendschap, hoe mensen elkaar toevallig vinden en dan ook door één of andere natuurkracht steeds bij elkaar blijven en naar elkaar terugkeren wat er ook gebeurt, en over verlies in al z’n vormen. Niet volledig herkenbaar, want de personages zijn allemaal getalenteerd, knap, succesvol en rijk. Geen "simpele" mensen maar eerder "high society", met niemand die een gewoon huishouden te runnen heeft, of een gewoon baantje van 8 tot 4 om de rekeningen te kunnen betalen. Maar dat doet natuurlijk niets af aan de miserie waarmee ze geconfronteerd worden; wat dat betreft is iedereen gelijk, niemand ontsnapt aan misbruik, ziektes of ongelukken, ongeacht hoe rijk, knap en getalenteerd je bent.


3) "Passenger" van Alexandra Bracken

De mooiste boekomslag die ik in lange tijd gezien heb. Wat ik dacht wat een tijdreizend avonturenverhaal ging zijn in de stijl van het oude computerspel "Lost in Time" van Coktel Vision (1993) bleek het iets compleet anders te zijn, meer in de sfeer van die oude TV-reeks "Sliders" maar dan met tijdreizen in plaats van parallelle dimensies. Hoe dan ook, het is een geweldig boek. Is het Fantasy? Science-fiction? Historisch? Een beetje van allemaal? Het is in ieder geval Avontuur, en ik kijk al uit naar het vervolg!



2) "The Secret History of Twin Peaks" van Mark Frost

Metafictie! Ik hou er echt van. Een fictief dossier samengesteld door een mysterieuze archivaris, teruggevonden door de FBI en nagekeken door een agente die in de kantlijnen aantekeningen schreef. Dit dossier behandelt de geschiedenis van het stadje Twin Peaks, de belangrijkste families, een paar van de gebeurtenissen uit de TV-serie en daarnaast is het ook een samenvatting van het onderzoek naar UFO’s. Het dossier bestaat uit officiële briefwisseling, formulieren en rapporten, krantenknipsels, transcripties van gesprekken, etc. Eerst vond ik het wat clichématig om dit allemaal opnieuw op te rakelen nadat het thema buitenaardse wezens al decennia lang werd uitgemolken, maar ik ging er al snel volledig in op en ik merkte bij mezelf hoe vaak ik overtuigd werd dat bepaalde gebeurtenissen ook écht plaats hadden gevonden, zo realistisch is het boek samengesteld.

1) "A Feast for Crows" van George R.R. Martin

De winnaar in mijn lijst, omwille van de enorm gedetailleerde wereld die volledig tot leven komt. Een zeer boeiende leeservaring, en het is verbazingwekkend hoe zo'n uitgebreid verhaal met zoveel personages geen moment verveelt. Het is wel makkelijker om te lezen nadat je de TV-reeks hebt gezien. Het helpt immers om alle namen te onthouden wanneer je er een duidelijk gezicht op kunt plakken. Maar op deze manier worden de verschillen tussen de twee media ook wel snel duidelijk. Het verbaasde me ook dat dit boek slechts de helft is van wat we in seizoen vijf van de TV-reeks konden zien. De andere helft wordt beschreven in "A Dance of Dragons". Die staat dus ook nog op mijn lijst!

dinsdag 29 november 2016

Boeken verslonden in november


Dankzij een week vakantie de eerste week van november, heb ik deze maand een hele stapel boeken kunnen lezen. Zelfs zeven in totaal! Al maar goed, want ik begon heel fel achterop te geraken in mijn leesschema, en mijn stapel nog te lezen boeken bleef precies maar groeien in plaats van af te nemen. Ik heb wel een beetje vals gespeeld en de dunste of vlotst leesbare boeken gekozen. Zo ben ik er snel doorheen kunnen geraken, en kwam ik halverwege de maand weer perfect op schema.

Op zaterdag 19 november ging onze tweede leesclub door. Ik ben de maand dus gestart met dit boek. Deze keer praatten we over “Het Gat in de Tijd” van Jeanette Winterson, een herschrijving van “A Winter’s Tale” van William Shakespeare. En eigenlijk was dat wel te merken. Op veel plaatsen las het boek echt als een toneelstuk, en je kon de personages gemakkelijk op een podium bezig zien. Maar dat was dan ook alles: de personages misten diepgang en beperkten zich eerder tot karikaturale typetjes. We leren hen nooit van binnen en buiten kennen zoals bij een roman normaal gezien toch de bedoeling is. Een groot pluspunt was de humor in het boek; de scène met het bekijken van de beelden van de bewakingscamera was hilarisch. Daar tegenover stonden dan de scènes met het computerspel. Ik heb wel wat ervaring met games en rondlopen in virtuele werelden ("Assassin's Creed" bijvoorbeeld) maar hier stelde ik me toch wel wat vragen. Vooral of dit soort spel technisch wel mogelijk is. Tijdens de leesclub was het wel interessant om de anderen over dit boek te horen vertellen. Zo merkte ik dat er toch wel wat meer symboliek in zit, waardoor de personages toch nog dieper uitgewerkt zijn dan je op het eerste zicht zou zeggen.

Een tijdje geleden ontdekte ik de blog van voormalig actrice Lisa Jakub. Ik ken haar vooral van haar klein bijrolletje in de science-fiction blockbuster “Independence Day” uit 1996, en enkele TV-films zoals “Bermuda Triangle” en “Picture Perfect”. Bij het grote publiek staat zij echter bekend als het oudste meisje uit “Mrs Doubtfire” met Robin Williams. Op een bepaald moment in haar leven heeft ze het acteren dus opgegeven en is ze andere doelen gaan nastreven. Ik vond haar blog heel leuk geschreven, en toen ik zag dat ze ook over haar ervaringen in een boek verteld heeft, “You Look Like That Girl”, heb ik dat meteen gekocht. Bij het lezen stond ik versteld van haar verwezenlijkingen als actrice. Ze heeft in veel meer films meegespeeld dan ik dacht. En ik vind het dapper van haar om haar hele leven en haar gevoelens volledig uit de doeken te doen en zich zo kwetsbaar op te stellen. Het is een eerlijk verslag en ik ben blij dat ze haar leven een andere draai heeft gegeven.

Het tegenovergestelde van dit boek is het verhaal van Felicia Day, “You’re Never Weird On The Internet (Almost)”, waarin ze vertelt hoe ze als niemendalletje eerst een internet-celebrity is geworden en daarna ook voor films en TV-series werd gevraagd. Ik ken haar eigenlijk alleen als Charlie in de reeks "Supernatural". Humor is een grote aanwezige in dit boek maar het is een beetje overdreven. Ze plaatst een heleboel foto’s tussen de tekst in een poging nóg grappiger te zijn, waardoor het boek meer op een blog begint te lijken. Maar de algemene schrijfstijl stak me snel tegen. Het is allemaal te druk, en hoewel het zeker geen afkeer opwekt, wekt het eigenlijk ook geen sympathie op zoals bij het levensverhaal van Lisa Jakub wel het geval was. Ik had nooit het gevoel dat Felicia iets echt interessant te vertellen had, of iets herkenbaar. Uitgezonderd haar liefde voor alles waar nerds als ikzelf bekend om staan, zoals bijvoorbeeld computerspellen.

Toen het script van “Harry Potter and the Cursed Child” uitkwam in boekvorm, was ik eerst argwanend. Ik dacht dat het een simpel middel was om er snel extra geld uit te slaan. Ik stond dus niet vooraan in de rij bij de boekhandel. Pas toen ik na een tijdje enkele positieve reacties hoorde, ben ik bezweken en heb ik het boek gekocht. En de reacties die ik heb gehoord, klopten wel. Het is uiteraard een script en geen roman, het merendeel van de tekst bestaat uit dialogen, maar alle stemmen van de personages zijn nog steeds herkenbaar en je komt meteen terug in de bekende sfeer van het Harry Potter universum. Sommige stukken van de dialogen kun je wel beter horen dan lezen; op papier komt niet alles tot z’n recht omdat er gewoon intonatie en gezichtsuitdrukkingen bij te pas moeten komen. Qua verhaal werd ik niet van m’n sokken geblazen. Ik moest de hele tijd denken aan de “Back To The Future” films; een beetje onvermijdelijk als je een verhaal over tijdreizen onder je neus krijgt.

Toen “Twin Peaks” 25 jaar geleden op TV kwam, was ik eigenlijk nog te jong om alles te snappen. Toch mocht ik kijken, want deze gehypete serie was hét gespreksonderwerp van de dag. Iedereen keek er naar. Op een latere leeftijd keek ik de serie opnieuw tijdens herhalingsuitzendingen, en uiteindelijk heb ik ook de DVD-boxen in huis gehaald. Als tiener schafte ik ook twee boeken aan: “Het Geheime Dagboek van Laura Palmer”, en “Dale Cooper: Mijn Leven, Mijn Tapes”. Toen dus in oktober “The Secret History of Twin Peaks” verscheen, heb ik niet lang getwijfeld. En achteraf heb ik het me ook niet beklaagd. Het boek valt onder de categorie metafictie, en vervaagt de lijn tussen echte geschiedenis en fictieve geschiedenis. Het is een dossier samengesteld door een mysterieuze archivaris, teruggevonden door de FBI en nagekeken door een agente die in de kantlijnen aantekeningen schreef. Dit dossier behandelt de geschiedenis van het stadje Twin Peaks, de belangrijkste families, een paar van de gebeurtenissen uit de TV-serie (maar zeker niet alles!) en daarnaast is het ook een samenvatting van het onderzoek naar UFO’s. Het dossier bestaat uit officiële briefwisseling, formulieren en rapporten, krantenknipsels, transcripties van gesprekken, etc. Het is allemaal heel nostalgisch en bracht me meteen terug naar de jaren ’90, de periode dat de reeks op TV kwam en waarin ik zelf ook geïnteresseerd was in UFO’s (mede dankzij de opvolger van “Twin Peaks”, “The  X-Files”). Veel informatie in dit boek was me dus al bekend (Roswell, de Majestic-12, Project Blue Book etc.). Eerst vond ik het wat clichématig om dit allemaal opnieuw op te rakelen nadat het thema al decennia lang werd uitgemolken, maar ik ging er al snel volledig in op en ik merkte bij mezelf hoe vaak ik overtuigd werd dat bepaalde gebeurtenissen ook écht plaats hadden gevonden, zo realistisch is het boek samengesteld.

Soms heb ik geen zin in een veelgelaagd drama vol persoonlijke tragedie en maatschappelijke problematiek. Soms heb ik zin om terug te keren naar mijn jeugd toen alles nog ver van mijn bed was, je van niets iets moest aantrekken, en de grootste ramp op aarde verliefd worden op een onbereikbaar meisje was. Ah, het leven was toch veel simpeler toen ... Misschien dat ik daarom soms graag een jeugdboek lees zoals "This Is What Happy Looks Like" van Jennifer E. Smith, een schattig verhaal over liefde, over familie, over ergens thuishoren. Het is voorspelbaar, maar voor dit soort verhaal maakt dat totaal niets uit. Een happy ending, ietwat teleurstellend omdat de gebeurtenis die de personages de hele tijd vreesden werkelijk plaatsvindt maar dan helemaal niet zo erg blijkt te zijn; het maakt het einde net iets te gemakkelijk. Maar het is een leuke en aangename leeservaring. Ik hou echt van dit soort lichte lectuur waar je niet te hard bij hoeft na te denken, met duidelijke emoties, zonder al te veel drama, een simpel verhaal dat zich beperkt tot de leefwereld van twee personen. Het vertelperspectief springt ook elk hoofdstuk van het ene naar het andere personage, zodat ze na een tijdje reisgezellen worden voor wie je echt kunt supporteren.
  
Na lange tijd nog eens een horrorverhaal lezen, is toch wel een grote aanpassing. Maar "Bird Box" van Josh Malerman is goede horror, het soort dat je bang maakt door de dingen die je NIET ziet; en dat mag je hier echt wel letterlijk nemen. Het verhaal is meeslepend maar eerst ook wel verwarrend. Gelukkig is het eng genoeg zodat je blijft lezen, ook al zijn sommige stukken van het verhaal - de praktische kant van mensen die geblinddoekt rondlopen en dingen doen - nogal ongeloofwaardig. Maar je wilt tenminste wel weten wat er aan de hand is en wat de personages gaan meemaken. Het heeft een heel hoog "Walking Dead" gehalte, maar dan zonder de zombies. Plots stopt het verhaal echter zonder antwoorden te verschaffen. Ik bleef serieus op mijn honger zitten. Ik wil nog steeds weten wat nu precies "de monsters" zijn in deze fictieve wereld. Het verhaal gaf me in ieder geval de kriebels, maar nu heb ik vooral zoiets van, "Oh, ze zullen allemaal dan wel goed terecht komen zeker ... ?"

Gewoon zeven boeken in totaal deze maand! Ik sta er zelf van te kijken ... December zal wel wat schraler zijn op het leesvlak, tenminste wat boeken betreft. Ik heb namelijk sinds kort een abonnement op de Knack, omdat ik het hoog tijd vond (als late dertiger) om eindelijk toch eens wat bewust te worden van de wereld en wat er allemaal in gebeurt. En natuurlijk heb ik ook nog een nieuwe vriendin, Nele, voor wie ik mijn boeken graag aan de kant schuif! Daarom ook de nieuwe naam van deze blog, "Literaliefde"!

Het eerste boek van december gaat "Penhaligon's Attic" van mijn bevriende schrijfster Terri Nixon worden. Daar kijk ik al maanden naar uit!

vrijdag 25 november 2016

Recensie "Harry Potter and the Cursed Child" - J.K. Rowling

* * *
Toen het script van “Harry Potter and the Cursed Child” uitkwam in boekvorm, was ik eerst argwanend. Ik dacht dat het een simpel middel was om er snel extra geld uit te slaan. Ik stond dus niet vooraan in de rij bij de boekhandel. Pas toen ik na een tijdje enkele positieve reacties hoorde, ben ik bezweken en heb ik het boek gekocht. En de reacties die ik heb gehoord, klopten wel. 

Het is uiteraard een script en geen roman. Het merendeel van de tekst bestaat uit dialogen, maar alle stemmen van de personages zijn nog steeds herkenbaar en je komt meteen terug in de bekende sfeer van het Harry Potter universum. Sommige stukken van de dialogen kun je wel beter horen dan lezen; op papier komt niet alles tot z’n recht omdat er gewoon intonatie en gezichtsuitdrukkingen bij te pas moeten komen. 

Qua verhaal werd ik niet van m’n sokken geblazen. Ik moest de hele tijd denken aan de “Back To The Future” films; een beetje onvermijdelijk als je een verhaal over tijdreizen onder je neus krijgt. Het verhaal draait om een poging van de kinderen van Harry en Draco om de moord op Cedric Diggory/Carlo Kannewasser te voorkomen, waar uiteraard allerlei dingen mislopen...

zondag 6 november 2016

Boeken verslonden in oktober


In september heb ik het eerste deel van de Passage-trilogie van Justin Cronin gelezen. In oktober was het dus tijd om de twee volgende delen onder handen te nemen. "The Twelve" heb ik vier jaar geleden al gelezen, toen het boek verschenen is. "The City of Mirrors" is echter in juni van dit jaar uitgekomen, dus ik kon een opfrissing van de vorige delen wel gebruiken.

"The Twelve" van Justin Cronin is het vervolg op "The Passage", maar dat moet je niet echt letterlijk nemen. Het verhaal gaat niet alleen verder vanaf het punt waar we Peter, Alicia, Amy en de anderen het laatst hebben gezien; in de eerste plaats keert het verhaal terug naar het beginpunt van de uitbraak. Een beetje verwarrend hoe we geïntroduceerd worden aan een hele reeks nieuwe personages. De eerste hoofdstukken lijken eerder een verhaal te zijn dat zich afspeelt tussen de twee grote delen van "The Passage". Op pagina 170 krijgen we een flash forward binnen de flashback; een tijdstip ca. 14 jaar voordat we Peter Jaxon en zijn vrienden in de Colony leerden kennen, met weer een reeks nieuwe personages. Weg zijn opeens de mensen van wie we zijn gaan houden. Dit tweede deel duurt slechts tot pagina 200, waar we eindelijk verder gaan waar "The Passage" gestopt is. Nu ja, het is wel vijf jaar later. En dat merken we: de personages zijn niet meer dezelfde. Ze zijn veranderd, hebben vanalles meegemaakt, zijn geëvolueerd. Het zijn oude vrienden die we na lange tijd terugzien en waarvan we denken dat we de draad gewoon weer kunnen oppikken, maar dat lukt niet echt. We weten niet wat ze hebben meegemaakt. We leven in twee verschillende werelden. Het hypnotiserende effect waardoor ik "The Passage" moeilijk kon neerleggen, ontbreekt in "The Twelve". Er is een onvermijdelijke afstand gecreëerd. En het duurt even voordat we dat achter ons kunnen laten en terug volledig met het verhaal meeleven. Ongeveer 85 pagina's voor mij persoonlijk, wat me halfweg het boek bracht. Verwacht ook niet dat onze helden de twaalf originele virusdragers één voor één gaan aanpakken. Het verhaal gaat een heel andere kant uit dan wat je op het einde van "The Passage" zou verwachten. Maar de climax van "The Twelve" is wel fantastisch, en beter dan dat van zijn voorganger. Net als bij "The Passage" zijn er trouwens verschillende mogelijke verklaringen voor de titel "The Twelve".

En dan was het tijd voor "The City of Mirrors", het laatste deel van de trilogie. De cover is een skyline van New York, met het Empire State Building in het midden. De stad van spiegels, de reflecterende ramen van de grote wolkenkrabbers? Spiegels spelen een kleine maar belangrijke rol in de eerste twee delen. Maar wat is hun belang nog na het einde van "The Twelve"? Het interessantste stuk in dit boek is de ontstaansgeschiedenis van Zero, Timothy Fanning. Het is vreemd dat in deze postapocalyptische trilogie de beste scènes gebeuren vóór het einde van de wereld, of net tijdens. Het verhaal van Peter, Amy, Alicia, Michael en de anderen springt ineens 20 jaar verder, en onze helden hebben nu zelf kinderen. De leeservaring is zoals kijken naar de vervolgfilm "Independence Day: Resurgence"; geen spoor te vinden van de charme van het origineel. "The City of Mirrors" gaat van de ene actiescène naar de volgende, de personages rennen rond en vechten en schieten en het is zo'n pure chaos dat je niet meer weet wat er precies aan de hand is. Het aantal personages is verdubbeld, en het ontbreekt aan onderscheid. Het verhaal springt constant van het ene naar het andere personage, soms zelfs een paar keer op dezelfde bladzijde, wat het moeilijk maakt een emotionele band met iemand te krijgen. Ik hoopte op een geweldige finale die het allemaal de moeite waard maakte, maar ook daar stelt het wat teleur. Het einde voelt eerder langgerekt, zoals het laatste kwartier van "Return of the King", het laatste deel in de "Lord of the Rings" trilogie, wanneer je alledrie de films meteen achter elkaar hebt gezien.

De trilogie is zeker het lezen waard voor wie van dit genre houdt, maar het had nog beter gekund. Het project is te grootschalig opgepakt en sommige stukken lijken geschreven te zijn met een verfilming in het achterhoofd.

vrijdag 28 oktober 2016

5000 page views!



Belofte maakt schuld: een tijdje geleden ging ik het engagement aan om een blogbericht te schrijven over een onderwerp dat jullie mochten kiezen, zodra ik de kaap van 5000 page views bereikte.

En nu is het dus zover!

Mijn maandelijks blogbericht over gelezen boeken laat nog even op zich wachten: ik heb nog 150 bladzijden te gaan in "The City of Mirrors" van Justin Cronin, dus na de herfstvakantie kan ik vertellen of deze trilogie een volwaardig einde heeft. Want op dit moment vind ik dit boek het minste van de drie.

Trouwens nog een nieuwtje: als alles goed blijft gaan, ga ik deze blog binnenkort onder een andere naam moeten verder zetten ;)

Maar voor we op de zaken vooruit springen, is het eerst aan jullie! Is er iets waarover je mijn mening graag wil weten? Iets persoonlijks waarover je me graag wil horen vertellen? Of nog iets compleet anders? Nu is je kans om suggesties te doen waar mijn volgende blogbericht over gaat! Laat je ideeën de vrije loop, en ik zal zien wat ik kan doen ;)

Ik wil iedere bezoeker van mijn blog bedanken voor de bijdrage om aan die 5000 page views te geraken. Van sommige mensen weet ik dat ze mijn boekbesprekingen als echte leestips gebruiken. Maar van veel bezoekers heb ik geen idee wie ze zijn, of waarom ze mijn blog lezen. Dus je mag ook altijd van de gelegenheid gebruik maken om jezelf eventjes bekend te maken :)

Een fijne herfstvakantie, iedereen!

Groetjes,
Johnny



dinsdag 27 september 2016

Boeken verslonden in september

Slechts twee boeken gelezen deze maand ... Anderhalf eigenlijk, want het eerste was ik al in augustus gestart. Maar het zijn wel hele dikke, respectievelijk 750 en 960 bladzijden lang. Maar wat kan ik zeggen? I like big books and I cannot lie ...

Halverwege de maand augustus kon ik eindelijk beginnen aan het eerste officiële boek voor de leesclub van de bibliotheek in Genk: "Een Klein Leven" van Hanya Yanagihara. Ondertussen al veel over gehoord, wist ik dat het een zware dobber ging worden maar dan vooral omwille van de thematiek. Ik verwachtte ook dat de gebeurtenissen in het boek me kwaad zouden maken. Maar eigenlijk draait het boek hoofdzakelijk rond vriendschap, hoe mensen elkaar toevallig vinden en dan ook door één of andere natuurkracht steeds bij elkaar blijven en naar elkaar terugkeren, wat er ook gebeurt. Het gaat ook over verlies, in al z'n vormen; je kunt op z'n minst zeggen dat de personages nogal wat meemaken. Het boek doet me denken aan "In One Person" van John Irving, zowel inhoudelijk als qua stijl. Het verbaasde me regelmatig hoe snel de jaren verstrijken. We leren de personages kennen in hun studententijd, er zijn wat flashbacks naar de jeugd van het hoofdpersonage, en plots is iedereen rond de 50! Omdat de chronologie nogal door elkaar wordt gegooid, komt het soms heel raar over als ze weer maar eens iemands verjaardag vieren. Een paar dingen vielen me op: als het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van het hoofdpersonage, dan wordt zijn naam niet gebruikt behalve in dialogen door de andere personages. Voor de rest staat er alleen "hij" of "zijn" of "hem". Hierdoor is het soms wat verwarrend bij de start van een nieuw hoofdstuk wie we nu precies aan het volgen zijn. Regelmatig staat er ook een opsomming van namen, alsof de schrijfster duidelijk wil maken hoeveel vrienden het hoofdpersonage eigenlijk heeft, en dat hij dus helemaal niet alleen op de wereld staat zoals hij meestal denkt. Wat me een beetje stoorde, was het gemeenschappelijke profiel van de personages: getalenteerd, knap, succesvol, rijk. Dit valt vooral op bij de opsommingen van landen waar iedereen elk jaar naar op reis gaat. Dit zorgde er voor dat er redelijk wat afstand werd gecreëerd tussen mezelf als lezer en deze personages: het zijn geen "simpele" mensen maar eerder "high society", en dit gaat voor mij persoonlijk een beetje ten koste van de geloofwaardigheid: zo'n grote vriendenkring, zo makkelijk op reis kunnen gaan, zoveel "speciale" avonden; niemand die een gewoon huishouden te runnen heeft, of een gewoon baantje van 8 tot 4 om de rekeningen te kunnen betalen. Dat doet natuurlijk niets af aan de miserie waarmee ze geconfronteerd worden; wat dat betreft is iedereen gelijk, niemand ontsnapt aan misbruik, ziektes of ongelukken, ongeacht hoe rijk, knap en getalenteerd je bent.


Na deze zware dobber was het terug tijd voor ontspanning! In juni bracht Justin Cronin "The City of Mirrors" uit, het derde deel in zijn Passage-trilogie. De vorige boeken heb ik 5 en 4 jaar geleden gelezen, dus mijn geheugen kon een opfrissing gebruiken. De beste oplossing: gewoon de hele trilogie achter elkaar lezen! Dat zou me wel een tijdje bezig houden. Ik begon dus op een vrije dag begin september aan "The Passage" en ik merkte 's avonds dat ik al 120 pagina's gelezen had. Klinkt veel, maar dit is slechts een fractie van het boek. Maar het leest als een trein, en omdat ik boek twee al eens gelezen heb, zijn veel dingen in boek één een pak duidelijker. De eerste hoofdstukken blijven wel mijn favoriet: het mysterieuze, een FBI-agent in een grote rol, een klein meisje met een vreemde achtergrond ... Dan verandert het verhaal plots in een postapocalyptische science-fiction waarvan we er in deze tijd al veel gezien hebben. Blake Crouch doet het in mijn ogen nét iets beter met zijn Wayward Pines-trilogie. Maar Cronin heeft ook zijn sterktes. Hij creëert een gedetailleerde wereld (moet ook wel, om bijna 1000 pagina's te kunnen vullen) maar niets lijkt overbodig. Je wordt volledig in die wereld meegezogen. De omgeving, de samenleving, de structuur van alles, het staat er allemaal en is puur geloofwaardig. De hoofdrolspelers zijn wel allemaal jongeren, wat me het gevoel geeft dat het iets te fel lijkt op al die verfilmde boekenseries tegenwoordig: "The Hunger Games", "Divergent", "The Maze Runner", ... Maar "The Passage" werkt bijna hypnotiserend, het is zo'n boek dat je aan één stuk door kunt blijven lezen. Na de grote flash-forward, duurt het lang voordat we weer wat actie zien, maar dit is nodig om de nieuwe resem aan personages voor te stellen. Daarna is het een typische "Walking Dead" aflevering: de thuishaven verlaten, een rivaliserende gemeenschap tegenkomen, het uiteenvallen van de groep, wat militairen erbij, ... Dan kom je aan de laatste hoofdstukken en je gelooft nooit dat alles nog goed komt, maar dan is er uiteindelijk toch dat sprankje hoop waardoor je niet kunt wachten om verder te lezen, tot die hoop verbrijzeld wordt en je geen idee meer hebt hoe het verder moet, tot je beseft: het gaat gewoon verder. Dit is een voorbeeld van de veerkracht van de mensheid. Mensen vallen, en ze staan weer op, en ze vechten verder, want dat is overleven, en overleven doe je als je iets hébt om voor te vechten, en wat kun je beter hebben om voor te vechten dan de andere mensen in je leven?

In oktober zijn de twee andere boeken aan de beurt: "The Twelve" en "The City of Mirrors". 

zaterdag 24 september 2016

Zwemmen, Genken, en spelen


Lang geleden dat ik nog eens een dag alleen met Daan doorbracht. Normaal gezien doen we elk weekend een grootouderbezoek; ofwel rijden wij naar Heist-op-den-Berg, ofwel komen zij naar hier. Afgelopen nacht zijn mijn ouders echter op vakantie naar Oostenrijk vertrokken. Nee, ik ben niet mee deze keer. Ik heb wel veel verlofdagen op m'n werk, maar niet zóveel om drie keer per jaar mee de bergen in te trekken.

Een gemakkelijke activiteit is samen naar de film gaan. Maar Daan heeft alle films die dit moment nog draaien al gezien. Volgende week komt "Kubo en het Magische Harnas" uit, die mij best wel aanspreekt maar waarvoor Daan nog wat jong is, vrees ik. Dus dan maar andere manieren zoeken om de tijd door te brengen. En ik heb geluk: sinds vorige week zijn de zwemlessen op zaterdagvoormiddag weer begonnen!

Ik breng Daan naar het zwembad van Boxbergheide; niet meer in het grote stadszwembad deze keer. En dat hebben we geweten: geen plaats meer op de parking (ik heb me ergens in het gras moeten zetten), geen plaats meer in de kleedhokjes (Daan heeft zich aan een bankje net achter de inkomhal omgekleed) en geen zicht meer op het water, uitgezonderd een paar rijen reeds ingenomen tuinstoelen voor een raam (dus ben ik buiten maar wat met een andere papa gaan praten).

Na een half uurtje zit het zwemmen er weer op, en rijden we het centrum van Genk binnen. Parkeren aan de Hooiplaats, da's gratis en Daan mag zo stilletjes aan wel eens leren wat langere afstanden te voet te doen!

Daan werpt alles in de inleverbox, en als we ons omdraaien, begroet Viviane ons in de bib. Zo te zien is het hier nog rustig. We wandelen naar de kinderafdeling, waar Daan zoals gewoonlijk het gróótste boek uitkiest dat er beschikbaar is: "Mijn Reuze Zoekboek". Zelf heb ik ondertussen "Elmo en de Winterslapers" opgeraapt. Om één of andere reden spreken winterthema's me altijd aan; ik vind die boeken er het mooist uitzien. Daan heeft al snel z'n tweede boek gevonden, "De Droomreizen van Poes Milo". Terwijl ik verder zoek maar niet meteen iets leuks zie, vindt Daan er nog twee andere, "In de donkere nacht", en "Draak". Deze laatste ziet er eigenlijk maar eng uit, het hoofdpersonage is dan ook een vampier (wat de titel al snel verklaart) maar Daan wil hem per se mee.

Een lieve vrouw komt eens polsen of Daan misschien naar het verteltheater wil. Dat hebben we al vaker geprobeerd, en ook deze keer slaat hij het aanbod af. Ik blijf het toch vreemd vinden; thuis vindt hij het voorlezen altijd geweldig.

Na de boekjes gaan we naar de dvd's. Deze keer heb ik me niet zo goed voorbereid, en Daan grijpt willekeurig enkele titels, waaronder een paar animatieseries die gewoon op TV komen, dus niet zo slim om die nu mee te nemen. Uiteindelijk moeten die we toch terugleggen, want bij het uitlenen zitten we al aan de limiet. We hebben immers nog twee films thuis liggen, "Megamind" en "Robin Hood". We kunnen dus nog maar drie andere dvd's meenemen: "Ice Age 2", de mij onbekende film "Animals United", en een serie gebaseerd op de film "Monsters vs Aliens" (die film vinden we allebei geweldig, dus we hopen dat dit even grapig gaat zijn).

Na de bib kan ik Daan overtuigen iets te gaan eten en drinken in Bar Bib: allebei een croque uit het vuistje, Daan een Fristi, en voor mezelf de gebruikelijke Latte Macchiato (dat is eventjes geleden, nu Bar Bib op zondag gesloten is ...) Daan gaat tegenwoordig al helemaal alleen naar het toilet. Als hij terug komt, laat hij trots een lekstok zien, gekregen van de chef! Als we klaar zijn, trekken we nog even de stad in. We springen binnen bij Standaard Boekhandel, en Daan ziet verschillende Lego-boeken die hij graag wil hebben, maar ik ga hier nog niets uitgeven. Ons uiteindelijke doel is immers de Bart Smit. Juffrouw Ria, bij wie Daan vorig jaar in de klas zat, had tijdens een oudercontact aangeraden om een puzzelspelletje aan te schaffen waar hij in de klas blijkbaar wel wat aanleg voor had. Dus daar was het nu wel een goed moment voor. "IQ Puzzler" vind ik zelf nog wel leuk, en we amuseren ons er goed mee.

De hele namiddag probeer ik Daan nog mee naar buiten te lokken: het park, de speeltuin, het bos, wandelen langs de beek, ergens voetballen ... Het slaat allemaal niet aan. We spelen dus met het nieuwe puzzelspel, onze Avengers actiefiguren, nog wat andere gezelschapsspelletjes, en voor we het weten is het terug etenstijd. Daan kijkt naar "Ice Age 2" terwijl ik in de keuken bezig ben. Na het eten is tijd voor bad. Daan laat zien hoe hij in de zwemles geleerd heeft te duiken. Hij trekt verschillende "kostuums" aan gemaakt van het aanwezige badschuim.

Als Daan slapen is, zet ik me nog even achter de computer. Dadelijk verhuis ik naar de zetel. Misschien ga ik een aflevering van "Cordon" kijken, ofwel lees ik wat verder in "The Passage" van Justin Cronin, waar ik de laatste 150 pagina's van heb bereikt ('t is een klepper van 960 bladzijden!). Maar ik heb het gevoel dat ik vanavond weer vroeg in bed zal liggen. Ik ben de afgelopen weken al om 7u 's morgens beginnen werken om wat verloren uren in te halen, en zonder een uitslaapdag in 't weekend begint dat z'n tol toch wel te eisen ...


woensdag 31 augustus 2016

Boeken verslonden in augustus


Geen foto van een mooi stapeltje gelezen boeken, deze keer. Ik heb in augustus dan ook maar één papieren boek gelezen, en eigenlijk was ik daar half juli al in begonnen. De overige drie zijn ebooks, en normaal gezien plak ik hun cover dan bij op de foto van mijn leesstapel. Maar deze keer vond ik het specialer om te kunnen stoefen met een gesigneerd exemplaar!

Na de drie Stephen King boeken in juli, was het tijd voor iets serieuzer. Op 30 augustus ging ik naar een "Zin in Zomer" activiteit, waar Matthijs de Ridder (en spijtig genoeg niet Annelies Beck zoals eerst aangekondigd)  een interview afnam van Neel Mukherjee in het Emile Van Dorenmuseum in Genk. Een heel interessante avond. Mukherjee is een heel sympathiek persoon, zeer bescheiden, een toffe verteller, en ik wou dat ik hem had horen praten vóórdat ik zijn boek had gelezen, want dat had de leeservaring misschien wat makkelijker gemaakt. Het interview werd voorafgegaan door een informele leesclub over zijn boek "The Lives of Others", georganiseerd door collega-bibliofiel Hendrik Geurts. En we hadden de eer dat de schrijver zelf eventjes hallo kwam zeggen! Zo heb ik mijn exemplaar van het boek kunnen laten signeren. Zijn reactie was geweldig: "Oh my god, you read it in English!" Ik zei dat dit mijn gewoonte is, omdat ik niet zo'n fan ben van vertalingen. Ik kon moeilijk tegen hem zeggen dat het deze keer vooral kwam doordat deze Engelse versie €17,50 goedkoper was dan de Nederlandse vertaling ...)
  
Praktisch gezien vind ik het wel een moeilijk boek om te lezen. Na een week zat ik nog maar 200 van de 500 pagina's ver. De Indische namen gooide ik de  hele tijd door elkaar, en uit de benamingen van de verschillende familieleden (het zijn daar niet gewoon "nonkels" en "tantes", hoor!) geraakte ik ook niet wijs. Hier en daar ook nog een typisch Indische term ertussen, en na een tijdje wordt het kiezen: ofwel de hele tijd vooraan naar de stamboom en achteraan naar de verklarende woordenlijsten gaan kijken, wat het leesritme stevig onderbreekt, of gewoon verder lezen en die dingen laten voor wat ze zijn en hopen dat ze toch niet al te belangrijk zijn om het verhaal te kunnen volgen. Zo gezegd, zo gedaan, maar dan smijt Mukherjee er ook nog eens een wiskundeles over priemgetallen tussen, vijf pagina's lang. Oké, ik snap het wel, je wilt van elk familielid de gevoelens, verlangens, dromen, nachtmerries, talenten en minpunten overlopen, maar na een tijdje begint dit serieus te vermoeien. Het is lang geleden dat lezen over het leven van andere mensen me zo weinig kon boeien. Na hem over het boek te horen vertellen, kreeg ik echter veel zin om het nog een keer te lezen. Ik denk dat het deze keer veel overzichtelijker zal zijn, en dat ik er veel meer uithaal.


Om de sleur wat te doorbreken, heb ik ook enkele luchtigere ebook-novella's gelezen. De eerste daarvan was "Digital Children" van Jacob Rayne, een science-fiction/horror over een Frankensteinachtige procedure mogelijk door misbruik te maken van rouwende ouders, waarbij hun gestorven kinderen een robotachtig, artificieel intelligent leven krijgen. Het concept op zich is best goed, en de gebeurtenissen geven je rillingen, maar het verhaal wordt te gehaast verteld. Personages handelen willekeurig, zoals de vader die heel overdreven reageert en enkele verplegers aanvalt zonder afdoende aanleiding, of de eerst heel sceptische ouders die plots toch met de plannen van de dokter akkoord gaan zonder enig innerlijke strijd of bewijs van hoe en waarom precies ze van gedachten veranderen. Handelingen die niet echt van de personages zelf lijken te komen, maar alleen gebeuren om het verhaal gaande te houden. Dit verhaal heeft nood aan de redenering achter die handelingen. Ze wegen constant de voor- en nadelen af, maar deze worden niet meegedeeld aan de lezer. Dit had de schrijver kunnen doen door bijvoorbeeld het personage Cynthia, een andere moeder die plots halverwege het verhaal wordt geïntroduceerd, al vanaf het begin de hartsvriendin van Marsha te laten spelen, zodat hij dialogen had kunnen schrijven over Marsha’s verdriet, de plannen van de dokter, etc. Maar het is een novella en misschien dat het daardoor ontbreekt aan motivaties van de personages, details, beschrijvingen, innerlijke dialogen. We leren de personages nooit echt kennen. Er wordt regelmatig naar de dokter verwezen als zijnde eng en geheimzinnig, maar zonder de details te vertellen wat hem nu precies zo eng en geheimzinnig maakt. Er wordt teveel verteld in plaats van getoond. De scherpe dialogen brengen de personages zeker tot leven, maar ik vond dat ze de dokter meer als een obsessieve, uitgelaten maniak aftekenden in plaats van de duistere gekke wetenschapper die in het lijkenhuis rondsluipt en op het kerkhof mensen opgraaft om in zijn donkere kelder op te experimenteren. Oké, op het einde lijkt het wel alsof hij dat inderdaad doet (geen idee waar hij anders al zijn proefkonijnen vandaan haalt), en DAN zijn de vele gevallen waar we te horen kregen dat hij griezelig was wel gerechtvaardigd, maar de schrijver had hem ook bepaalde trekjes kunnen geven, zoals tijdens gesprekken opeens tegen zichzelf te beginnen praten, dubbelzinnige dingen mompelen, etc. Dat had zijn griezeligheidsfactor wel de hoogte in gedreven. Maar natuurlijk zou je je dan afvragen waarom de ouders met zo iemand in zee zouden gaan. De politieman tegen het einde van het verhaal aan was een welkome aanvulling en hoewel zijn rol niet al te groot is, was hij wel mijn favoriete personage omdat hij als een soort Van Helsing het huis van de dokter gaat onderzoeken. Het verhaal, ondanks dat het wel leuk en interessant is, heeft een groot gebrek aan geloofwaardigheid. Ik kan maar niet geloven dat twee volwassen mensen, zelfs geveld door verdriet, akkoord zouden gaan dat het lichaam van hun zoon op deze wijze wordt gereanimeerd; ik kan niet geloven dat ze er niet bij stilstaan dat het nooit echt HUN zoon gaat zijn, want de menselijke geest en ziel kunnen niet nagemaakt worden. Op z’n minst had er een gedetailleerde uitleg moeten inzitten over de wetenschappelijke mogelijkheden van bionics, en dan specifiek over de artificiële neurale netwerken. Rayne heeft het zeker in zich om gedetailleerd te vertellen, zoals de scene waarin de dokter uitleg geeft over de afstandsbediening – het eerste echt boeiende deel van de novella. Het is ook moeilijk te geloven hoe alle lichamelijke functies geactiveerd kunnen worden door een druk op een knop, en zo uit het niets kunnen gebeuren, en ook hoe die functies volledig onderdrukt kunnen worden. Maar dit zijn vragen die naar boven komen als je echt over de zaken begint na te denken.



Het tweede verhaal is "A Life to Waste" van Andrew Lennon. Het start met een verfrissend perspectief: nog eens een heldere, alleswetende verteller die het verhaal als een soort fabeltje uit de doeken doet, in plaats van verteld vanuit het standpunt van het hoofdpersonage. Maar in hoofdstuk 3 komt die verteller plots op een zijspoor terecht: hij begint te vertellen hoe Dave een vriendin krijgt (Serieus? Één avondje praten en drinken betekent al een vaste relatie?) en hoe zijn ouders weten dat hij een vriendin heeft hoewel hij het hen niet verteld heeft, maar dan verandert het verhaal en gaat het opeens over de ouders en hoe Dave zijn vader aanvalt, en doorheen de rest van het verhaal blijf ik mij afvragen hoe zijn ouders dan precies wisten dat hij een vriendin had. Dave is een sympathiek personage tijdens zijn jeugd, een normale jongen, één van ons, met persoonlijke dromen maar zonder er al te blaaskakerig over te doen. Ik vond het erg dat hij zijn ongeval kreeg, hoe het zijn leven veranderde, maar dan krijgt hij zijn agressieve uitbarsting en die is onvergeeflijk. Zogezegd komt het door zijn opgekropte woede doordat zijn dromen aan duigen zijn gevallen, maar het komt volledig uit het niets. Het zou begrijpelijker zijn als er voorheen enkele kleinere incidenten waren geweest waarbij hij zijn irritatie in toom kon houden.  Als het dan eindelijk tot uitbarsting komt bij zijn vader, zou hij niet zo plots uit zijn rol vallen. Of misschien heeft het ongeval hersenschade toegebracht, en verklaart dat de verandering in zijn persoonlijkheid? Ik bleef me ook afvragen waar die vriendin opens naartoe is gegaan na haar eerste scène. Waar was ze tijdens heel dat gedoe met zijn vader? Of was haar afwezigheid extra brandstof voor zijn opgekropte woede? Heeft ze hem laten zitten? Het duurt twee hoofdstukken voordat we terugkeren in de tijd en zien wat er met haar gebeurd is. Spelen met de chronologie van een verhaal werkt soms, maar ik denk dat dit verhaal beter van begin tot einde verteld werd. Want volgens dat nieuwe hoofdstuk met Claire waren ze nog steeds samen toen zijn vader vertrok, en dus kloppen mijn eerdere ideeën niet meer.  Er is totaal geen reden waarom Dave haar laat wegglippen, anders dan die verschillen in zijn persoonlijkheid, en dat hij inderdaad verandert in het type persoon zoals hij in het begin van het verhaal werd voorgesteld: een sjofele rotzak. Op dit moment in het verhaal is die alleswetende verteller ook buitengegooid en zien we nu alles vanuit het krankzinnige standpunt van Dave, met heel veel innerlijke dialogen. Veel onbewerkte taal, soms cursief en soms niet (totaal geen consistentie daarin), letterlijk allerlei losse gedachten die meteen op papier werden gezet zonder na te lezen. Er zitten kleine foutjes in, duidelijke typfouten door te snel te schrijven, misschien door de opwinding van het verhaal uit de eerste hand te beleven? Veel komma’s waar eigenlijk gewoon een nieuwe zin had moeten beginnen.  Dialoogpunctuatie die niet klopt. Veel herhalingen maar dan met anderen woorden, waar gewoon hetzelfde ding op twee verschillende manieren wordt gezegd. En wat is er toch met die rare uitspraken als “kwam te staan” of “kwam te zitten”? Wat is er mis met gewoon “stond” of “zat”? De laatste hoofdstukken zijn heel visuele filmische scènes met voldoende actie, maar toch spaarzaam beschreven zodat ze niet als chaotische wanorde overkomen zoals vaak het geval is bij dit soort verhalen. Je hebt altijd een goed zicht op waar de pro- en antagonist zijn, hoe ze zich bewegen, en wat ze doen. Er is wel een rare opmerking hoe hij door het bekijken van tien (ja, 10!) films de nacht wel door zal geraken. Euh, inderdaad, en de complete volgende dag ook wel, ja.

Boek drie bleek uiteindelijk het beste te zijn: "2389" (eigenlijk nog steeds geen idee waar die titel op slaat) van Iain Rob Wright. Wright weet hoe hij een verhaal moet vertellen. Zijn zinsstructuur en woordkeuze zijn zo goed als subliem, met af en toe wel een typefoutje. Één fout trok wel mijn aandacht: in de zin “We are as one in all things astrological” moet het woord volgens mij toch “astronomical” zijn. Maar de personages springen al van bij de start meteen tot leven. Ze zijn echt, het zijn mensen, ze zijn beminnelijk, ze zijn eigenzinnig, … Er is een goede balans tussen alles voldoende uitleggen en beschrijven, en overboord gaan met bladvulling. Dit leidt tot een vlotte lezing van het verhaal, de tekst stroomt voorbij je ogen en trekt je helemaal mee. Het verhaal doet me denken aan een aflevering van “Doctor Who” (en het einde van het eerste hoofdstuk lijkt precies op het moment waarop je verwacht dat Peter Capaldi zijn intrede maakt, waarschijnlijk op een motor met zijspan uit de Tweede Wereldoorlog terwijl hij een smoking met hoge hoed draagt). Al snel worden onze helden geconfronteerd met een leger van moorddadige robots alsook een horde zombies, waardoor ze één voor één worden afgeslacht. We hebben ook een ultiem offer dat me aan het einde van de film “Armageddon” deed denken. Maar dan … het échte einde van het boek … Het past in ieder geval bij het horrorthema. Het hoort zonder twijfel bij de donkere sfeer. Maar ik hou van goede eindes, en door deze fatalistische vind ik het zo erg voor de personages waar je al een heel boek over leest. Het einde klopt, maar ik vind het maar niks.